3.2 Adaptieve immuunrespons Flashcards
Hoe ziet de immuunrespons in de eerste week eruit?
- Dag 2: Cytokine productie (IFN-alfa, IFN-bèta, TNF-alfa, IL-12)
- Dag 6: NK-cel killing geïnfecteerde cellen
- Dag 7-8: T-cel killing geïnfecteerde cellen
Wat gebeurt er in de lymfeklier met T-cellen?
Ontmoeting met DC’s:
- Transiënte interacties (<10 min) en stabiele interacties (Enkele uren)
- Ontmoet >500 T-cellen/uur
- Interactie is ongeveer 3-5 minuten
Lymfeklieren zijn cruciale ‘meeting points’. Ze bevatten 6000 naïeve CD4+ T-cellen met een specifieke TcR
Welke processen ondergaat de T-cel en door welke stimulatoren?
1) Activatie: MHC I/II -> CD40-CD40L
2) Survival: CD80/8 -> CD28
3) Differentiatie: Cytokines
Type en status van de APC is bepalend voor de T-cel differentiatie
Hoe ontstaat de immunologische synaps?
ICAM1-LFA binding versterkt binding tussen APC en lymfocyt en versterkt TcR-signaal
Wat gebeurt er als de T-cel activatie onvolledig is?
- Alleen signaal 1: Apoptose of anergie (Tolerantie)
- Alleen signaal 1+2: Ongedifferentieerde cellen (Alleen proliferatie)
Wat zijn de functies van onrijpe en geactiveerde DC’s?
- Onrijp: Endocytose, opp. MHC II, costimulatie (CD80/86)-> Tolerantie
- Geactiveerd: Opp. MHC-II en co-stimulatie, endocytose -> Immuniteit
Hoe wordt T-cel activatie gereguleerd?
CD80/86 -> CTLA of PD1 - PDL1
Pathogeen zorgt voor een PRR
Omgeving (Celtypen) zorgen voor Cytokinen
Door welke cytokines worden effecter Th-cellen gestimuleerd?
- TFG-bèta
- IL-6
- IL-12
- IFN-y
- IL-4
Door welke cytokines worden regulatoire T-cellen gestimuleerd?
- TGF-bèta
- IL-10
Hoe stimuleren de verschillende micro-organismen Th-cellen?
- Bacteriën en virussen: IFN-y -> Th1
- Helminth: IL-4 (Eosinofielen) -> Th2
- Bacteriën en fungi: IL-1, IL-6 en IL-23 -> Th17
- Bacteriën en parasieten: IL-10 en TGF-b -> Treg
Welke adaptieve cellen zijn er?
- NK cellen: CD1 voor herkenning lipiden
- yd T-cellen & B1 B-cellen
- ab T-cellen & B2 B-cellen
Wat zijn de kenmerken van innate lymfoïde cellen?
Lymfocyten zonder herschikte receptor:
- Snelle respons: Cytokine productie
Wat zijn de functies van innate lymfoïde cellen?
- Organogenese
- Tissue remodelling
- Antimicrobiële immuniteit
- Regulatie ontsteking
- Metabolisme
Welke groepen innate lymfoïde cellen zijn er?
- ILC1: Productie IFN-y en TNF (Th1)
- ILC2: Productie IL-4, IL-5 en IL-13 (Th2)
- ILC3: Productie IL-17 en IL-22 (Th17 en Th22)
Hoe bepaalt het cytokine milieu de adaptieve afweer?
Ig subklasse switch:
- IFN-y: IgG
- IL-10 en TGF-b: IgA
- IL-4 en IL-13: IgE
Wat zijn de functies van de onderdelen van antistoffen (Het Immuuneffector mechanismen)?
- Fab: Neutralisatie (Agglutinatie)
- Fc: Complement activatie, opsonisatie (Fagocytose), sensitisatie van mestcellen, NK cellen/ en fagocyten
Welke route leggen B-cellen af?
Recirculeren tussen bloed -> lymfeklier -> lymfe
Wat gebeurt er met B-cellen in het follikel?
- Follikel: Activatie -> Deling -> Plasmablasten -> Kortlevende plasmacel (merg LK) -> Antistof productie
- Follikelcentrum: Vorming geheugencellen -> Efferente lymfe -> Recirculatie -> Langlevende plasmacel -> Beenmerg
Wat gebeurt er met T-cellen in het lichaam?
- Naïve T-cel: Recirculatie bloed en lymfe
- Effector T-cel: Migratie naar weefsel
- Geheugen T-cel: Recirculatie bloed en lymfe
Welke chemokine zorgt voor emigratie?
Spingosine-1-P:
- Hoge concentratie in bloed en lymfe, lage concentratie in weefsels en lymfeklieren
Hoe kunnen S1P farmacologisch worden gebruikt?
Tegen auto-immuunrespons: Internalisatie en afbraak S1P-R, hierdoor ongevoelig voor emigratie. Hierdoor is er een ophoping in de lymfeklier (Lymfopenie) waardoor T-cellen in lymfeklier blijven en er geen migratie is naar locatie van (auto-)immuunrespons
Wat gebeurt er met de effector T-cellen als de infectie is geklaard?
- Apoptose
- Vorming residente geheugen T-cel
Hoe kunnen lymfocyten migreren?
Bij endotheel van HEV in lymfeklier:
- Afremmen
- Rollen (Selectines)
- Hechten (Intergrines)
- Transmigratie (CD31)
Hoe zorgen high endothelial venules voor adhesie?
- Meer cytoplasma -> wervelingen die voor vertraging zorgen
- Hoge expressie adhesie moleculen (ICAM)
- Groot contactoppervlak
Wat is er mis bij LAD?
Leukocyten adhesie deficiëntie door defect in B2-intergrinen
Hoe verloopt het criss-cross activatie in antigeenpresentatie?
- Signaal 1: Ag (Activatie)
- Signaal 2: Co-stimulatie (IL-2 survival proliferatie)
- Signaal 3: Differentiatie
Uiteindelijk ontstaat er een geactiveerde APC of geactiveerde Th-cel