10-3 Flashcards
Dit de CD die ik gister gekocht heb
This is the CD I bought yesterday
Dat is het overhemd dat ik zoek
That’s the shirt I’m looking for
Dat is een goede film
That’s a good movie
Dit zijn Martins boeken
These are Martin’s books
Dat zijn mooie foto’s
Those are beautiful pictures
De tuin was enorm
The garden was huge
Het appartement was erg klein
The apartment was very small
De oefeningen waren moeilijk
The exercises were difficult
De tuin die we hadden, was enorm
The garden we had was huge
Het appartement dat ik had, was erg klein
The apartment that I had was very small
De oefeningen die we moesten maken, waren moeilijk
The exercises we had to do were difficult
de auto die Jan gekocht heeft, is erg mooi
the car that Jan bought is very beautiful
De boom die in mijn tuin staat, is erg oud
The tree that is in my garden is very old
het schilderij dat ik heb gekocht, is van een bekende schilder.
the painting that I bought is from a famous painter.
de klok die in mijn keuken hangt, loopt achter
the clock hanging in my kitchen is lagging behind