2B2 week 1 HC 2 Biologicals Flashcards

1
Q

Wat zijn nadelen van insuline van koeien en varkens?

A

Duur, tijd, variatie in kwaliteit, inconsistent, immunogenetisch, lage opbrengst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn voordelen van insuline van recombinant eiwitten?

A

Veiliger, hogere kwaliteit, consistenter, lagere immunogeniciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een biological?

A

Therapeutisch product, gemaakt door genetische manipulatie in levende cellen, die niet chemisch gesyntheseerd zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke typen biologicals zijn er?

A
  • Recombinant eiwitten
  • Monoklonale antilichamen
  • Fusie eiwitten
  • Vaccinaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een biofarmaceutical?

A

Heterogeen mengsel van structureel gerelateerde isoformen (aminozuren + glycanen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er met aminozuren?

A

Glycosylering door glucosidase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een biosimilar?

A

Zelfde aminozuren, maar andere versuikering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van biologicals?

A
  • Complex productie proces
  • Fragiel product
  • Hoog risico op degradatie
  • Hoog proces variabiliteit
  • Hoog proces verlies
  • Hoog risico op contaminatie
  • Complexe analytische technieken nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor kunnen variaties in aminozuurproducten ontstaan?

A
  • Translatie fouten
  • Posttranslationele modificatie
  • Proteolytische cleavage
  • Degradatie (oxidatie, deaminatie, aggregatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de benaming van de verschillende soorten monoklonale antilichamen?

A
  • Humaan: u
  • Gehumaniseerd: zu
  • Chimeer: xi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe en wanneer worden antistoffen over de placenta getransporteerd?

A

Na 3 maanden door neonatale Fc receptoren
- Lange halfwaardetijd voor bescherming tegen degradatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een nadeel van biosimilars?

A

Kunnen immunogeen worden, waardoor patiënt antistoffen gaat produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke CD remmers zijn er?

A
  • CD80/86: abatacept
  • CD20: rituximab
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke IL remmers zijn er?

A
  • IL1: anakinra, canakinumab
  • IL17: secukinumab
  • IL12/23: unstekinumab
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke TNF-a remmers zijn er?

A

Infliximab, adalimumab, etanercept, certolizumab en golimumab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke BlyS en IgE remmers zijn er?

A
  • BlyS: belimumab
  • IgE: omalizumab