11.3 autismespectrumstoornis Flashcards

1
Q

kenmerken syndroom van Rett

A

syndromen waarbij je verhoogde kans op autisme hebt

  • normale ontwikkeling van 5-18 maanden
  • regressie met verlies vaardigheden, ataxie, dwangmatige handbewegingen, 80% epilepsie
  • psychomotore retardatie
  • vaal afname schedelomtrek met neuronverlies, cortexatrofie
  • mutatie MeCP2-gen op Xq28
  • 1 per 10.000-22.000
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

criteria ASS

A

A. 3 vande 3: persisterende deficienties in de sociale communicatie en sociale interactie in uiteenlopende situaties, zoals blijkt uit de volgende biografische kenmerken:
- deficienties in de sociaal-emotionele wederkerigheid
- deficienties in het non-verbale communicatieve gedrag dat gebruikt wordt voor sociale interactie
- deficienties in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties

B. beperkte, repetitieve gedragdpatronen, interesses of activiteiten zoals blijkt uit minstens 2 van de volgende actuele of biografische kenmerken:
- stereotiep(e) of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak
- hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel hechecht zijn aan routines of geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag
- zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
- hyper- of hyporeactiviteit op zintuigelijke prikkels of ongewone belangstelling voor de zintuigelijke aspecten van de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe vaak komt autisme voor

A

prevalentie 1% (vroeger lagere prevalenties gevonden)

geen verband met etniciteit

vaker bij mannen (lager bij lager IQ en hoger bij hoger IQ)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de prognose van autisme mbt volwassen leeftijd

A

IQ<50: slechte prognose
- vaak geen functionele taal
- niet zelfstandig sociaal functioneren
- vaak wonen in instelling

IQ 50-70: iets betere prognose
- slechts enkelen zelfstandig wonen, vrienden, baan
- beperkte communicatie, lezen, spellen
- stereotiepe gedragingen en interesses

IQ> 70: betere prognose
- verminderding ernst ASS symptomen
- sociaal functionerne vaak problematisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zeg wat over genetica bij ASS

A

multifactoriele polygene aandoening

concordantie

herhalingsrisico
- bij een brusje met ASS: 20%
- bij 2 brusjes met ASS: 50%

BAP (broader autism phenotype)

stemmings/ angststoornissen in de familie geeft hogere kans op ASS

heritability= 56-95%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kenmerken tubereuze sclerose complex (TSC)

A

hierbij verhoogde kans op autisme

  • 1:6000, autosomaal dominant
  • neoplasmata organen, epilepsie > 80%
  • corticale tubers, rhabdomyoom, angiofibromen, renale angiolipomen
  • brede range IQ (met 30% IQ<20)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kenmerken FXS

A

ook verhoogde kans op ASS

  • 1:2500-1:4000, mutatie FMR1, CGG
  • lang gezicht, grote kin en oren, platte voeten, grote testes
  • epilepsie
  • mild tot ernstige verstandelijke berpeking, IQ meisjes> IQ jongens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is mind-blindness

A

niet goed in staat zijn zich te verplaatsen in de denkwereld van anderen

alleen in staat zijn de wereld vanuit eigen perspectief te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zeg wat over de centrale coherentie bij pt met ASS

A

autistische personen missen het vermogen om van fragmenten een geheel te maken, ze nemen alleen details waar en zien het geheel niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zeg wat over executieve functies bij pt met ASS

A

gaat over plannend vermogen en flexibiliteit van strategie
- WCST (winconsin card sorting test)
- tower of london/ hanoi

het is aspecfiek (ook bij schizogrenie, OCD, GTS, ADHD, M. parkinson etc)

verstoorde executieve functies waardoor het plannen en organiseren van de handelingen wordt bemoeilijkt en de flexibiliteit vermindert is. kan getest worden met de WCST. mensen met ASS passen ze zicg hierbij minder goed aan aan de nieuwe regel. lage specificiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zeg wat over de 2d:4d ratio van de hand bij pt met autismespectrumstoornis

A

ratio tussen lengte wijsvinger en de ringvinger

wanneer de ringvinger relatief langer is, is de ratio kleiner en is het risico op ASS verhoogd
- lengte wijsvinger beinvloedt door oestrogeen
- lengte ringvinger beinvloedt door androgenen. deze ligt al bij de geboorte vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zeg wat over de bevindingen bij neuro-imaging bij mensen met ASS

A

hersenvolume gemiddeld 5-10% groter
- zowel witte stof als cortex
- extra verdikking van oa amygdale en hippocampus

DTI (diffusion tensor imaging)
- korte subcorticale banen goed ontwikkeld
- lange-afstandsverbindingen minder goed ontwikkeld

neuropathologie
- problemen in de synapsvorming, synapsplasticiteit en connectiviteit in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe diagnostiek van ASS

A

IQ-test of ontwikkelingsonderzoek

Taal-/spraakonderzoek (logopedie)

anamnese/ observatue
- autisme diagnostic obeservation schedule (ADOS)

heteroanamnese (via ouders)
- autism diagnostic interview (ADI)
- development, dimensional and diagnostic interview (3DI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer somatisch onderzoek bij pt met ASS

A

ihb bij vermoeden van syndroom, bij verstandelijke en bij positieve familieanamnese: klinisch genetisch onderzoek

bij symptomen suggestief voor epilepsie: kinderneurologisch onderzoek, EEG

bij twijfels aan gehoor: gehooronderzoek (evt BERA)

abrupte achteruitgang in gedrag en ontwikkeling: uitgebreid somatisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

benoem gedrags-/educatieve therapie bij ASS

A
  • psycho-educatie ouders, leerkracht, brusjes, kind, gezin
  • ouderbegeleiding, pedagogische advisering
  • mediatietherapie
  • oudergroep: psycho-eductie en/of mediatietherapie
  • individuele gedragstherapie
  • kindergroep: op sociale vaardigheidstraining, evt met psychomotore therapie, ik ben speciaal
  • passend onderwijs
  • ambulante schoolbegeleiding
  • speciaalonderwijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

tips en tricks bij kinderen met ASS

A

problemen: geen overzicht, niet verankeren van informatie, moeite met integreren van info, moeite met generaliserren, afleidbaarheid

duidelijk
- eenvoudige afspraken, opschrijven

communicatie aanpassen
- enkelvoudige boodschappen, visualiseren, navragen, herhalen

voorspelbaarheid
- aankondigen, stap-voor-stap uitleg

structuur in tijd, plaats en aanpak
- dagrooster, vaste contactpersoon, klokje, vaste routines

prikkels verminderen
- 1 activiteit tegelijk, geen overbodige actief of halve boodschappen

17
Q

farmacotherapie ASS?

A

er is geen pil tegen ASS