2.7 Schildkliermodus: Kanker of geen Kanker Flashcards
Wat is de DD van een schildkliernodus?
Niet-functioneel (98%)
- Adenoom
- Cyste
- Dominante nodus in multinodulair struma
- Overige (Inflammatoir)
- Carcinoom (Carcinoom, lymfoom, metastase ~5%)
Functioneel (2%): Zorgt voor meer schildklierhormoon
- Autonome (‘hete’) nodus
Wat is de anamnese bij schildkliernodus?
- Familie (Schildklierkanker?)
- Bestraling van de hals
- Heesheid (tumor kan de n. recurrens beschadigen wat de stembanden innerveert)
- Thyreotoxische symptomen
Wat is de LO bij een schildkliernodus?
- Schildklier: Diffuus vergroot vs. solitaire nodus vs. MNS
- Fixatie (!)
- Lymfeklieren: aan/afwezig (!)
Welk onderzoek wordt er gedaan bij een schildkliernodus?
TSH prikken. Als dit laag is wordt er aanvullend onderzoek naar de oorzaak gedaan
Als het normaal is wordt er een echo gemaakt
Aanvullend onderzoek
- TSH-R Ab’s
Als dit ook negatief is wordt er een I 123-scintigrafie gemaakt
Wanneer wordt er een Fine Needle Aspiration (FNA) gedaan?
Als de nodulus > 1 cm (tenzij volstrekt cysteus)
Met naald in nodulus om cellen op te zuigen
Wat is de FNA Bethesda classificatie?
I: Niet diagnostisch -> Herhaal FNA (1-4%)
II: Benigne -> Klinische follow-up (0-3%)
III: Atypie of Folliculaire laesie van onzekere betekenis -> Herhaal FNA (5-15%)
IV: Folliculaire neoplasie -> Diagnostische hemithyreoïdectomie (15-30%)
V: Verdacht voor maligniteit -> Diagnostische Hemithyreoïdectomie (60-75%)
VI: Maligniteit -> Totale thyreoïdectomie (97-99%)
Welke typen maligniteiten in de schildklier zijn er?
Gedifferentieerd (Goed gedifferentieerd, rustig biologisch gedrag, niet agressief, goed te behandelen):
- Papillair carcinoom (70%)
- Folliculair carcinoom (15%)
Medullair carcinoom (5-10%) -> Zit tussen goed en slecht gedrag
Anaplastisch carcinoom (5%) -> Alleragressiefste vorm van kanker
Lymfoom (<1%)
Metastase (andere maligniteit) (<1%)
Wat is de behandeling van een schildkliercarcinoom (PTC/FTC)?
CHI
- Totale thyreoïdectomie/Halsklierdissectie
NuGe
- Radioactief jodium (I-131) ablatie
- Recombinant TSH
- Onttrekken (Hypothyreoot)
ENDO
- TSH suppressie (thyroxine)
TSH initieel < 0,1 mu/L
Behandeling van een autonome hete nodus is I-131
Hoe kan de behandeling voor schildkliercarcinoom worden geëvalueerd?
Afbeeldend onderzoek
- Echo-hals
Biochemisch:
- Tg tijdens thyroxine behandeling (als Patiënt goed is behandeld en niks aan de hand is hoort er geen Tg te zijn)
Dynamische risico stratificatie (DRS):
- Na 1 jaar: recombinant TSH (thyrogeen)
Tg < 0,9 ng/mL laag risico -> TSH 0,5 - 2 mU/L
Tg > 0,9 ng/mL hoog risico -> TSH < 0.1 mU/L
Wat is de behandeling als schildkliercarcinoom is gemetastaseerd?
Lymfogeen:
- Resectie en radioactief jodium
Afstand:
- Radioactief jodium
Jodium refractair:
- (Resectie, lokale therapie)
- Radiotherapie
- Systemisch (Tyrosinekinaseremmers)
Wat zijn de kenmerken van schildkliercarcinoom MTC?
Ontstaat uit parafolliculaire C-cellen
- Sporadische tumoren
- Familiale tumoren -> 2 autosomaal dominante tumorsyndromen
- Hematogene en lymfogene metastatering
Tumormarker (Kan ook worden gebruikt voor follow-up):
- Calcitonine (Differentiatie)
- Carcinoembyonaal Antigen (CEA) (De-differentiatie)
Wat zijn de tumorsyndromen van schildkliercarcinoom MTC?
MEN 2a syndroom:
- Medullair schildkliercarcinoom
- (Dubbelzijdig) Feochromocytoom
- Hyperparathyreoïdie obv multiple gland disease
MEN 2b syndroom:
- Medullair schildkliercarcinoom
- (Dubbelzijdig) Feochromocytoom
- Marfanoïde habitus
- Mucocutane neurinomen
Wat is de diagnose en stagering van schildkliercarcinoom MTC?
- Klachten (Mechanisch, diarree)
- Echo en FNA
Biochemie:
- Calcitonine (& CEA)
(- normetanefrines, calcium)
- Genetisch MEN2 diagnostiek
- Echo
Wat is de behandeling van schildkliercarcinoom MTC?
Lokale ziekte
- Totale thyreoïdectomie + Centrale halsklierdissectie
Uitgebreide ziekte (en/of afstandsmetastasen)
- Chirurgie voor debulking
- Lokale therapie
- TKI (Tyrosine Kinase Inhibitors)
(- PRRT)
Geen radioactief jodium (C-cellen zijn parafolliculair dus nemen geen jodium op)
Wat zijn de 2 TKI’s?
Vandetanib
Cabozantinib