3.2-3.3-3.4 Inconsiente - le saignement - le traumatisme des os, des articulations Flashcards
bewusteloos
inconscient(e)
de bewustloosheid
l’inconscience (f.)
het bewustzijn verliezen
perdre connaissance
kort/lang bewustzijnsverlies
la perte de connaissance brève/prolongée
weer bij bewustzijn komen
reprendre connaissance / revenir à soi
in coma liggen
être dans le coma
in coma raken
tomber dans le coma
uit een coma bijkomen
sortir du coma
de bloeding
le saignement
de hevige bloeding
le saignement abondant/l’hémorrhagie abondante
de bloeding stelpen
ârreter le saignement/l’hémorragie
bloeden
saigner
de wonde bloedt hevig
la plaie saigne fort/abondamment
het bloedverlies
la perte de sang
bloed verliezen
perdre du sang
de neusbloeding
le saignement du nez/l’hémorragie nasale
zijn neus bloedt
il saigne du nez
doen snuiten
faire moucher
de twee neusgaten toeduwen
comprimer les deux narines
door de mond ademen
respirer par la bouche
licht naar voor gebogen
légèrement penché(e) en avant
het gekwetste lichaamsdeel hoger leggen
surélever le membre blessé
het botletsel
le traumatisme des os
het gewrichtsletsel
le traumatisme des articulations
de blauwe plek
le bleu
de bloeduitstorting
l’hématome (m.)
de breuk
la fracture
de open breuk
la fracture ouverte
zijn been breken
se casser la jambe
de buil
la bosse
de hersenschudding
la commotion cérébrale
de ledematen
les membres (supérieurs/inférieurs)
het lidmaat vastzetten
caler le membre
de ontwrichting
la luxation
het scheuren
la déchirure (des ligaments)
de schok/shock
le choc
rugtrauma
le traumatisme du dos
het nektrauma
le traumatisme de la nuque
het schedeltrauma
le traumatisme crânien
het gewricht is uit de kom
l’articulation a été déboîtée
het uitrekken
l’étirement (des ligaments) / le froissement
de val
la chute
vallen
tomber / faire une chute
van de trap vallen
tomber/glisser dans les escaliers
van de glijbaan vallen
tomber du tobbogan
van zijn fiets vallen
tomber de sa bicyclette
het verstijven
l’engourdissement (m.)
de verstuiking
l’entorse (f.)
de vervorming/misvorming
la déformation
zicht verwonden tijdens het sporten
se blesser en faire/pratiquant le sport
zwellen, opzwellen
enfler/gonfler
de zwelling
le gonflement / l’enflure (f.)
