19 - Beeldende en muzische kunst Flashcards

0
Q

Beeldende kunst / geometrische kunst

Wanneer was geometr tijd en welke kunstuitdrukkingen kennen we?

A
  • 900-700 vC
  • vrijstaande kl sculpturen (hout, terracotta, brons; vnl dierfig, soms mensfig) en vazen (beschilderd met banen m abstr elementen; groterwordende elementen verlevendigden later de volle vlakken).
    . dieren (mens-/dierfig uit geometr figuren opgebouwd, 3hoekige hoofden/rompen)
    . dood
    vnl door aristocr gebruikt (afbeeldingen v gewapende mannen, wagenspannen/paarden).
    Steeds meer narratieve voorstelingen (mythen?).

p286

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Beeldende kunst / kunst als weergave vd mens

Welk gevolg heeft antropocentrisch denken vd Gr en Rom voor kunsten gehad?

A
  • gericht op perfecte weergave vd mens & zijn omgeving (inc dieren).
  • vnl arch periode: beeldhouwk overheerst door levensgrote+ vrijstaande beelden m/v: tonen voortschr inzicht in anatomische details + grotere vaardighdn.

Geen ‘vrij’ kunstenaarschap, juist gehouden aan tradities en conventies (waren id als handwerkers). Blijkt ook uit imitatio (elementen uit canon gebruiken; is niet slaafse navolging) en aemulatio (wedijver met voorgangers/collega’s: overtreffen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beeldende kunst / archaische tijd

Wat zijn kouroi en korai?

A

Gr beelden v (naakte) mannen (kouros/kouroi) en geklede vrouwen (korai/kore). Beheersen spectrum 6S vC.

Proporties lichaamsdelen overgenomen v Egypt sculptuur.
Rijke opdrachtgevers.
Geen portretten maar afbeeldingen v goden/helden
Wijgeschenken geplaatst in heiligdommen/graven.
Naakheid/kleding: conventies volgend:
. m: training/opvoeding tot mil/burger
. v: zedelijkheid en hfd huishouding.
Leeftijdsloos; innerl harmonie; houding v stabiliteit en dynamiek. Vuisten m: kracht.
Lang haar en alleen kop gevonden: m of v of fabeldier
Amandelvormige ogen en typerende gekrulde lippen (‘arch glimlach’): poging natuurgetrouw te zijn.
Symmetrie cruciaal: beh beenhouding is li en re kouros gelijk.
Aanv ‘zuil’, later vrijer (meer plooien). 500 vC rigide beenstand opgegeven, meer studie anatomie - 30 jr later kouroi uit de mode (!).

Vaasschilderkunst en gebeeldhouwde reliefs: voorstellingen veel vrijer vwb houdingen/proporties; beweeglijker en dynamischer. Narratieve aspect dominant.
Alles polychroom, verloren gegaan. Schilders als bel kunstenaars beschouwd.

p287

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beeldende kunst / 5/4S vC

In 5S ondergaat beeldhouwk ingrijpende veranderingen. Wat gebeurde er?

A
  • nwe canon ontstond obv medische tractaten (Polyclitus’ Kanon).
    . vrijstaande figuren: lichgewicht op 1 been, andere been iets terzijde, ontspannen => schouder/bekkenlijnen uit balans => trapeziumvorm (korte zijde = flank met dragende been want bekken daar hoog +schouder laag). Hoofd benadrukt dynamiek want neigt naar deze kant en blik naar buiten.
    . proporties: minder duidelijke regels. Mogelijk: kunstenaar deelt lich op in 24 hor delen (middellijn is bovenk schaamstreek; hoofd = 4 hor delen).
    . polychromie
    . eigen invulling canon door kunstenaars. Aanv plompe figuren, later soepeler, eleganter.

Canon Lysippus (4S vC): figuren langer en slanker maken + zwenking bekken geaccentueerd in ronding (Praxiteles: S-curve en jonger uiterlijk.

Enige proportieleer oudheid: Vitruvius (De architectura, 20 vC).

Tempelarchitectuur: beh cultusbeelden ook reliefs (gevels: beeldvangers, soms pol boodschappen in myth verhalen; vrijstaande, uitgewerkte figuren; bont).

