3.9-3.10-3.11 S'étouffer - le bandage/le pansement - se noyer Flashcards
stikken
s’étouffer
de verstikking
l’étouffement
bijna stikken
suffoquer
de obstructie van de luchtwegen
l’obstruction des voies respiratoires/aériennes
het vrijmaken van de luchtwegen
la libération des voies respiratoires
een krachtige slag
une claque vigoreuse
slagen op de rug van het slachtoffer geven
donner des tapes (f.) / de claques (f.) dans le dos de la victime
met vlakke, open hand
avec le plat de la main ouverte
de slagen lokken een hoestbeweging uit
les claques provoquent un mouvement de toux
Heimlichmanoeuvre
le manOEuvre de Heimlich
de baby wijdbeens op de onderarm zetten
mettre le bébé à califourchon sur l’avant-bras
het verband
le bandage / le pansement
een propere doek
un linge propre
een drukverband aanleggen
mettre un pansement compressif
het steriel kompres
la compresse stérile
antiseptisch
antiseptique
het kompres uit zijn verpakking halen
sortir la compresse de son emballage
het gaaskompres
la compresse de gaze
het kleefverband/pleisterverband
le pansement adhésif
het knevelverband
le garrot
de nekkraag
le collier cervical/la minerve
de pleister
le sparadrap
de spalk
l’atelle
het gips
le plâtre
verdrinken
se noyer
de verdrinking
la noyade
iemand verdrinken
noyer quelqu’un
de luide, lawaaierige ademhaling
la respiration bruyante
baden, zwemmen
se baigner
het baden, het zwemmen
la baignade
in het water springen
se jeter à l’eau
de onderkoeling
l’hypothermie (f.)
het slachtoffer uit het water halen
sortir la victime de l’eau
het slachtoffer afdrogen
sécher la victime
het slachtoffer opwarmen
réchauffer la victime
de spierkramp
la crampe musculaire
water inademen
inhaler de l’eau
het water uit zijn longen opgeven, uitspuwen
cracher l’eau de ses poumons (m.)
de watertemperatuur
la température de l’eau
de onervaren zwemmer
le nageur inexpérimenté
de uitgeputte zwemmer
le nageur épuisé
de duur van onderdompeling
la durée de l’immersion
de huid is bleek
la peau est pâle
de huid is blauwachtig
la peau est bleuâtre