2.2 Diversiteit van antigeenreceptoren & 2.6 Antigeenherkenning door T-cellen Flashcards
Waaruit bestaat de T-cel receptor?
- 2 constante ketens (a en b of g en d)
- 1 bindingsplaats
Hoe verloopt VDJ recombinatie?
Eerst DJ, daarna VDJ:
- d, y, b, a
Waar liggen de genen voor de verschillende ketens van T-cel receptoren?
- A en D: Chromosoom 14 (IGH-gencomplex ook)
- B: Chromosoom 7
- Y: Chromosoom 7
IGK-gencomplex ligt op chromosoom 2, IGL-gencomplex ligt op chromosoom 22
Uit welke stappen bestaat VDJ recombinatie en met welke enzymen?
- DNA cleavage: RAG1/RAG2 binden aan RSS
- Hairpin cleavage: DNA-PKcs, Ku70/80 en artemis
- Ligase: DNA ligase IV en XRCC4
Wat ontstaat er door DNA cleavage?
Signal joint en coding joint
Hoe zien recombinatie signaal sequenties eruit?
- Heptameer
- 12 of 23 nt spacer
- Nonameer
12-23 regel: Recombinatie tussen RSS met spacer van 12 nt en RSS met spacer van 23 nt
Waardoor wordt de diversiteit vergroot?
- VDJ recombinatie (5 x 10^6)
- Junction diversiteit (>10^12)
- Isotype diversiteit
Hoe verloopt de T-cel ontwikkeling?
- Prothymocyt -> Thymocyt -> T-cel
- DN -> DP -> SP
Hoe werkt flowcytometrie?
1) Celsuspensie met markes antistof
2) Cellen langs laser
3) Detectie uitgezonden licht (Data processing)
4) Data analyse (Grootte en complexiteit)
Forward scatter (FSC): Afhankelijk van celgrootte
Side scatter (SSC): Afhankelijk van interne structuur (Oppervlakte van de kern, granulen)
Elke dot is een ‘event’/cel bij de laser
Uit welke lagen bestaat de thymus en welke cellen zitten daar?
- Corticomedullaire junction: DN (Dubbel negatief, CD4- en CD8-)
- Cortex: Onrijp DP (Dubbel positief, CD4+ en CD8+)
- Medulla: Rijp SP (‘Single’ positief, CD4+ of CD8+)
Welke voorloper T-cellen zijn er?
- DN1: CD34 positief
- DN2: CD34 en CD1a positief
- DN3/4: Pre Ta positief
- DN: TCRyd positief
- ISP: CD4 en preTa positief
- DP: CD4 en CD8 positief
Hoe ziet de pre B-cel receptor eruit?
- Zware keten (IgH, IgK, IgL)
- Surogaat Lichte Keten (SLC)
Hoe ziet de pre T-cel receptor eruit?
Pre Ta en normale B-keten
Welke voorloper B-cellen zijn er tijdens antigeen onafhankelijke differentiatie?
Pro B -> Pre B-I -> Pre B-II groot -> Pre-II klein -> Immature B-cel
Wat is SCID?
Severe Combined Immunodeficiëntie:
- Blokkade in T- en B-cel ontwikkeling
Door hielprik screening kan dit al vroeg worden gedetecteerd
Wat is een TREC?
T-cel receptor excisiecirkel
Wat zijn de kenmerken van Signal Joints (4)?
- Bijproduct V(D)J recombinatie
- Uniek voor elke V-J combinatie
- Extra-chromosomaal, circulair
- Stabiel, maar geen replicatie (Uitverdunning na celdeling)
Welke chemokinen zorgen voor ontwikkeling van T-cellen?
- CCR7
- CD69
- CD24
Welke processen spelen een rol bij T-cel differentiatie?
- Maturatie
- Proliferatie
- Apoptose
Welke T-cel receptor selectie vindt er plaats en waar?
- Positief in de cortex
- Negatief in de medulla
Wat is een positieve selectie?
Selectie op goede affiniteit lichaamseigen HLA (MHC-Ag) gepresenteerd door corticale thymus epitheelcel
Wat is een negatieve selectie?
