1C3 week 13 HC 1 & 2 Effecten van veroudering Flashcards
Welke factoren beïnvloeden (kwaliteit van) leven?
Genen (25%), omgeving, preventie/controle chronische ziekten, leefstijl, informatie en het lot
Wat zijn tekenen van veroudering?
- Rimpels, dun en grijs haar
- Zicht, gehoor, smaak en reuk verslechteren
- Gewichtstoename, vooral bij heupen en buik
- Osteoporose, langzamere reflexen
- Dementie
- Hypertensie
Hoe kun je hypertensie indelen?
- Hoog normaal: 130-139 / 85-89
- Graad 1: 140-159 / 90-99
- Graad 2: 160-179 / 100-109
- Graad 3: > 180 / > 110
- Geisoleerd systolisch: > 140 / < 90
Hoe ontstaat hypertensie bij ouderen?
Door verdikking van de intima en media van de bloedvaten na het 50e jaar
- Systolische bloeddruk neemt toe
- Diastolische bloeddruk neemt af
- Polsdruk neemt toe
Welke rol speelt elastine bij het ontstaan van hypertensie?
Halfwaarde tijd 50 jaar -> daarna verminderde uitrekking bloedvaten tijdens systole
Wat gebeurt er met de systole tijdens veroudering?
- Terugvloed tijdens systole
- Toename systolische druk
- Toename risico beroerte, ventriculaire belasting en LVH
Wat gebeurt er met de diastole tijdens veroudering?
Verkorting en verminderde druk, waardoor perfusie van coronairen afneemt -> MI
Wat gebeurt er in de nier tijdens veroudering?
- Afname GFR na 50 jaar
- Afname afferente weerstand, toename glomerulaire druk
- Glomerulaire sclerose, proteinurie, toename creatinine
Hoe veranderd de lichaamssamenstelling tijdens veroudering?
- Toename vet (35%)
- Afname plasma volume (8%)
- Afname totaal lichaamswater (17%)
- Afname extracellulaire vloeistof (40%)
Wanneer daalt de spiermassa sneller of minder snel?
- Sneller: ouder en/of ziek
- Minder snel: sporten
Wat is polyfarmacie?
Gebruik van meerder medicijnen (wat kan leiden tot interactie)
Wat kunnen problemen zijn met farmaca gebruik tijdens veroudering?
Problemen met lezen, begrijpen, geheugen en inname
Wat zijn de top 3 farmaca bij bejaarden?
- Cardiovasculaire middelen (vaak voor hartfalen)
- Psychofarmaca (antidepressiva, antipsychotica en hypnotica)
- Analgetica (pijnstillers)
Wat zijn effecten van veroudering op de farmacokinetiek?
ADME: absorptie, distributie, metabolisme, eleminatie
Wat verandert er bij de absorptie bij ouderen?
- Slikproblemen
- Motiliteit maag-darm kanaal, grootte darmoppervlak
- First pass effect, biologische beschikbaarheid
Wat verandert er bij de distributie bij ouderen?
- Meer vet, minder lichaamswater: toename halfwaarde tijd lipofiele stoffen door groter verdelingsvolume
- Daling albumine: toename vrij fractie, afname halfwaarde tijd
Bij welke medicatie moet je extra goed opletten bij ouderen?
Coumarinederivaten en digoxine
Wat verandert er bij het metabolisme bij ouderen?
- Lever volume/doorbloeding daalt: hepatische klaring daalt
- Afname fase 1 metabolisme (CYP450 enzymen)
- Genetische factoren (polymorfismen, enzymen inductoren en remmers)
Waarom had isoniazide 2 Gausse’s curves?
2 varianten acytelerings enzymen: snel en langzaam
Wat verandert er bij de eliminatie bij ouderen?
- Nier functie/doorbloeding daalt: renale klaring daalt
- Plasma renine concentratie daalt: aldosteron daalt -> risico hyperkaliëmie
Wat is de formule voor de steady state concentratie?
(D x t1/2) : (Vd x ln2 x t)
Wat is de therapeutische breedte?
Verschil in concentratie waarbij het gewenste effect wordt bereikt en waarbij bijwerkingen optreden
Wat zijn gevolgen van een te hoge steady state concentratie?
- Krachtigere (bij)werking
- Grotere kans interactie met andere farmaca
Welke farmacokinetische interacties kunnen optreden?
- Absorptie: effect op darmmotiliteit
- Verdeling: effect op eiwitbinding
- Metabolisme: enzyminductoren/remmers
- Eliminatie: effect op urineflow/pH
Welke farmacodynamische interacties kunnen optreden?
- Additief: bij zelfde effect/dubbel effect
- Synergie/potentiëring: versterking van elkaar effect (bij diureticum + laxans -> hypokaliëmie)
- Antagonisme: verminderde werking
Wat gebeurt er met de farmacodynamiek bij ouderen?
- Verandering dichtheid of gevoeligheid receptoren
- Gevolgen ziekten
- Verminderde compensatie
Welke faramacodynamische verschillen zijn er tussen mannen en vrouwen?
- Vrouw: tragere maaglediging en minder zuur productie
- Man: langer, zwaarder, groter bloedvolume en spiermassa, relatief minder vet (groter Vd)
- Fase 1 sneller bij vrouwen, fase 2 sneller bij mannen
- Mannen hogere GFR: snellere renale klaring
Waarom gebruiken vrouwen 1,5x vaker geneesmiddelen?
Vrouwen worden ouder en gebruiken vaak anticonceptiva
Hoeveel ziekenhuisopnamen zijn er jaarlijks als gevolg van farmaca?
10000-20000 van de 100-200 miljoen voorschriften (0,01%)
Waardoor kunnen allergische reacties op geneesmiddelen optreden?
- Niet dosis afhankelijk, pas na herhaalde toediening
- Door binding aan grotere moleculen
- Door binding aan rode bloedcellen (hemolytische anemie), leukocyten (agranulocytose) of bloedplaatjes (thrombocytopenie)
Wat is idiosyncrasie?
Abnormale reactie op een geneesmiddel met een genetische achtergrond
- Bijv cholinesterase deficiëntie die leidt tot langere werking suxamethonium (spierverslapper)
Wat is het effect van roken en alcohol op medicatie?
- Roken/Nicotine: leidt to sympatische stimulatie
- Alcohol: synergetische interactie met centraal aangrijpende middelen
Wat is het gevaar van niet selectieve b- antagonisten?
Bronchoconstrictie
Waarom is het onderzoeken van teratogene/mutagene/carcinogene bijwerkingen met behulp van dierenproeven lastig?
- Dergelijke bijwerkingen treden zeer zelden op
- Moeilijk te onderscheiden van spontane mutaties
- Dierlijke metabolisme is anders dan menselijk
Hoe worden de therapeutische index en therapeutische breedte berekend?
- Therapeutische index = LD50/ED50
- Therapeutische breedte = LD50 - ED50
ED50 = 50% efffect, LD50 = 50% overlijden
Hoe kunnen bijwerkingen worden ingedeeld?
Type A: min of meer voorspelbaar
Type B: min of meer onvoorspelbaar
Wat gebeurt er in fase 4 van geneesmiddel ontwikkeling?
Introductie op de markt en registratie nieuwe bijwerkingen (met name type B bijwerkingen)