3A2 week 8 HC 1 & 3 Perinatale pathologie Flashcards
Waarom ontstaat er respiratoire insufficiëntie bij vroeggeboorte?
Surfactant wordt pas geproduceerd vanaf 32 weken
- Nodig om longblaasjes open te houden
Wanneer is er sprake van vroeggeboorte?
Onder 37 weken
- Zeer vroeg < 32 weken
- Extreem vroeg < 28 weken
Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van neonatale sterfte?
Prematuriteit, groeivertraging, infectie, congenitale afwijkingen, asfyxie en placenta afwijkingen
Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van vroeggeboorte?
Infecties, vasculaire ziekten, stress, cervicale ziekte en deciduale senescence
Welke placenta pathologie komen het meest voor?
Insufficiëntie, terminale villus deficiëntie, PE, solutio, intra-uteriene infecties, chronisch histiocytaire intervillositis en navelstrengproblemen
Wat is de perinatale periode?
22 weken zwangerschap tot 23 dagen post partum
- Bij onbekend termijn: > 500 gr en/of > 25 cm kruin-hiellengte
Wat zijn kenmerken van de placenta?
- Maternaal cotelydonen, foetaal vliezen
- Zuurstofvoorziening door kleine afstand
Wat doet de patholoog?
- Perinatale audit (MDO)
- Onderzoek placenta
- Obductie foetus of neonaat
- Onderzoek weefsel voor behandeling
Welke afwijkingen zie je bij placenta deficiëntie?
- PE: infarcten, atherose spiraalateriën (klein lumen)
- Terminale villus deficiëntie: grotere afstand, geen vasculosynctiële membranen
- Compensatie: hypermature villi door versnelde rijping & niet fysiologische erytroblastose
Wat zijn kenmerken van chorio-amnionitis?
- Neutrofiele granulocyten
- Opstijgend: bacterieel uit geboortekanaal
- Hematogeen/transplantair: TORCHES
-> premature geboorten en PPROM
Wat zijn kenmerken van chronische histiocytaire intervillositis?
Histiocytaire ontsteking tussen de vlokken met aantasting
- Macrofagen verstoren gaswisseling
- 80% herhalingskans
-> IUGR, miskraam en IUVD
Wat zijn kenmerken van COVID 19 histiologie?
Fibrine, infarcten, histiocyten en necrose
- Macrofagen komen af op geinfecteerde perivilleuze trofoblasten
Welke problemen na de geboorte zijn geassocieerd met prematuriteit?
- Hyaliene membranen ziekte / respiratory distress syndroom
- Bronchopulmonale dysplasie
- Necrotiserende enterocolitis
- Retinopathie
- Germinale matrix en intraventriculaire hersenbloeding
Wat zijn kenmerken van het respiratoir distress syndroom?
- Door gebrek aan surfactant
- Eosinofiele hyaliene membranen in alveoli & fibrine
- 60% van neonaten < 28 weken
- Risicofactoren: sectio, diabetes, mannen, gemelli
Wat zijn complicaties en behandelingen van RDS?
Bronchopulmonale dysplasie en retinopathie van prematuriteit
-> corticosteroiden prenataal, surfactant inhalatie postnataal