3.9-3.10-3.11 S'étouffer - le bandage/le pansement - se noyer Flashcards
stikken
s’étouffer
de verstikking
l’étouffement
bijna stikken
suffoquer
de obstructie van de luchtwegen
l’obstruction des voies respiratoires/aériennes
het vrijmaken van de luchtwegen
la libération des voies respiratoires
een krachtige slag
une claque vigoreuse
slagen op de rug van het slachtoffer geven
donner des tapes (f.) / de claques (f.) dans le dos de la victime
met vlakke, open hand
avec le plat de la main ouverte
de slagen lokken een hoestbeweging uit
les claques provoquent un mouvement de toux
Heimlichmanoeuvre
le manOEuvre de Heimlich
de baby wijdbeens op de onderarm zetten
mettre le bébé à califourchon sur l’avant-bras
het verband
le bandage / le pansement
een propere doek
un linge propre
een drukverband aanleggen
mettre un pansement compressif
het steriel kompres
la compresse stérile
antiseptisch
antiseptique
het kompres uit zijn verpakking halen
sortir la compresse de son emballage