1C3 week 13 HC 6 & 7 Voeding en maatschappij veroudering Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er met de voedingsbehoefte bij veroudering?

A

Activiteit en dus inname daalt, maar behoefte aan eiwitten, vitaminen en mineralen blijft gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke factoren kunnen leiden tot ondervoeding?

A

Afname gastrointestinale motiliteit, sociale problemen, medicatie, verlies van smaak of reuk, verminderde verbranding, abnormaal verlies (braken of diarree)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan ondervoeding worden ingedeeld?

A
  • Ziekte gerelateerd, met inflammatie: acuut of chronisch (cachexie)
  • Ziekte gerelateerd, zonder inflammatie
  • Zonder ziekte: socio-economisch of honger gerelateerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt het meest gebruikt voor de screening op ondervoeding bij ouderen in het ziekenhuis?

A

MUST: malnutrition universal screening tool

  • BMI
  • Gewichtsverlies in afgelopen 3-6 maanden
  • Acuut ziek of niet eten gedurende 5 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar krijg je punten voor bij de MUST?

A
  • 1 punt: BMI 18,5-20 of 5-10% gewichtsverlies

- 2 punten: BMI < 18,5, meer dan 10% gewichtsverlies of ernstig ziek en > 5 dagen geen voedselinname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke screening kan nog meer gebruikt worden voor screening op ondervoeding bij ouderen?

A

SNAQ

  • weinig eetlust en verminderde functionaliteit
  • 4 kg of meer gewichtsverlies
  • Bovenarm omtrek minder dan 25 cm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de sensitiviteit en specificiteit van de verschillende screeningstesten?

A

MUST: sen 75% en spec 94%
SNAQ: sen 42% en spec 99%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kun je meten in het bloed om ondervoeding te bepalen?

A

Albumine

  • halfwaarde tijd is 18 dagen, dus niet voor acute ondervoeding
  • goede voorspeller mortaliteit
  • verstoring door dehydratie, overvulling, inflammatie, nefropathie en enteraal verlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn gevolgen van ondervoeding

A
  • Sacropenie -> hogere mortaliteit
  • Vertraagd herstel en afweer
  • Fysieke en psychische achteruitgang
  • Hogere kans op opname, vallen, thuishulp
  • Sociaal isolement
  • Afname kwaliteit van leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat stap 2 van de MUST?

A
  • Onbedoeld gewichtsverlies: >5% in 6 maanden of > 10%
  • BMI: < 20 bij < 70 jaar of < 22 bij > 70 jaar
  • Verminderde spiermassa
  • Verminderde voedingsinname: > 1 week 50% van behoefte of > 2 weken verminderde inname of chronische maagdarmaandoening
  • Acute ziekte of chronische ziekte met inflammatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is er sprake van ernstige ondervoeding?

A
  • Gewichtsverlies: > 10% in 6 maanden of > 20%
  • BMI: < 18,5 bij < 70 jaar of < 20 bij > 70 jaar
  • Ernstig verminderde spiermassa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoeveel eiwit wordt aangeraden aan zieke ouderen?

A

1.2-1.5 g/kg/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een gevaar van behandeling van ondervoeding?

A

Refeeding syndroom: elektrolyt tekort door insuline toename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn vergrijzing, dubbele vergrijzing en grijze druk?

A
  • Vergrijzing: toename proportie ouderen (65+)
  • Dubbele vergrijzing: toename proportie hoogbejaarden (80+)
  • Grijze druk: verhouding 65+ tov productieve leeftijdsgroep (20-64)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat van oorzaken van vergrijzing?

A

Ontwikkelingen in vruchtbaarheidscijfer

  • Naoorlogse baby boom
  • Anticonceptie pil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de oorzaak van dubbele vergrijzing?

A

Betere prognose (chronisch) zieken -> toenemende levensverwachting

17
Q

Wat zijn gevolgen van vergrijzing op de economie?

A
  • Daling beroepsbevolking
  • Daling nationaal inkomen
  • Toename gebruik van collectieve voorzieningen
18
Q

Welke collectieve voorzieningen zijn er?

A
  • AOW: na pension
  • ZVW (ZorgVerzekingsWet): curatieve medische zorg, basispakket
  • WLZ (Wet Langdurige Zorg): intensieve zorg 24/7 voor chronisch zieken en ouderen
  • WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning): voorzieningen tbv zelfredzaamheid en participatie
19
Q

Wat zijn gevolgen van de vergrijzing voor de gezondheidszorg?

A
  • Veroudering patiënten populatie
  • Toename zorggebruik en kosten
  • Verandering epidemiologie van ziekten en ongevalsletsels
  • Verandering in aandeel per specialisme
20
Q

Wat zijn oorzaken voor de stijging van gezondheidszorg kosten in de toekomst?

A
  • Inflatie
  • Vergrijzing
  • Nieuwe technologie en medicatie
  • Leefstijl
  • Milieu en klimaat
21
Q

Waar gaan de meeste gezondheidskosten naartoe?

A

Zorgverzekeringswet (44%) en wet langdurige zorg (20%)

22
Q

Wat is de top 3 zorggebruik bij ouderen?

A

Dementie, CVA en accidentele val

23
Q

Hoe kunnen we de zorg betaalbaar houden?

A
  • Minder zorg
  • Meer zelf betalen
  • Preventie
  • Doelmatiger zorg
  • Rekening houden met budget impact
24
Q

Wat betekent doelmatigheid van zorg?

A

Verhouding tussen kosten en baten (QALY)

25
Q

Wat is de budget impact?

A

Aantal patiënten x kosten per patiënt