Schilderkunst: voll verloren gegaan. Beschrijvingen in Polygnotus ea. Fresco’s waarsch in hoog aanzien. Episodes uit een verhaal (oorlogen, Odysseus, jachtpartij, leven Alex dGr).

p292

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beeldende kunst / hell kunst: variatie en virtuositeit

Hoe veranderde de beeldhouwkunst 350 vC tot begin jaartelling?

A
  • steeds andere aspecten natuur
  • uiteenlopende stijlmiddelen en iconogr elementen
  • nwe beeldtaal (impuls Alex dGr): persoonlijkheid indiv voorop => portretkunst. Neigen tot idealiseren fys kenmerken en standaardisering houding, uitdrukking, kleding. Heersers, maar ook politici, filosofen, dichters (als oud, ervaren en wijs, baarden/rimpels) => status en functie duidelijk. Baarden icm helm: heldhaftigheid.

Innovatief: kunstenaars Alexandrie en Pergamum. Floreert in Gr wereld. Chron ordening in deze per moeilijk. Gedurfde creaties hadden perfectie lichaamsvormen, beheersing beweging/emotie.

  • Nwe thema’s (maatsch verand in Gr, nwe impulsen v buiten): indiv, rangen, standen, medische wetensch => differentiatie v uitdrukk vormen. Daardoor ook: bizarre thema’s (bv mismaakten, dronken) door fysiol/med kennis. Kinderen als contrast
  • Naaktheid: geen sexuele connotatie (godd status, kracht). Niet bij vrouwen (beh Aphrodite).

Weergave emoties/handelingen uitdagender: Faun Barberini, Laocoon groep (houding, gelaatstrekken). Laocoon zou door Gr kunstenaars voor Rom opdrachtgevers gemaakt kunnen zijn (1S vC):
. val Troje gezien als noodz ramp die opkomst R mogelijk maakt
. goede schakel tussen Gr-hell en Rom kunst.

p295

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beeldende kunst / Rom kunst

Hoe belangrijk was de kennismaking met Gr kunst voor pre-Romeins en Romeins Italie?

A

Classicisme 1S vC is volstrekt Gr. Maar niet slechts imitatio, ook aemulatio.

Rom beschouwden Gr cultuur superieur aan hun eigen. Maakten al kennis in arch tijd (Gr kolonies Z-It; handelscontacten Etrusken).

Weinig Rom voorwerpen 500-100 vC: vergankelijk materiaal gebruikt.] (maar sarcofaag 3S vC, gedecoreerd met Dorische metopen/trigliefen).

2/3S vC: expansie Rom rijk (Hellas/Kl Azie). Roofden kunstvoorw voor hun eigen tempels/gebouwen in Rome. Geschiedschrijving hierover:
- 212 vC: verovering Syracuse
- 168 vC: Perseus V verslagen bij Pydna
- 146 vC: vernietiging Korinthe
Ook andere plunder-/rooftochten (Sulla, Verres). Cicero stelt dit aan de kaak (toe-eigening eigen nutte verwerpelijk). Openb en privecolleties ontstaan. Kritiek op verzameldrift en overnemen oosterse luxe en gewoontes (luxuria asiatica = verval trad mores; Seneca, Plinius d Oudere). Rom keizers verzamelden ook, maar stelden bel werk publiek op.

Tekort aan originelen => industrie marmeren sculpturen ontstaan (Stephanus, Pasiteles: nw werk in Gr stijl + kopieen => daardoor kennen we talrijke klass figuren van beroemde kunstenaars uit oudheid. kopieen niet exact gelijk aan elkaar - vaardigheid, mode, smaak kunstenaar. Getrouwe kopieen obv gipsafgietsels: al uit Gr van 5/4S vC). Voorkeur voor rustig staande ideale figuren. Beh kopieen ook eigen productie met nadruk op portretten en reliefsculptuur.

p297

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het portret

Wat was de bedoeling van portretten?

A
Levensecht lijken (doorleefd, levensecht: tbv res publica). 
Aansluiting bij dodenmaskers (plaats in begrafenisstoet, overledene omringd door voorvaderen) onzeker.

