1C3 week 12 HC 7 Behandeling osteoporose Flashcards

1
Q

Wat kunnen oorzaken zijn voor een vitamine D deficiëntie?

A

Weinig zonexpositie, dragen van sluier of hoofddoek, gepigmenteerde huid, ouderdom of beperkte zuivelinname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is calcium suppletie nodig?

A
  • Bij iedereen met langdurige inname onder de 500 mg/dag
  • 1000 mg/dag suppletie bij minder dan 2 zuivelproducten bij risico op osteoporose
  • 500 mg/dag suppletie bij 2-3 zuivelproducten bij risico op osteoporose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de aangeraden vitamine D inname?

A

20 microgram/dag

- niet meer dan 75 ivm valrisico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke medicatie is er voor osteoporose?

A
  • Anitresorptiva: oestrogenen, SERM’s, bisfosfonaten en RANKL antilichamen
  • Anabolica: teriparatide, abaloparatide, romososumab
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het nadeel van oestrogeen gebruik?

A

Meer kans op mamacarcinomen en cardiovasculaire complicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn SERM’s?

A

Selective oestrogeen receptor modulators

  • Agonist op skelet en hart (reductie wervel fracturen en cardiovasculaire complicaties)
  • Antagonist op borst en baarmoeder ( reductie mamacarinoom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doen bisfosfonaten?

A
  • Remmen osteoclasten

- Verlaging botturnover: minder (diepe) BMU’s, minder negatieve balans, meer mineralisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het effect van bisfosfonaten?

A

Lichte stijging BMD maar vooral verbetering microarchitectuur

  • Vermindering fracturen, vooral wervel
  • Effect wordt enige tijd behouden door retentie in het bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke bisfosfonaten zijn er?

A

Alendronaat, risedronaat, ibandronaat (oraal) en zolededronaat (1x per jaar iv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn bijwerkingen van bisfosfonaten?

A

Maag-darm klachten, osteonecrose vd kaak, atriumfibrillatie en atypische breuk vh bovenbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt densosumab?

A

Antilichaam RANKL

  • Remming turnover
  • Toename botdichtheid zonder plateau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn nadelen van densosumab?

A
  • Bijwerkingen zoals kaaknecrose en atypische fractuur bovenbeen
  • Blijft niet in bot zitten, dus altijd nabehandeling met bisfosfonaten nodig na stoppen om rebound te voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt teriparatide?

A

Intermitterende toediening 1-34 PTH analoog

  • Stimulatie osteoblasten: initieel alleen botaanmaak
  • Stimulatie osteoclasten
  • Toename botturnover met positieve balans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn effecten van teriparatide?

A

Daling wervelfracturen 70%, daling ernstige wervelfracturen 90% en daling niet wervel fracturen 50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt romososumab?

A

Antilichaam tegen sclerotine

- Geen remming botaanmaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk advies geef je aan patienten met verhoogd fractuurrisico?

A
  • Voldoende vitamine D en calcium
  • Gezonde voeding
  • Lichaamsbeweging
  • Niet roken of drinken
17
Q

Met welke medicatie start je bij behandeling van osteoporose?

A

Alendronaat of risedronaat wekelijks als tablet

18
Q

Welke medicatie geef je aan mensen die de eerste keus medicatie niet verdragen?

A
  • Zoledronaat (5 mg iv per jaar)
  • Densosumab (2x per jaar 60 mg sc)
  • Alendronaat drank (70 mg per week)
19
Q

Wanneer overweeg je 2 jaar lang dagelijkse injecties met teriparatide te geven?

A

Bij postmenopauzale vrouwen met een T-score < -1,5 en minstens 2 graad 2 wervelfracturen of 1 graad 3 wervelfractuur

20
Q

Wanneer overweeg je 1 jaar lang maandelijkste subcutane romosozumab injecties te geven?

A

Bij postmenopauzale vrouwen ouder dan 50 jaar met:
- T score < -2,5 in heup en 1 graad 2 of 1 graad 3 wervelfractuur
- T score < -2,0 in heup en 2 graad 2 of 2 graad 3 wervelfracturen
+ Als zij geen myocardinfarct of CVA hebben gehad

21
Q

Wanneer is nabehandeling nodig?

A

Bij alle medicamenten behalve bisfosfonaten

22
Q

Hoe verloopt de evaluatie van de behandeling?

A

Na 5 jaar gebruik bisfosfonaten of na 3 jaar gebruik denosumab of zoledronaat evalueren
- Overweeg overstap van bisfosfonaten naar teriparatide of romosozumab bij wervelfracturen of lage BMD

23
Q

Wanneer mag je overgaan op behandeling met anabole medicatie?

A

Bij lage BMD en wervelfracturen

24
Q

Waar komt fosfaat in voor?

A

Vrijwel alle voedingsmiddelen, met name in eiwitrijke voeding zoals vlees, vis en melk