3.17 Le coup de soleil Flashcards
de zonneslag
le coup de soleil
de hitteslag
le coup de chaleur
de huid afkoelen
rafraîchir/refroidir la peau
zicht blootstellen aan de zon
s’exposer au soleil
regelmatig drinken
boire régulièrement
brengen van drank
l’apport (m.) de boissons (f.)
het slachtoffer te drinken geven
donner à boire à la victime
de droogte van de huid
la sécheresse de la peau
de hittegolf
la vague de chaleur/ la canicule
de hyperthermie
l’hyperthermie (f.)
de hoge koorts
la fièvre élevée
de huidplooimeter
la pince à plis cutanés
een intense inspanning
un effort intense
een lange inspanning
un effort prolongé
de kalmerende lotion
la lotion apaisante/calmante
aangepaste kleren
les vêtements (m.) adaptés
in katoen
en coton (m.)
met bleke kleuren
de couleurs claires (f.)
oververhitting van het lichaam
la surcauffe du corps
een pet dragen
porter une casquette
een parasol gebruiken
utiliser un parasol
de uitdroging
la déshydratation
het risico op uitdroging
le risque de déshydratation
de sportwedstrijd
l’épreuve sportive (f.)
uitrusten in de schaduw
se reposer à l’ombre
vochtige handdoeken op het lichaam leggen
mettre des serviettes humides sur le corps
een vochtig laken
un drap humide
in volle zon
en plein soleil
de zonnecrème
la crème solaire
de beschermingsfactor
l’indice (m.) de protection
de zonnige dag
le jour ensoleillé/ la journée ensoleillée
rode, warme en droge huid
la peau rouge, chaude et sèche
de huid is haar elasticiteit kwijt
la peau a perdu son élasticité