1S vC: levende personen vereeuwigd op munten. Mogelijk ook 3D portret. Afbeelding nu idealer; leiders namen aspecten van voorbeelden over (bv anastole/leeuwenmanen Alex dGr). Geen baarden/snorren.

Octavianus-Augustus: bewust gebruik portret. Verheven karakter, serene uitdrukking, zorgv geordend haar. Vrouwenportretten ook klass. Augustus en Livia geen ouderdomsverschijnselen in portretten.

Ontwikkelde zich bij latere keizers tot ingewikkeld ‘semantisch systeem’ - geheel van betekenissen.

NB verschil tussen geidealiseerde koppen Augustus t/m Nero en die van Vespasianus (68-69): beeldtaal gaat terug op republ waarden, toont zich als boerenzoon en militair met getekend gelaat => ideologische oppositie Nero ev. Ook andere keizers vereeuwigen pol ideeen in portretten (als filosoof, haardracht, baarddracht, militair). Uitdrukking v macht werd belangrijker dan indiv herkenbaarheid => 3S: verregaande abstrahering. Bleef, want afstand keizer/onderdaan groter geworden - goddelijke afstand, verheven.

Portretten in openb ruimtes maar ook prive.

p299

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rom reliefs

Wat tonen de vele reliefs die van staatswege mn in keizertijd gemaakt op herinneringsmonumenten in openb ruimte?

A

Verheerlijking keizer door benadrukken v zijn kwaliteiten:
- krijgsmoed (tussen troepen)
- plichtsbetrachting (als offerende priester)
- pol programma (bevolk pol of voedseluitdeling)
- spectrum v boodschappen
=> boodschappen steeds meer vaste formules, bij ambt v keizer behorend => hergebruik oudere reliefs in jongere monumenten (koppen keizer vervangen = spolia).

p310

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kunst in privesfeer

Over prive kunst in Gr zijn de grafmonumenten bekend. Welke ontwikkeling maakten deze door?

A

Vanouds aangekleed met manshoge vazen/beelden/reliefs. Zo nu en dan verboden en toen begraven, dus bewaard.

6S vC: beh kouroi ook stelai (markeringen graven) met geidealiseerde voorstellingen overledene (mn als atleet/krijger, evt met huisdier). Vrouwen va midd 5S afgebeeld in hun privedomein, met dierbaren (met kind: in kraambed overleden?).
Identiteit dmv inscriptie of geschild opschrift. In Ath veranderden reliefs gaandeweg in grafhuisjes/naiskoi met 3D figuren (kostbaar, verboden eind 4S vC). Simpele zuil met inscripties in zwang. Ook elders kleinere grafreliefs, genre verschilt per stad/streek => kracht lok tradities groot.

p301

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kunst in privesfeer

Welke drie categorieen privekunst zijn in Rom tijd te onderscheiden?

A

I: funeraire reliefs
. reliefs aankleding v urnen en grafaltaren of wanden vrijstaande grafmonumenten (late republ en 1S nC)
. 2SnC: meer begraven ipv cremeren => sarcofagen rijkelijk voorzien v reliefs.
. vaak geput uit eeuwenoud beeldmateriaal (mn Gr mythologie; bedoeld om troost te brengen. Achilles, jaarl kringloop/Dionysos)
. bewuste keuze Gr beeldmateriaal, aangepast aan nwe Rom context.
. 3S nC: aant onderwerpen neemt af (paar thema’s: Dionysus, Heracles, Seizoenen, Muzen, filosofen: mythen spraken niet meer tot verbeelding + neiging henotheisme (1 prominente god onder meerdere goden).
. 4S nC: onderwerpen probleemloos vertaald naar nwe oud-/nw testamentische verhalen op sarcofagen.

II. Kunstwerken in huiselijke sfeer.
. va 4S vC kunst bewust besteld voor vorsten etc in handelscentra, voor eigen gebruik.