Selectie tegen TCR met te hoge affiniteit voor lichaamseigen peptide in HLA -> Apoptose. Gepresenteerd door medullaire TECs en DC’s
Expressie van weefselspecifieke antigenen door AIRE. Negatieve selectie leidt tot tolerantie
Wat is AIRE?
Autoimmuno Regulator: Zorgt voor expressie weefselspecifieke antigenen in de thymus
Defect in AIRE zorgt voor een Auto-immuun polyglandulair syndroom (APOCED)
Waaruit bestaat de perifere tolerantie?
- Klonale deviatie tot regulatoire T-cel
- Apoptose
- Suppressie
- Anergie
Tot welke T-cellen kunnen pre T-cellen zich differentiëren?
Geheugencellen of effectorcellen
Wat zijn de kenmerken van de TFH-cel?
- Differentiatie van B-lymfocyten
- Activatie door IL6 en IL21
- Produceert IL21 en L17
Wat zijn kenmerken van de Th1 cel (5)?
- Macrofaagactivatie, regulatie humorale immuniteit en celgemedieerde immuniteit
- Hebben invloed op macrofagen, NK-cellen, CD8+ T-cellen en B-cellen -> IgG3
- Activatie door IL12 en IFN-y
- Produceert IFN-y, TNF-a en IL2
- Te veel leidt tot inflammatie
Wat zijn de kenmerken van de Treg cel (5)?
- Activatie door TGF-b
- Produceert IL10 en TGF-b
- Zorgt voor onderdrukken van de functie van andere (non-)T-cellen
- Hebben invloed op neutrofiele granulocyten en epitheelcellen
- Afwezigheid leidt tot auto-immuniteit
Wat zijn de kenmerken van de Th2-cel (5)?
- Regulatie van humorale immuniteit, allergenen en op wormen
- Hebben invloed eosinofiele granulocyten, B-cellen -> IgE, IgG4
- Activatie door IL4
- Produceert IL4, IL5 en IL13
- Te veel leidt tot allergie
Wat zijn de kenmerken van de Th17-cel (5)?
- Regulatie van ontsteking (pro-inflammatoir) en heeft respons op schimmels en extracellulaire bacteriën
- Activatie door IL6 en TGF-b
- Heeft invloed op neutrofiele granulocyten en epitheelcellen
- Produceert IL17, IL22 en TNFa
- Te veel leidt tot inflammatie en auto-immuniteit
Welke prikkels zijn nodig voor T-cel activatie?
- MHC-Ag
- CD80/CD86 - CD28
Hoe kan de T-cel geremd worden?
- CD80/86-CTLA4 (Ipilimumab)
- PDL1/L2-PD1 (Nivolumab)
Wat zijn de kenmerken van TCRyd+ T-cellen?
- Herkenning van antigeen zonder klassiek MHC
- Snelle effector respons
- Tussen adaptief en innate in
Welke TCRyd T-cellen zijn er?
- Vd2 cellen in bloed: Herkenning fosfo-antigenen van micro-organismen of dode cellen. En produceren inflammatoire cytokinen
- Vd1 cellen in weefsels: Herkenning stress-geïnduceerde MHC-achtige moleculen
Wat is thymic cross talk?
De interactie tussen stromale cellen in de thymus en ontwikkelde T-cellen
Wat is het gevolg van een mutatie in het AIRE gen?
Auto Immuun Polyendocrinopathie Syndroom (APS):
- Hypothyreoïdie
- Candidiasis
- Bijnierinsufficiëntie
Wat is de volgorde in recombinatie van IG/TCR genen tijdens differentiatie?
- IGH -> IGK -> IGL
- TCRD -> TCRG -> TCRB -> TCRA
Welke 2 typen van diversiteit is er en welke 2 markers definiëren thymusstadia?
2 typen:
- Combinatiediversiteit
- Junction diversiteit
2 markers:
- CD4
- CD8
Wat is een ezelsbruggetje voor de MHC en CD koppeling?
MHC 1 samen met CD8 (18=8)
MHC 2 samen met CD4 (24=8)
Hoe verloopt de differentiatie van Naïeve tot effector cellen?
- Naïef -> Nog geen contact gehad met antigeen (Ag)
- Effector (Geheugen) (RA-) -> Snellere respons bij nieuw Ag contact
- Effector (RA+) -> Raken uitgeput bij chronische Ag stimulatie