7.3 - Longfunctie en hyperreactiviteit Flashcards
2 soorten longfunctiestoornissen
Restrictieve longstoornissen en Obstructieve longstoornissen
Restrictieve longstoornissen
Verkleind longvolume
Obstructieve longstoornissen
Uitademingsstroom beperkt door luchtwegvernauwing
Overgrote deel pt hebben dit
Astma en copd
wat kan bij astma leiden tot luchtwegvernauwing?
contractie glad sw
inflammatie
zwelling
too much mucus
inflammatie is afhankelijk van…
bloodstelling aan prikkels
waardoor wordt de diagnose van astma ondersteund?
aantonen luchtstroombeperking
reversibiliteit na verwijder
variabiliteit
BHR
waardoor wordt de luchtwegdiameter gereguleerd?
AZS, Parasymp zorgt voor vernauwing en symp voor verwijding
normale verhouding FEV1 en VC
0,8
verhouding FEV1 en VC bij astmapatienten
ze kunnen minder hard en snel uitademen
FEV1 / FC < 0,7
Reversibiliteittest
FEV1-waarde meten before luchtverwijder en na
Als het erna met 12% vd refwaarde en min. 200 mL verbetert, dan is de verbetering significant
Als het binnen de LLN valt is het volledige reversibiliteit
Variabiliteittest
Verschillende longfuncties op verschillende momenten
Pt moet sochtend en savonds 3x blazen en hoogste waarde noteren
Variatie van 20% op verschillende dagen OF variatie van 10% in zelfde dag = astma aanwijzing
Bronchiale hyperreactiviteit
Als op variabiliteittest en reversibiliteittest geen astma uitkomt maar er zijn wel klachten
Bronchoconstrictie provoceren
BHR = verhoogde prikkelbaarheid van luchtwegen, leidt tot obstructie
directe provocatie (BHR)
Directe provocatie (histamine):
Histamine bootst prikkelingen na om vernauwing te krijgen
Naarmate luchtwegen gevoelig zijn, is er minder histamine nodig
PC20 = concentratie histamine die nodig is om FEV1 met 20% te laten dalen
Hoe lager PC20, hoe hyperactiever de luchtwegen
indirecte provocatie (BHR)
Inspannings hyperventilatietest
Vrijwillig hyperventileren
Snelle ademhaling geeft vernauwing luchtwegen
Er is hyperreactie als FEV1 meer dan 10% daalt na hyperventileren