3A2 week 11 HC 1 & 3 Embryologie en aandoeningen CZS Flashcards
Wat zijn kenmerken van congenitale aandoeningen van het CZS?
- Mentale retardie (1-2%), epilepsie, ADHD, dyslexie, schizofrenie
- Door omgeving (bv alcohol) of genetisch
Waaruit bestaat de ontwikkeling van het CZS?
- Vorming neurale buis (week 4)
- Neuro- en gliogenese (week 4-24)
- Neuronale migratie (vanaf week 8)
- Vorming verbindingen (tot lang na de geboorte)
Wanneer ontstaan de verschillende soorten CZS aandoeningen?
- Grove afwijkingen (mentale retardie, autisme, ADHD) ontstaan in kindertijd
- Schizofrenie, anxiety en verslaving vanaf volwassen leeftijd
- Parkinson, Huntington en alzheimer vanaf 40 jaar
Wat zijn kenmerken van neuralisatie?
Kromming neurale plaat tot neurale buis
-> notochord, vloerplaat en neurale lijst
- Uit het craniale brede deel ontstaan de hersenen, uit het smalle caudale deel het ruggenmerg
Wat zijn kenmerken van het centrale zenuwstelsel?
- Brein, ruggenmerg en retina
- Ontstaat uit neurale buis
- Oligodendrocyten in witte stof
- Geen axon regeneratie
Wat zijn kenmerken van het perifere zenuwstelsel?
- Perifere ganglia en zenuwen & plexus darmzenuwen
- Ontstaat uit neurale lijst
- Schwann cellen in witte stof
- Axon regeneratie
Wat zijn kenmerken van sluitingsdefecten tijdens de embryogenese?
- Incidentie 0,4-1/1000
- Preventie met foliumzuur
-> anencephalie, spina bifida, holoprocencephale
Hoe ziet de cranio-caudale patroonvorming van de neurale buis eruit?
- Week 4: prosencephalon, mesencephalon en rhombencephalon
- Week 6: telencephalon, diencephalon, mesencephalon, metencephalon en myencephalon
Wat ontstaat er uit het telecephalon?
Laterale ventrikel -> cortex en voorbrein
- Pallium (hersenschors) en subpallium (basale ganglia)
Wat ontstaat er uit het diencephalon?
3e ventrikel en optic vesicle -> hypothalamus en thalamus
Wat ontstaat er uit het mesencephalon?
Midden hersenen en cerebrale aqueduct
Wat ontstaat er uit het metencephalon?
4e ventrikel anterior -> pons en cerebellum
Wat ontstaat er uit het myencepahlon?
4e ventrikel posterior -> medulla oblongata
Hoe ziet de dorso-ventrale patroonvorming van het ruggenmerg eruit?
- Dakplaat (dorsaal)
- Dorsale plaat (alar): sensorisch (afferent)
- Mediaal: branchiomotor
- Ventrale plaat (basal): motorisch (efferent)
- Bodemplaat (ventraal)
Wat gebeurt er met de branchiomotorische kernen?
Liggen in rhombomeren en projecteren naar myotomen in de kieuwbogen
- Bv het cerebellum dat uit rhombomeer 1 ontstaat
Wat ontstaat er uit de verschillende kieuwbogen?
- Kb 1: kauwspieren, n.trigeminus (V) uit rhombomeer 2
- Kb 2: mimische spieren, n.facialis (VII) uit rhombomeer 4
- Kb 3: stylopharyngeus, n.glossopharyngeus (IX) uit rhombomeer 6
- Kb 4: pharynx en larynx spieren, n.vagus (X) uit rhombomeer 7
Hoe ontstaat anterior-posteriore patroonvorming?
Isthmic organizer creërt een gradiënt van signaalmoleculen -> expressie transcriptiefactoren
- Anterior: Wnt remmers uit het endoderm
- Posterior: Wnt uit paraxiaal mesoderm
- Ventraal: Shh uit notochord en bodemplaat
Wat is het gevolg van een defect in patroonvorming?
Holoprosencephalie
- Ernstig: cyclopia
- Mild: hypotelorisme, hazenlip
- 25% mutatie in Shh
Wat zijn kenmerken van neurogenese?
Celdeling aan binnenzijde van neurale buis gevolgd door migratie neuroblasten
- Symmetrisch: stamcellen
- Asymmetrisch: neurogenese
Wat zijn mogelijke gevolgen van verstoorde neurogenese?
- Microcephalie (1/1300-6000): 80% door omgeving, 20% genetische mutatie mitose
- Macrocephalie: mutatie in PTEN, vaak ook autisme
Welke typen migratie zijn er?
- Radiale migratie: corticale neuroblasten van binnen naar buiten
- Tangentiële migratie: inhiberende zenuwcellen uit subpallium langs oppervlakte naar cortex
Wat zijn kenmerken van lissencephalie?
Gladde hersenen
- Door defect van radiale migratie (bv LIS1-gen mutatie)
-> Spasme, epilepsie, mentale retardie, LWI
Wat zijn kenmerken van spina bifida?
- Incidentie 1/2000
- 60 tot 70% genetische component
- Primaire preventie met foliumzuur
Welke vormen van spina bifida aperta zijn er?
- Meningocele: hersenvlies
- Meningomyelocele: ruggenmerg en hersenvlies
Welke vormen van spina bifida occulta zijn er?
- Pathologisch filum terminale
- Intraspinaal lipoom
- Diastematomyelie
+ Cave tethered spinal cord
Welke vormen van craniale spina bifida zijn er?
- Cranioschisis: compleet open brein en ruggenmerg
- Anencephalie: open brein en schedel
- Encephalocele: herniatie meningen
Wat zijn gevolgen van een spina bifida?
Geen functie onder het niveau van het defect
- 85% waterhoofd, 50% rolstoelafhankelijk, laag IQ, 90% Chiara II, blaasfunctiestoornissen, scoliose
Waaruit bestaat het two hit model van spina bifida?
- Verstoorde aanleg tijdens embryogenese
- Verdere schade door blootliggende placode en neurotoxiciteit van het vruchtwater
Wat is de postnatale behandeling van een spina bifida?
Sluiten (dura, fascie en huid) en bedekken
- Stoppen liquorlek, voorkomen infectie en behoud van functie
Wat is de foetale therapie van een spina bifida?
Prenatale sluiting dmv laparotomie
- MOMS trial: betere uitkomsten kind, maar verhoogd risico op vroeggeboorte en obstretische complicaties