1 - Mediterrane leefwereld Flashcards

0
Q

De Zee

Schets geschiedenis vd MiddZee.

A

Vorm laatste 6000 jr niet wezenl veranderd.

Verbinding met Atl Oceaan en Zw Zee.

3000vC: bouw betere schepen (roeien/zeilen maar niet laveren. Traag), dus langere afstanden bevaren:

  • Feniciers (1000 vC): handelsposten N Afr, Spanje, Z Fr. Carthago. ‘ Grote Zee’, ‘Onze Zee’
  • Romeinen: ‘Mare Nostrum’ = omringend land behoort aan Rom Rijk (=> Mare Mediterraneum).
  • Navigatie: sterrenkunde. Varen onder kust. Landschapp kenmerken, bakens, vuurtorens. Seizoen vnl in zomer. Periploi (routebeschrijvingen), kaarten (Hecataeus van Milete).

p19

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

De Zee

Waarom is de MiddZee belangrijk?

A

+

  • Visserij
  • Transport (bulk)goederen/mensen
  • Uitwiss ideeen/nieuws

-
- Bedreiging v vijanden via zee (lange kustlijnen!). Piraterij.

p17

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het Land

Beschrijf land en klimaat.

A
  • Klimaat: grote constanten in klimaat, landschap en vegetatie, mn kustregio’s. Natte, rel milde winters, droge hete zomers.
  • Landbouw: herfst-vroege zomer. Beperkt aant gewassen (olijven, wijn, tarwe, gerst. Groente, fruit.
  • Landschap: verrassend uniform. Ondergrond vnl kalksteen muv vulk gebieden. Weinig vlaktes, vnl langs kust. Voetheuvels voor gebergten (beh in Afr).
  • Delta’s door weinig getijden, dus moerassig (geen landb, malaria).

p20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zee & Land

Wat zijn micro-regio’s? En wat zijn de consequenties?

A

Behalve uniformiteit konden aangrenzende regio’s onderling sterk verschillen door samenspel zee, heuvels, rivieren, bergen.

Daardoor uitwisseling tussen regio’s, via zee, rivieren en landwegen ==> CONNECTIVITY van hele mediterr gebied. Purcell en Horden spreken van 1 vd bepalende factoren vd culturele eenheid die mediterr wereld sinds oudheid vormt.

Is verfijning van model van Braudel (benadrukte belang MiddZee voor uitwiss en contact + plaatste dat in langdurig diachroon perspectief, beginnend in oudheid.)

p20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gr kolonisatie in archaische tijd (900-480 vC) + vraag

Wat zijn apoikiai, waarom werden ze gesticht en waar?
Waren er ook andere kolonies? Aard vd kolonisatie?

A
  • het zijn kolonies van de Grieken, nieuwe steden waarmee reli en cult banden werden onderhouden en onafhankelijk zijn.
  • mn in ZwZee gebied, kust Z-It en Sicilie. Lijken landsch op Griekenland. Laatste twee werden Magna Graecia
  • Puniers (vm Feniciers) in N Afr; It schiereil beheerst door Etrusken.

Redenen (veel wetensch discussie hierover):

  • snelle bevolkingsgroei Gr die niet door landbouw(grond) kon worden opgevangen (beh Sparta en Athene).
  • binnen elites van veel poleis wat niet voor iedereen ruimte.

Aard vd kolonisatie (ook veel wetensch discussie):

  • oude opvatting: Gr superioriteit, overvleugelde inheemse bevolk
  • moderne opvatting: acculturatieprocessen over/weer.
  • eenzijdig en gekleurd beeld in antieke bronnen: alles niet-Gr werd barbaars genoemd.

p21

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ritmiek vh leven

Waardoor werd het leven in de antieke wereld bepaald?

A

Wereld v boeren en herders.

  • seizoenen
  • religieuze feesten
  • nauwelijks reizen door boeren/dagloners
  • herders: transhumance met vee
  • lichturen per dag bepaalde tijdrekening: slapen als het donker werd.
  • tijdsbesef cyclisch (ronddraaiend rad van fortuin; afwisseling goede/slechte tijden.

p22

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stad / wereld v steden?

Waardoor ontstonden de poleis?

A

Door de bijz structurele factoren (interactie mens, land [afwiss vlakstes en berggebieden], zee [verbinding micro-regio’s] en klimaat)
==> ontstaan rel kl pol eenheden met soev pol structuur
==> formering centrale nederzettingen + afgebakend achterland
==> groeiden uit tot steden/poleis met stedelijke kern en ommeland (chora) met stedelijke cultuur. 1 vd meest kenmerkende verschijnselen vd klass wereld.

==> stedelijk netwerk in mediterr en aangrenz gebieden bel basis voor opbouwen/besturen grotere pol eenheden (bv hellenistische koninkrijken en Rom rijk).

p22

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stad / wereld v steden?

Waarom wordt opkomst vd steden gewoonlijk verklaard vanuit evolutionistisch perspectief en geassocieerd met bel soc, pol, econ ontwikkelingen in een samenleving?

A

Centraal in onderzoek naar oorsprong, ontwikk en implicaties vd urbanisering in MidZee gebied stond:

Overgang van voedselverzamelaars naar voedselproducenten
+
Overgang van samenlevingsvormen gebaseerd op zelfvoorzienende dorpen naar een vorm gebaseerd op stedelijke kernen.

Bepalende factoren:
- concentratie vd macht
+ hierarchisering vd samenleving
+ specialisatie arbeid, handel, nijverheid
+ gecentraliseerde opslag en redistributie v voedingsmidd.

