11_2 Flashcards
Ik moet haasten, anders kom ik te laat
I have to hurry, otherwise I’ll be late
Ik moet me haasten, anders kom ik te laat
I have to hurry, otherwise I’ll be late
Hij verslaapt zich vaak
He often overslept
zij heeft zich nog nooit verslapen
she has never overslept
De kinderen hebben zich niet goed gedragen
The children did not behave well
Ik verbaas me over de verkiezingsuitslag
I am surprised at the election results
Herinner jij je onze leraar Frans nog
Do you remember our French teacher?
Wij hebben ons op het feest geamuseerd
We have a good time at the party
Verveel jij je nooit tijdens de zomervakantie
You will never be bored during the summer holidays
Ik hou even veel van vlees als van vis
I love meat as much as fish
de groente soep is even lekker als de tomatensoep
the vegetable soup is just as tasty as the tomato soup
Ik hou net zo veel van vlees als van vis
I love meat as much as fish
Dit schilderij van Rubens is net zo mooi als dat schilderij
This painting by Rubens is just as beautiful as that painting
jaap houdt niet van licht zoete witte wijn, maar wel van zeer zoete witte wijn
Jaap does not like slightly sweet white wine, but very sweet white wine
Nellie vindt witte wijn even lekker als rode wijn
Nellie likes white wine as much as red wine
Marion houdt meer van rode wijn dan witte wijn
MArion loves red wine more than white wine
Arend vindt vollen en robuuste rode wijn lekkerder dan lichte rode wijn
Arend finds fuller and robust red wine better than light red wine
Renate houdt niet van rode wijn maar wel van zeer zoete witte wijn
Renate does not like red wine but very sweet white wine
Kim vindt rode soepele en fruitige wijn even lekker als witte droge wijn
Kim finds red smooth and fruity wine just as tasty as white dry wine
Hij vindt zoete wijn niet lekker
He doesn’t like sweet wine