13.1 organisatie van het pijnsysteem Flashcards

1
Q

welke receptoren voor pijn?

A

mechanoreceptoren
thermoreceptoren
chemoreceptoren

vnl chemoreceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke receptor typen in de (onbehaarde) huid?

A

aanraking, druk, vibratie:
- meissner receptoren
- pacinian receptoren
- ruffini receptoren
- merkel receptoren

pijn, temperatuur, jeuk
- nociceptoren (vrije zenuwuiteinde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe zorgen nociceptoren voor nociceptie (voelen van pijn?)

A

pijn, temp, jeuk–> nociceptoren–> transductie–> transmissie–> perceptie (nociceptie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe is de organisatie van primaire nociceptieve vezels?

A

pijnprikkel op huid–> raakt vrije zenuwuiteinde aan–> geven signaal door via de dorsal root ganglion neuron naar het ruggenmerg

vrije zenuwuiteinde zelf geeft ook stofjes af die activerend werken op de omgeving (zorgt voor rode huid, zwelling etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verschil nociceptie en gevoel/ aanraking

A

nociceptie is het waarnemen van een schadelijke stimulus

pijn heeft een subjectief en emotioneel component

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke typen vrije zenuwuiteinden?

A

a- delta vezels
- gemyelineerd
- 5-30/s
- type I: gevoelig voor mechanisch/ chemisch, niet hitte
- type II: gevoelig voor hitte, niet voor mechanisch/ chemisch

C-vezels
- ongemyelineerd
- < 2m/s

allemaal relatief langzaam maar er is onderscheid tussen langzaam en snel(ler)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurd er als de nocireceptor geactiveerd wordt?

A
  1. pijnprikkel
  2. activatie vrije zenuwuiteinde van nociceptieve vezels
  3. actiepotentiaal gegenereerd
  4. actiepotentiaal gaat naar ruggenmerg en gaat terug naar meer lokaal zodat ook lokaal stofjes worden vrijgegeven voor de lokale processen
  5. lokale activatie bloedvaten –>neurogene roodheid, zwelling (via CGRP)
  6. lokale activatie mestcellen–> neurogene ontsteking (via substance P)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dus wat is de functie van de vrije zenuwuiteinde van nociceptieve vezels?

A

ze fungeren als receptor en als eindiging die lokaal transmitters uitscheiden die effecten hebben op andere receptoren in de omgeving
- bloedvaten: neurogene roodheid, zwelling
- mestcellen; neurogene ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke receptoren in nociceptieve vezels?

A

verschillende typen van TRP (transient receptor potential) kanalen aanwezig in pijn en temperatuur vezels (C en A-delta)

in eenzelfde vezel kunnen verschillende TRP kanalen tot expressie komen

naast TRP receptoren ook nog andere receptoren (voor substance P, serotonine, opuaten, histamine, NGF)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer gaat TRP (TRPV1) kanaal open/ wanneer wordt het geactiveerd?

A

het is gevoelig voor hitte en capsaicine. het zal dan open gaan waardoor calcium en natrium de cel in gaan

capsaicine (zit bijv in pittig eten) kan binden aan de TRPV-1 receptor–> kanaal gaat open

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uiteindelijk komen zenuwuiteinde ook in de ruggenmerg. waar komen a-delta, c-vezels en a-beta vezels binnen in de dorsale hoorn

A
  • a-delta vezel komt binnen in lamina 1, 2 en 5 van de dorsale hoorn (prikkende pijn, acute pijn)
  • c- vezel in lamina 1 en 2 (zeurende pijn, chronische pijn)
  • a beta vezel in lamina 4 en 5 (fijne tast, proprioceptie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de wide dynamic range neuron?

A

is referred pain
- is de pijn die niet precies van de plek komt waarvan jij denkt dat die vandaan komt

zit in lamina 5 van de dorsale hoorn
- hier eindigen zowel vezels voor aanraking als pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

effect unilaterale ruggenmerglesie op pijn?

A

nociceptieve afferenten steken over, ze zijn contralateraal: links een lesie, heb je rechts uitval van pijnprikkels en links uitval van touch

links en rechts heb je dus andere symptomen

contralateraal
- pijn en temperatuur
- ipsilateraal: aanraking en druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar zit de referred pain bij hart klachten?

A

bij klachten van het hart krijg je pijn in nek, linkerborst, linkerarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is hyperalgesie en allodynie?

A

hyperalgesie: verhoogde pijnperceptie op een pijnlijke prikkel

allodynie: pijnlijke perceptie van een normaliter niet-pijnlijke prikkel
- iets wat normaal niet pijnlijk is is nu wel pijnlijk door eerder contact

sensitisatie: het wordt gevoeliger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerken van sensitisatie in de dorsale hoorn

A
  1. sensitisatie is een vorm van plasticiteit (gevoeliger geworden voor prikkels)
  2. inductie door langdurige prikkeling, maar alleen door c-vezels
  3. betrokkenheid van: NMDA receptoren (glutamaat), neuropeptiden (substance P, CGRP) en groeifactoren (BDNF, GDNF: glia)
  4. blijft (veel) langer bestaan dan de prikkeling waardoor het werd geinduveerd
  5. leidt niet tot permanente veranderingen
  6. sensitisatie ligt ten grondslag aan hyperalgesie en allodynie
17
Q

wat gebeurd er bij sensitisatie met glutamaat release en NMDA receptoren

A

normale situatie:
- weinig release glutamaat door nociceptieve vezels
- NMDA receptoren geblokkeerd door Mg

sensitisatie
- veel release van glutamaat door nociceptieve vezels
- NMDA receptoren gedeblokkerd
- verhoogd calcium in de cel
- verhoogde prikkelbaarheid van de cel (hyperalgesie)

18
Q

wat is axotomie?

A

proces waarbij de vrije zenuwuiteinde beschadigt wordt

  • degeneratie perifere projecties
  • herstel treedt op indien mogelijk (hernieuwde uitgroei met functioneel contact)
  • chemische veranderingen in ganglion cel tot herstel voltooid is

als herstel niet mogelijk is: kans op neuropatische pijn

19
Q

wat is neuropatische pijn?

A

beschadiging–> geen mogelijkheid herstel–> neuroma = verhoogde gevoeligheid, expressie van natriumkanalen–> continu een ‘aan’ signaal dat daar pijn is, ook al is er extern geen prikkel. er is continue interne pijn

neuropatische pijn is het gevolg van spontane activiteit van beschadigde vezels en moet worden onderscheiden van nociceptieve= ‘normale’ pijn door prikkeling van nociceptore

20
Q

kenmerken neuropatische pijn

A

bij het neuroma
- ectopische impuls generatie (spontaan of door mechanische prikkeling)
- groot aantal Na kanalen
- vezels die elkaar prikkelen