13.2 pijninhibitie Flashcards

1
Q

wat is gnostische sensibiliteit en vitale sensibiliteit?

A

gnostische sensibiliteit
- fijne tast/ aanraking
- proprioceptie

vitale sensibiliteit
- nociceptie
- temperatuur
- jeuk
- grove tast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarvoor is de nociceptieve informatie belangrijk die naar de somato-sensibele cortex gaat?

A

de nociceptieve informatie gaat naar de somato-sensibele cortex is belangrijk voor de localisatie van de pijnprikkel: de discriminatieve component

VPL= ventral postural thalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarvoor is de nociceptieve informatie belangrijk die naar de insula en gyrus cinguli cortex gaat?

A

de nociceptieve informatie die naar de insula en gyrus cinguli gaat is belangrijk voor de emotionele gevoelens bij de pijnprikkel: de affectieve component

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer activatie van de insula?

A

activatie bij een gevoel van onbehagen, pijn, walging

achterste deel insula mn geactiveerd door
- zeurende pijn
- thermische pijn
- chronische pijn
- inspanningspijn
- jeuk
- veelal intrinsiek

voorste deel van insula vnl geactiveerd door gevoelens van
- boosheid
- koele temperatuur, walging in gezichtsuitdrukking
- betrouwbaarheid van gezichtsuitdrukking
- seksuele opwinding
- veelal interactief, met een 2e persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe van transductie tot perceptie van nociceptie. wat gebeurd er bij het toedienen van een pijnstiller

A

pijnprikkel gaat pijnbaan naar pijnemotie centrum en pijnlokalisatie centrum wat samen komt in pijnervaring centrum (dat wat je je uiteindelijk realiseert)

als je een pijnstiller neemt reageert het ergens tussen de prikkel en het ‘hogere’ niveau.
- werkt niet altijd, er zijn ook andere manieren

een andere manier is door je verwachtingspatroon aan te passen: toepassen van therapie
- expectation center heeft dan invloed op de pijnemotie centrum en daarmee ook invloed op de pijnervaring centrum
- ‘placebo centrum’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het placebo effect?

A

het placebo werkt op het expectation center

  • als je een placebowerking hebt verminder je de pijn
  • als je een placebo werking hebt versnel je het gevoel van de reductie van pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het nocebo effect

A

de verwachting van pijn of negatieve effecten van een behandeling vergroot het verlangen dat mensen deze zullen zien

pt verwacht vervelende bijwerkingen/ effecten dus gaat deze dan ook ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat bepaalt of je een placebo of nocebo effect krijgt?

A

interventie kenmerken

patiënt-verpleegkundige relatie

kenmerken van verpleegster

patiënten kenmerken

kenmerken gezondheidszorginstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke gebieden worden geactiveerd bij pleacebo/ nocebo

A

prefrontace cortex
hoge somatische gebieden
PAG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke gebieden worden geremd bij pleacebo/ nocebo

A

aINS (insula)
thalamus
rACC (rostral anterior cingular cortex)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe pijninhibitie
- perifeer
- centraal

A

perifeer
- de poorthypothese (melzack en wall)
- pijn inhibitie door A-beta vezels (bijv wrijven, remmen de anterolaterale baan waardoor de pijn minder wordt)

centraal
- via afdalende inhiberende systemen
- gaat voornamelijk via PAG, controle van pijn niveau door het PAG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is jeuk

A

een onplezierige sensatie van de huid die de drang oproept om te krabben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

functie van jeuk?

A

om parasieten te verwijderen

om weefsel beschadiging op te wekken om een genezingsproces te bevorderen/ initieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zijn pijn en jeuk verwant aan elaar

A

ja want
- anatomische routes tot perceptie zijn vergelijkbaar
- pt die geen pijn voelen hebben ook geen last van jeuk
- veel neuronen in de dorsale hoorn reageren op zowel pijn als jeuk
- veel overeenkomsten in gebieden die geactiveerd worden bij pijn en jeuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe zijn pijn en jeuk verschillend van elkaar?

A
  • functie is anders
  • opioiden remmen pijn maar kunnen jeuk induceren of versterken
  • pijnlijke prikkels verminderen jeukgevoel
  • jeuk treedt alleen op in de huid (epitheel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verschillende soorten jeuk

A

mechanical itch (bewegen van een insect op bv de huid)
chemical itch (insectenbeet)

17
Q

welke kernen dragen bij aan het placebo effect

A

locus coeruleus
raphe nucleus
parabrachial nucleus

18
Q

welke kernen spelen een rol bij pijninhibitie en pijnfacilitatie

A

parabrachia nucleus
- ???

dorsale medullaire reticulaire formatie
- glutamaat
- zorgt voor pijnfacilitatie

locus coeruleus
- noradrenaline
- pijninhibitie

raphe nucleus
- serotonine en GABA
- pijninhibitie

(de periaqueductala grijze stof= PAG heeft invloed op al deze kernen en krijgt zijn input weer van amygdala, hypothalamus en somatische sensorische cortex)