III. Aankleding paleizen/huizen
. vloeren (Marmer. hellenistisch. Va Nero), wanden, plafonds (rijk beschilderd)
. inrichting: Augustus ev voorbeeldfunctie. Imitatie marmer in huizen lagere klassen.

p302
.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kunst in privesfeer

Welke tendensen zijn zichtbaar in Gr/Rom wereld 1000 vC tot 400 nC die verband houden met verhouding antieke mens tot natuur/uitbeelding daarvan. Hoe kijken we daar met onze moderne ogen naar?

A
  • uiteenlopende resultaten in zoektocht naar natuurgetrouwheid. Niet alles voldoet daaraan, soms edelkitsch.
    => houd rekening met betekenis, tijd, plaats v ontstaan (dus primitief/edelkitsch horen er bij).
    Actoren:
  • imitatio
  • aemulatio
    Maar ook ander manieren om doelen te bereiken, omdat deze geacht werden beter bij semantische systeem te passen.

p302

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Muzische kunsten / mobiliseren/communiceren: een performatieve cultuur

Waar moeten we ons rekenschap van geven bij het omschrijven van de Gr/Rom cultuur?

A
  • is niet een voorstelling
  • geen media (meeste analfabeet): meestal voorlezen.
    . Gesproken, gereciteerd, gezonden woord (meer/min geritualiseerd) +
    . nonverbale comm (gebaar, lichhouding, voortbewegen: schrijden, dans; missch gymn/sport activiteiten) +
    . instrumenten +
    . kostuums +
    . ‘setting’.
  • Vrijwel altijd religieus: alles in antieke wereld in relatie tot religie (geen seculiere sfeer!)
    => evenwel pol of rechtspr context relatief werelds; symposium (gerit drinkgelag) religieuzer.
  • Vaak performances in wedstrijdverband (maximaal eren goden door beste uit zichzelf te halen).

p303

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Muzische kunsten / Mousike

Wat betekent Mousike?

A

Nodig om performance in oudheid te begrijpen.

Oorspr: muziek, poezie en dans (choros: groep die zong en danste).

  • expliciete reflectie in oudheid op wezen mousike. Plato: ideale wereld kan niet zonder mousike, maar moest onder streng toezicht (kon samenl ontregelen). Pl vond leden choros goed opgevoede mensen. Christenen: mousike verbonden met reli heidenen, maar ook omdat kerkleiders de kracht ervan erkenden (incorporeerden uiteindelijk zang, maar niet dans)
  • gevolg chr misprijzen mousike: gezien als vermaak, niet als centr component antieke cultuur.

Wat werd gecommuniceerd met mousike:

  • ‘stories they told themselves about themselves (Clifford Geertz): boodsch voor uitvoerenden en toeschouwers
  • over normen en waarden en wereldbeeld vd gemeenschap (herbevestiging, socialisatie, ruimte voor verandering, veel uitdrukken met weinig middelen; publiek mobiliseren om naar performance (en anderen) te kijken).

p304

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Muzische kunsten / klank en beweging

Kennen we de mousike uit de oudheid?

A

Nee. Wel koorpoezie, maar muziek (slechts vage voorstelling) en dans (onkenbaar) zijn verloren gegaan. Wel rel veel muziektheorie. Wel afbeeldingen v dans.

p305

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Muzische kunsten / het theater

Wat groeide uit de mousike performancesin Gr?

A

Theateropvoering: koor zong/danste tekst; solist in dialoog met koor of beurtzang. Stap waarin solisten elkaar antwoord geven een grote stap.

Theatron: is theater + wat daar gebeurde.

NB reli context performances + theater zelf: ter ere v Dionysus (Ath: Dionysia = tragedies, satyrspelen en komedies in competitievorm bij feest van Dionysus; jaarlijks).

p307

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Muzische kunsten / Beroepsperformers

Waren de performances een zaak vd gemeenschap of van beroepsperformers?

A

Beide. Slaven, professionele dansers gecontracteerd.

Voortschr professionalisering theater. Dionysische technitai: gezelschappen van specialisten voor verschill muzische kunsten in te huren.

Rom: inschakelen beroepskrachten hoge vlucht. Pantomime (dansers olv muz begeleiding beelden bvk myth verhalen uit) werd waanz populair. Dansers ook pop.

==> antieke performance wat ‘kern vd zaak’ niet een (modern) ‘uitje’!

p307