3.8 Nierstenen Flashcards
Wat zijn de symptomen van urolithiasis?
- Niersteen: Flankpijn
- Uretersteen: Koliekpijn
- Blaassteen: Strangurie (pijnlijke aandrang tijdens het plassen)
Soms asymptomatisch
Wat is koliekpijn?
- Heftige pijn
- Aanvalsgewijs (Minuten-uren)
- Misselijkheid
- Bewegingsdrang (Kruipen, rollen)
- Acute enkelzijdig flankpijn
- Flank naar lies (Uretersteen): Spms zelfs uitstralen naar de geslachtsdelen
- Geen peritoneale prikkeling (Uretersteen)
Wat is de lokalisatie van de koliek?
Meestal hele regio (‘vaag’)
Niet altijd op basis van de pathologie
Uretersteenkoliek:
- Soms lies
- Scrotum
- Labia of glans penis
- Soms mictiedrang
Ernst van de niersteenkoliekpijn variabel: Weinig klachten-helse pijn
Ernst van de pijn staat niet gelijk aan de ernst van de aandoening
Wat is de epidemiologie van een urolithiasis (niersteen)?
- 5-10% van de bevolking
- 30-50 jaar maximale incidentie
- Mannen 2x vaker dan vrouwen (‘DIkke blanke mannen’)
- Neemt toe met welvaart
- 25% positieve familie anamnese
- Recidief kans 50% binnen 10 jaar
- 25% steen noodzaak medisch ingrijpen (Want meeste mensen lozen spontaan)
Wat zijn de risicogroepen voor steenvorming (10%)?
- Kinderen (Meestal door vur, upj, neurogene blaas of andere mictiestoornissen. Kan ook door anatomische afwijkingen)
- Familiaire steenvormers
- Brushite-, urinezuur-, en infectiesteen
- Mononier
- Ziektes geassocieerd met nierstenen (Hyperparathyreoïdie, darmziekten, sarcoïdose, jicht)
- Genetisch bepaalde steenvorming (Cystinuie, Cystic fibrose)
- Medicatie stenen
- Anatomische afwijkingen (stase urine!)
Wat zijn steen gerelateerde ziektes?
- Hyperparathyreoïdie
- Metabool syndroom
- Nefrocalcinose
- Polycysteuze nierziekte (PKD)
- Gastrointestinale ziekte: Jejuno-ileale bypass, darmresectie, M. Crohn, malabsorptie, enterale hyperoxalurie, bariatische chirurgie
- Hoge Vitamine D
- Sarcoïdose
- Dwarslaesie, neurogenese blaas
- Urinedeviatie of blaasaugmentatie
- Jicht
- Hypercalciurie door verhoogde calcium opname in de darm, verminderde terugresorptie door nier of verhoogde resorptie uit botten
Wat zijn anatomische malformaties?
- Medullaire spons nieren (Tubuliare ectasie)
- UPJ stenose (van nierbekken naar urine vernauwd)
- Calix divertikel
- Ureter structuur
- VUR-reflex
- Hoefijzernier
- Ureterocele (afwijking urineleider)
Er kan ook een verhoogd risico op stenen hebben door eigen levensstijl van patiënten. Hoe kan dit?
Vocht intake: Te weinig drinken, te veel transpireren
Hoge urine oxalaat: Eigen aanmaak, veel in dieet (thee, spinazie, rabarber, chocola), weinig calcium intake (vangt oxalaat weg in de darm en blijft niet hangen in bloed)
Hoog urine calcium: Hypercalciemie, gestoorde terugresorptie nier, hoge inname, veel zout, veel dierlijk vet
Laag urine cirtaat: Zuurbelasting van de nier door teveel eiwit, weinig groente en vruchten
Laag Magnesium: Meer kristallisatie in de urine
Lage urine pH: Insulineresistense aanzuringsstoornis in de nier
Hoge urine pH: Purine uit vlees, vis en schelpdieren (via afbraak), alcohol en fructose (Via opbouw)
Wat is Randall’s plaque en supersaturatie?
- Apatiet neerslag in de lis van Henle
- Uitbreiding in interstitium
- Urotheel erodeert en steenmatrix in contact met urine
CaOx in urine bedekt matrix
Urine supersaturatie geeft kristalvorming (!)
Wat is de samenstelling van een steen en welke soorten zijn er?
80% calcium (calciumoxalaat, calciumfosfaat)
11% struviet (Infectiesteen)
3% urinezuur
1% cystine
Overig (genetisch-, medicatie)
Wheweliet, brushiet, cystine: Hard
Struviet en urinezuur: zacht
Urinezuur, cystine en struviet: Radiolucent
Harde steen, hoge HU (>1000), zachte steen lage HU (<500)
Infectiesteen urine pH >8
Urinezuursteen urine pH <6
Wat is de standaard dieet advies voor patiënten met een steen?
- 2.5-3 l/d vocht intake verspreid over de dag, pH neutrale dranken, diurese 2-2.5 L/d
- Groenten en vezels, normale calcium intake: Beperkt zout-, dierlijk eiwit- en vitaminesuppletie inname
- BMI normaliseren, dagelijks activiteit, meer drinken bij vochtverlies
- Alleen hoogrisico steenvormers: Metabole analyse
- Vermijd voedingsmiddelen met hoog oxalaat (Spinazie, rabarber, zwarte thee, pure chocola)
- Vermijd overmatige inname dierlijke eiwitten (Geeft zuurbelasting en hoger urine calcium en lager urine citraat)
- Vermijd overmatige inname zout (Veel zout geeft hoger urine calcium)
- Voldoende fruit en groente (Vormen alkali belasting, verlagen urine calcium en verhogen urine citraat)
Hoe gaat metafylaxe bij CaOx steen (voorkomen van stenen)?
Verschilt per afwijking
Bijvoorbeeld:
- Hyperparathyreoïdie: Uitsluiten door serum iPTH, zo ja -> Chirurgie
- Hypercalciurie: Thiazide (25 mg 1dd) (Eventueel + Kcit 10 gr/dag)
- Hyperoxalurie: Oxaal restrictie (weinig bewijs), pyridoxine
- Enterale hyperoxalurie: Kcit, calcium suppletie, weinig vet en oxaal (Weinig bewijs)
- Hypocitraturie: Kcit of NaBic 1,5 gr 3dd
- Hyperuricosurie: Kcit/NaBic, allopurinol 100 mg/d
- Hoog Natrium: Zout restrictie
- Lage vloeistof intake: Meer drinken
- Hoog ureum: Minder dierlijke eiwitten
Wat is een infectiesteen en hoe ontstaat het?
- Urease producerende bacterie (Proteus, Klebsiella, Pseudomonas)
- Urease breekt ureum af tot ammonium en hydroxide (Hoge pH >8)
- Samen met magnesium en fosfaat urine slaat ammonium neer
Vaak bij stase van urine door bijvoorbeeld anatomische afwijking
Wat is metafylaxe bij CaPh steen?
Carbonaat/apatiet steen: Hypercalciurie
- HPT uitsluiten
- Urine pH > 6.5-6.8: RTA uitsluiten en UWI uitsluiten
- HCT
Brushiet steen:
- HPT uitsluiten
- RTA uitsluiten
- HCT
Welke soort stenen zijn er?
CaOxMonohydraat, calciumwaterstoffosfaat (brushiet) en
Cysteine: Hard
Infectiesteen en urinevuursteen: Zacht
Urinevuursteen oplosbaar (Urine alkaliniseren: pH >7,5): Radiolucent