2B2 week 5 HC 1 & 4 Gewrichtsklachten en reumatoïde artritis Flashcards

1
Q

Welke vormen van artritis zijn er?

A
  • Reumatoïde artritis
  • Bacteriële artritis
  • (Pseudo)jicht
  • Reactieve artritis
  • Systeemziekten
  • Tuberculose
  • Spondylatropathieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat vraag je uit bij gewrichtsklachten?

A
  • Ochtendstijfheid (> 1 uur)
  • Minder pijn bij bewegen
  • Nachtelijke pijn
  • Tekenen van ontsteking
  • Gewichtsverlies en algehele malaise
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van inflammatoire gewrichtsklachten?

A
  • Snachts meeste pijn
  • Actieve en passieve bewegingsbeperking
  • Zwelling (niet benig)
  • Soms rood
  • Meer dan 1 uur ochtendstijfheid
  • Afname pijn bij beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe maak je onderscheid tussen articulaire of peri-articulaire gewrichtsklachten?

A

Isometrische test
- Weerstand geven zonder beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van articulaire gewrichtsklachten?

A
  • Zwelling/pijn beperkt tot gewrichtskapsel gebied
  • Bewegingen beperkt in alle richtingen
  • Actief en passief beperkt
  • Pijnlijk, vooral in strekstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van peri-articulaire gewrichtsklachten?

A
  • Vaak groter gebied, verloop pees/bursa/spier
  • Vaak alleen pijn in bepaalde bewegingsrichting
  • Alleen actief beperkt
  • Positieve isometrische test
  • Bij bursitis meeste pijn in buigstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kun je acute artritis diagnosticeren?

A

Gewichtspunctie
- Rood, warm en gezwollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kun je chronische artritis diagnosticeren?

A

Symptomencomplex, laboratorium, röntgen en beloop (>6 weken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kun je artritis indelen op basis van het aantal aangedane gewrichten?

A
  • Mono articulair: 1 gewricht
  • Oligo articulair: 2-5 gewrichten
  • Poly articulair: > 5 gewrichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn voorbeelden van mono articulaire gewrichtsklachten?

A

Septische artritis, pseudojicht en jicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn voorbeelden van oligo articulaire gewrichtsklachten?

A
  • Acuut: gonococcen, pseudojicht, palindroom reuma
  • Chronisch: SpA, SLE, sarcoidosis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorbeelden van polyarticulaire gewrichtskalchten?

A
  • Acuut: reactieve artritis
  • Chronisch: RA, bij IBD of systeemziekten, artrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke andere klachten vraag je uit bij gewrichtsklachten?

A
  • Auto immuun fenomenen
  • Huidafwijkingen
  • Oogafwijkingen
  • Voorafgaande ziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke laboratoriumdiagnostiek zet je in bij gewrichtsklachten?

A
  • BSE en CRP
  • Anemie, trombocytopenie
  • IgM RF
  • ANF
  • Anti CCP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar let je op bij röntgenonderzoek?

A
  • Periarticulaire ontkalking (RA)
  • Gewrichtsspleetversmalling (RA of OA)
  • Erosies (RA)
  • Sclerose (OA)
  • Osteofytvorming (OA)
  • Ossale jichttophi (jicht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de piekincidentie van reumatoïde artritis?

A
  • Vrouwen: 50-60 jaar (3x vaker)
  • Mannen: > 70 jaar
17
Q

Wat zijn kenmerken van de aangedane gewrichten bij reumatoïde artritis?

A
  • Kleine hand-en voet gewrichten
  • Symmetrisch
18
Q

Welke serologisch onderzoek verricht je bij verdenking op reumatoïde artritis?

A
  • Reumafactor: antistof tegen Fc van IgG (55-70%)
  • ACPA of anti CCP: antistof tegen gecitrullineerde eiwitten (55-65%)
19
Q

Hoe veroorzaakt roken reumatoïde artritis?

A
  1. Activatie PAD enzym
  2. Citrullinatie eiwitten
  3. Fagocytose en activatie afweer
  4. Productie antistoffen
  5. Vorming immuuncomplexen en cytokinen in gewrichten
20
Q

Hoe stel je de diagnose reumatoïde artritis?

A
  • Aantal en soort betrokken gewrichten
  • Serologie
  • Acute fase eiwitten
  • Duur van symptomen (> 6 weken)
21
Q

Wat zijn de belangrijkste pilaren van de behandeling van reumatoïde artritis?

A
  • Zo vroeg mogelijk herkennen en behandelen
  • Regelmatig vervolgen en zo nodig verhogen
  • Bij remissie medicatie afbouwen
22
Q

Wat verbetert de prognose van reumatoïde artritis?

A
  • Behandeling binnen 12 weken
  • Remissie binnen 6 maanden na start behandeling
  • Treat to target
23
Q

Waarmee bepaal je de ziekteactiviteit van reumatoïde artritis?

A

Disease activity score 28
- Aantal pijnlijke gewrichten
- Aantal gezwollen gewrichten
- Bezinking
- Algehele gezondheid (VAS)

24
Q

Hoe ziet de indeling van de DAS28 eruit?

A
  • Remissie < 2,6
  • Lage ziekteactiviteit 2,6-3,2
  • Matige ziekteactiviteit 3,2-5,1
  • Hoge ziekte activiteit > 5,1
25
Waaruit bestaat de behandeling van reumatoïde artritis?
- NSAIDs en steroiden - csDMARDs - Biologicals
26
Wanneer worden glucocorticosteroïden gegeven bij reumatoïde artritis?
Als overbruggings therapie voor snelle verlichting en voorkomen progressie
27
Welke csDMARDs worden gegeven bij reumatoïde artritis?
Methotrexaat, sulfasalazine, leflunomide, hydroxychloroquine, azathriopine
28
Wat zijn bijwerkingen van csDMARDs?
Gastro intestinale klachten, huidafwijkingen, anemie, trombopenie, leukopenie en leverafwijkingen
29
Wat zijn bijwerkingen van biologicals?
Reactie op injectieplaats, TBC, infecties en maligniteiten