2 - Mycene Flashcards
Goudrijke Mycene
Wat is het verband tussen Homerus, Thucydides en Schliemann?
Homerus beschrijft in Ilias het machtige M, door Perseus gesticht.
Thucydides beschrijft hoe macht Agamemnon groter werd dan die van Perseus (Trojaanse oorlog). Voor hem mythische verleden ook geschiedenis ==> late bronstijd in Gr wordt Myceense beschaving genoemd.
Schliemann is de stad gaan zoeken, obv deze beschrijvingen.
Vraag is hoe realistisch is ‘goudrijk/schitterend gebouwd’ typering van Homerus is. Niet vast te stellen hoe historisch de epen zijn. Rivaliteit tussen homerische helden aan Gr zijde verbeeld de concurrentie tussen kl rijken op Gr vasteland.
Niet vreemd dat Schliemann’s M als residentie van Agamemnon, Clytamnestra en gezin werd gezien.
p29/35
Goudrijke Mycene
Waar en hoe ligt M?
Oosten vh schiereil Peloponnesos, zadel tussen twee hoge bergen. Vruchtb vlakte, goed te beschermen.
p29
Goudrijke Mycene
Wat was de situatie van M in 13/14S?
- Grootste en machtigste ministaat op Peloponnesos
- Steden Tiryns en Argos, in westen Pylos, nabij.
- Buiten Pelop: op Gr vasteland, Athene.
- naar noorden: Thebe, Gla en Orchomenos.
- M ingenomen door Argos, einde Myc beschaving
- Pausanias schreef dat Agamemnon daar begraven was, Schliemann meende dat gevonden te hebben.
p29
Mycene late bronstijd (1600-1200 vC)
Hoe zat het rijk bestuurlijk in elkaar?
- onafh en klein rijk
- rond admin, econ, reli centrum (citadel)
- heerser (anax) woonde in citatel
- anax controleerde omringende gebied
- soc-ec: landbouw en handel
- later: maritiem en expansiedrift (dus handel, piraterij en leveren huursoldaten) ==> uitgebreid handelsnetwerk (vondsten myc aardewerk)
- bloei stad: 1400-1200 vC
p31
Mycene late bronstijd
Hoe zat een myc nederzetting / citadel in elkaar?
Burchten, versterkte vesting op heuveltop met hoge, dikke muren (cyclopisch muurwerk). Stelsel van wegen naar alle richtingen.
Drie bouwfasen:
- 1350 vC: grafcirkel nog buiten stad
- 1250 vC: grafcirkel bi stad
- decennia later: toevoeging kl stuk
M had twee zwaar beveiligde poorten (wo leeuwenpoort). Veel ruimte voor opslag.
Binnen citadel geen natuurl waterbron (bij belegering regenwater). In derde bouwfase kwam ondergr cisterne (water uit bergen via terracotta pijpleiding)binnen muren.
Belangrijkste deel lag hoogste: megaron.
Meeste mensen in kl gemeenschappen, boeren.
Sommigen specialisten: vaatwerk, wapens, wagens, luxe sieraden. Buiten stadsmuren werkplaatsen gevonden.
Economie beschreven als redistributie-economie (discussie): leden ve gemeenschap leveren producten centraal af; ieder krijgt deel naar rato; surplus voor betaling in natura en uitruil met andere steden.
Begravingen:
* 16S vC: vnl schachtgraven in grafcirkels A/B met rijke grafgaven (wo gouden dodenmaskers) ==> vroege periode van grote bloei.
* later: kamergraven en tholosgraven (inhumatie en crematie)
. kamergraf = in rots uitgehakte ruimte met lange gang (dromos). Familigraven.
. tholosgraven: grafkamer opgebouwd uit lagen v concentrisch gelegde blokken kalksteen. Overkapping is vals gewelf (bijenkorfvorm). Buitenzijde als grafheuvel. (Schathuis van Atreus).
p35
Mycene late bronstijd
Wat is een megaron?
- Axiaal geplande groep v 3 kamers
1. voorvertrek met naar buiten twee zuilen
2. voorhal
3. vierkante kamer met in midden ronde haard met 4 zuilen er omheen (waarsch woning vd heerser). Zuilen droegen waarsch balkwerk ve overkapping die boven rest vh dak uitstak. Opening voor rook.
Er voor: een hof.
Er omheen: gebouwen (huizen aristocratie? religieuze functie?)
Ook megara in centrum Tiryns en Pylos.
p33