11.4 stoonissen in de ontwikkeling van taal en leren Flashcards

1
Q

uit welke onderdelen bestaat het normale linguistische systeem/ taalsysteem

A
  • de fonologie (verschillen in klanken die de betekenis van het woord anders maken)
  • semantiek (betekenis van een woord of zin)
  • syntaxis (gaat over de structuur van de zin, grammatica)
  • morfologie (kleine dingen in het woord wat een andere betekenis geeft aan een woord, bv land of landt, lepel of lepels)
  • pragmatiek (gebruik van taal in sociale context)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken normale ontwikkeling van spraak en taal

A

er zit veel variatie in de ontwikkeling

niet snel afwijkend

pas vertraging bij minder dan 50 woorden op 24 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

benoem taalstoornis DSM5

A

je spreekt van een taalstoornis als
1. taal niveau is beduidend lager dan non verbaal intelligentieniveau
2. de taalproblemen interfereren met schoolresultaten of sociaal functioneren
3. bij andere problematiek zijn de taalproblemen ernstiger dan verwacht

check gehoor en overweeg autisme spectrum stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verschillende soorten taalstoornis

A

expressieve taalstoornis (moeite met de productie van taal, uitspreken van taal)

gemengd receptieve-/ expressieve taalstoornis

sociale communicatie stoornis (pragmatiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een taalontwikkelingsstoornis. waar hebben mensen moeite mee?

A

taalstoornis = TOS (taalontwikkelingsstoornis)

mensen met TOS hebben moeite met leren of het gebruiken van taal, mogelijk omdat hun hersenen anders werken.
ze zijn allemaal verschillend (de ene vindt praten lastig, andere kan niet voorlezen oid).

ze hebben veel meer moeite dan andere kinderen om hun moedertaal te ontwikkelen zonder dat er sprake is van gehoorverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

prevalentie TOS

A

prevalentie 1-3%

naarmate kinderen ouder worden daalt het prevalentiecijfer (2- jarigen 13%/ 5 jarigen 7%)

vaker bij jongens dan bij meisjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

etiologie TOS

A

genetisch component bij ontstaan

bij familieleden vaak sprake van laat spreken als kind

invloed omgevingsfactoren zoals sociaal economische status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

comorbiditeiten TOS

A

gedragsproblemen
angsten
stemmingsklachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

behandeling TOS

A

psycho-educatie taalstoornissen

gerichte taalstimulering

ouderbegeleiding

schoolaanpassing/ remedial teaching

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

prognose TOS

A

prognose expressieve taalstoornis beter dan bij gemengd expressieve/ receptieve taalstoornis

expressieve taalstoornis wisselende prognose, gedeeltelijk spontaan herstel

taalstoornis icm psychiatrische, sociale en/of emotionele problemen slechtere prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

DSM5 sociale communicatie stoornis

A

stoornis in de pragmatiek van de taal

onderzoek middels de ADOS
- observatie instrument waarbij je situaties gaat uilokken en kijken hoe het kind ermee omgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe behandeling sociale communicatie stoornis

A

behandeling middels PRT (pivotal response training)
- sociale communicatie vergroten
- aansluiten bij motivatie en opzetten leermoment
- belonen met natuurlijke beloning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verschillende spraakstoornissen

A

spraakklankstoornis

stoornis in de spraakvloeiendheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DSM criteria spraakklankstoornis

A

de spraakklanken die geproduceerd worden passen niet bij de leeftijd en dialect

levert problemen op bij schoolresultaten of interactie mer anderen

als er sprake is van andere problemen, dan ernstiger dan verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

klinisch beeld spraakklankstoornis

A

weglaten van klanken

vervangen van moeilijke klanken door minder moeilijke klanken

het verdraaien van klanken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

prevalentie spraakklankstoornis

A

rond 6/7 jaar 20% jongens en 10% meisjes

rond 12/13 jaar 5%

vaker bij jongens dan bij meisjes

17
Q

behandeling en prognose spraakklankstoornis

A

logopedische behandeling

prognose gunstig indien niet in het kader van somatische oorzaak, een verstandelijke beperking of autisme

18
Q

definitie stotteren in de spraakvloeiendheid

A

onregelmatigheden in het spreekritme waarbij de spreker precies weet wat hij wilt uitdrukken maar erop dat ogenblik niet in slaagr doordat zich een onvrijwillige herhalen, verlenging of onderbreking van een klank voordoet

19
Q

stotteren klinisch beeld

A

niet vloeiende spraak: herhalingen, blokkades, verlengingen, tussenvoegingen

tremoren/ grimassen van de kaken/ lippen

ticachtige bewegingen van het gezicht (oogknipperen), romp (buigingen) of armen

20
Q

oorzaken stotteren

A

genetische factoren

het brein functioneert aantoonbaar anders

21
Q

prevalentie stotteren

A

4% van de schoolgaande kinderen in de algemene bevolking

vaker bij jongens

hogere prevalentie op de peuter- en kleuterleeftijd dan erna

22
Q

prognose en behandeling stotteren

A

logopedische en gedragstherapeutische behandeling

prognose
- spontaan herstel 50-80%
- persisterend (>2 jaar) 47% stottervij, als meer dan 4 jaar nog maar 5%