==> processen voorwaardelijk voor vorm v beschaving zoals we die nu ook nog definieren (urbaan is beschaving, ruraal is primitief). Deze gedachte ook integraal in antieke denkwereld.

Maar: plattelandsbewoners op rand bestaansminimum, niet idyllisch (visie van stedelijke elites).

p22

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stad / karakter

Wat is een stad?

A
  • concentratie en dichtheid: speelt belangrijke rol maar niet doorslaggevend
  • stadsmuren: belangrijke voorwaarde (niet altijd).
    . symbolisch
    . rituele en religieuze grens (werden ook in vredestijd opgetrokken)
    . praktisch
  • ruimtelijke spreiding zeer verschillend: dicht op elkaar (‘agro-towns’: schuilen veel boerenbevolking) of juist niet.

p24

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stad / karakter

In welke mate waren de antieke steden afhankelijk van productie op het achterland?

A

Veel discussie (zie consumer-citydebat hfst 13)

  • meeste gevallen: sterk afhankelijk van achterland, minder van gespec diensten en ambacht productie.
  • MAAR: antieke staatsvormen altijd gedef als gemeenschap van burgers die er lid van waren, onafh van waar men leefde (= stad + platteland). Polis = astu (stad) + chora (achterland) + evt kleinere nederzettingen.
  • Urbanisatiegraad: 2/3 bevolking buiten stadsmuren.

OOK:
Veel pol systemen die niet op 1 of helemaal geen urbaan centrum waren gericht (bergachtige regio’s. ‘ethnos/ethnê’, ‘touto’, ‘civitas/populus’). Daar stond vaak ruraal heiligdom centraal. Pol structuur varieerde sterk (gedecentr federaal tot staten met centraal gezag niet aan stad gebonden of overkoepelende bond ‘koinon’). Konden langdurig en goed naast urbane gebieden bestaan of later ontstaan.

Constante: merendeel leefde op platteland + band tussen stad en achterland soc, econ en cult zeer nauw ==> niet scherp contract tussen ruraal en urbaan.

Ook: suburbane bebouwing.

p24

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stad / artefact

Wat maakt de Gr kolonies zo interessant vergeleken met de oudere steden?

A

Dat ze in een bepaalde periode gesticht werden en daardoor beeld geven van egalitaire ideologie die schuil ging achter stichtingen.

  • stadsgebied verdeeld in gelijke percelen voor bewoning en achterland
  • arch/klass tijd: centrale plaats voor handel, pol en rechtspraak (agora/forum) + reli focus op hoogste punt vd stad (Akropolis, Capit Heuvel) + begraafplaatsen va 8S vC buiten muren ==> afstand publieke en goddelijke; past bij staatsvormen die opgang maakten in die tijd. Stond model in mediterr wereld.
  • Later (Rom tijd) dichter bij elkaar, meer verweven.

p25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stad / antieke beeldvorming

Door wie werd het beeld vd scherpe scheiding stads/platteland leven opgeroepen en welk gevolg?

A
  • antieke teksten voor/door stedelijke elite, die steden vormgaf dmv pol besluiten en prive investeringen in monumentale architectuur.
  • voor hen platteland rustgevende plek.
  • villa’s buiten stad waren imitatie van stedelijke monumentale architectuur.
  • stadswoningen: grote tuinen en natuurl thema’s (getemde natuur, dus mythische dimensie).

p26

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stad / antieke beeldvorming

Hoe bleek dat klass perspectief culturele ontwikkeling alleen denkbaar was in ‘de stad’?

A
  • superioriteitsdenken.
  • in arch en klass periode eigen cultuur afzetten tegenover barbarij v anderen.
  • Rom rijk: stedelijke samenleving bel voorwaarde omdat het bestuurl model was dat romeinen kenden. Wezen civitus-hoofdsteden aan in veroverde gebieden zonder stad, die namen symbolen van urbanitas over ==> virtueel netwerk van steden compatibel met bestuurl structuur vd rest vh rijk.

Ook denkbaar: Rome heeft tegenstell stad/platteland pas later voll ontwikkeld en ingezet om verovering en incorporatie van andere gemeenschappen te legitimeren.

p26

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stad / antieke beeldvorming

De ogenschijnlijke tegenstell stad/platteland kon door iedereen ingezet worden. Welke zaken bleen onveranderlijk?

A
  1. stad en platteland bleven in oudheid intrinsiek verbonden
  2. steden werden altijd verbeeld als knooppunten en bronnen van macht en cultuur.

Achter stedelijke cultuur gaat een structurele en onlosmakelijke verbinding met platteland schuil.

p27

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inleiding: leefwereld en wereldbeeld

Welke categorieën bronnen met welke beperkingen?

A
  • Egodocumenten: schaars
  • Geschreven, inscripties, archeologische resten: gering
  • Literaire bronnen: erg gekleurd want geschreven voor elite, geen dwarsdoorsnede antieke samenlevingen

p8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Inleiding - wereldbeeld

Welk wereldbeeld koesterde men in de antieke tijd?

A
  • hoge waardering voor cultuur
  • niet vrijblijvend: wij/zij, ons/de ander
  • taal belangrijkste manifestatie daarvan
  • WIJ = onderscheid met dieren
  • WIJ = onderscheid met niet-Grieken (barbaroi)
  • WIJ = onderscheid met niet-vrije burgers (slaven en vrijgelatenen)

p8