ZO Les 2.2 Flashcards
Innoveren draait niet enkel op de theorie -> waar moet je allemaal rekening mee houden?
- Wat is de vraag vd doelgroep?
- Adopteren vd technologie
> Vaak te maken met weerstand (bij ouderen, oudere zorgverleners; vinden technologie
niks) - Instrueren en implementeren
> Goed kijken hoe je iedereen meeneemt, wat is de behoefte.
Innovatie bestaat voor 75% uit de sociale vernieuwing (dus het meenemen vd doelgroep en stakeholders) en enkel voor 25% uit de aanpassing vd technologie.
Design Thinking model
Empathize Define Ideate Prototype Test
Innovatie ruimte =
Beschrijft de mogelijkheden van een organisatie om te innoveren
De innovatie ruimte:
Zowel voor bedrijven als voor organisatie geldt dat zij op elk onderdeel van een organisatiestrategie kunnen innoveren.
Deze organisatiestrategie is gebaseerd op het in samenhang met elkaar beantwoorden vd volgende 3 vragen:
1) Wat gaan we aanbieden?
> welke producten? gaat om bepalen van zowel alle kenmerken vh kernproduct, als de
gratis of betaalde aanvullende elementen.
2) Aan wie gaan we het aanbieden?
> Voor welke doelgroep het product bedoeld is
3) Hoe gaan we het maken en aanbieden?
> gaat het over de processen die de organisaties uitvoert om het aanbod bij de
doelgroep te brengen.
Deze vragen bepalen niet alleen de organisatiestrategie maar ook de innovatieruimte
Soorten innovaties:
Productinnovatie = als de organisatie besluit andere goederen of diensten te gaan aanbieden. (Wat?)
Marktinnovatie = als de organisatie besluit zich op nieuwe doelgroepen te gaan richten. (Voor wie?)
Procesinnovatie = als de organisatie besluit om de goederen of diensten op een andere manier te gaan voortbrengen. (Hoe?)
Productinnovaties:
Hierbij gaat het om het aanbieden van nieuwe goederen, diensten of ideeën. De innovatie kan zowel het kernproduct als de aanvullende elementen betreffen.
Van productinnovatie is alleen sprake als het nieuwe product in de ogen van afnemers meerwaarde oplevert.
- Als klanten een vernieuwing niet als verbetering ervaren, is er geen sprake van productinnovatie, ook als de vernieuwing in technische zin op een verbetering lijkt.
Er zijn 3 mogelijkheden om tot productinnovaties te komen.
3 mogelijkheden om tot productinnovaties te komen:
1) Goedkopere product -> hetzelfde product tegen een lagere prijs aanbieden.
> Makkelijkste manier: winstmarge verlagen (wel minst aantrekkelijk)
> Duurzaamste manier: via procesinnovatie de kosten van inkoop, productie en/of
verkoop te verminderen.
2) Verbeterde product -> door met een verbeterd product beter te voorzien in
klantbehoefte. Manieren om kwaliteit van product te verhogen:
> vergroten vh gebruikersgemak, milieuvriendelijkheid, levensduur, houdbaarheid,
aantal functies vh product.
Massamaatwerk = in dit geval krijgt elke klant precies wat deze zelf wenst.
3) Radicaal nieuwe producten -> door met een radicaal nieuw product te voorzien in /
onvervulde klantbehoeften.
> radicaal nieuwe producten = echt nieuwe producten die voorzien in behoeften waarin
nog niet werd voorzien.
Marktinnovaties:
Marktinnovaties zijn innovaties waarbij organisaties besluiten hun producten aan te bieden aan nieuwe groepen klanten.
Er zijn 3 mogelijkheden om tot marktinnovaties te komen:
> nieuwe doelgroep, vergelijkbare doelgroep in ander gebied, segment (binnen huidige doelgroep)
3 mogelijkheden om tot marktinnovaties te komen:
1) Nieuwe doelgroep -> situaties waarin bedrijven zich gaan richten op nieuwe doelgroepen.
> Hoewel elk bedrijf zich richt op een doelgroep, wordt een deel vd producten gekocht
door klanten buiten die doelgroep. Als deze groep groeit -> nieuwe doelgroep expliciet
te bedienen.
2) Segmentatie -> situaties waarin bedrijven zich gaan richten op een specifieke groep
klanten binnen hun huidige doelgroep.
> Niet elke klant heeft precies dezelfde wensen -> er zijn binnen de doelgroep
subgroepen ((markt)segmenten) –> deze hebben andere wensen en behoeften. Door
productvarianten te ontwikkelen die hierop inspelen kan een bedrijf zijn positie in een
deelmarkt versterken.
3) Vergelijkbare doelgroep in een ander gebied -> situaties waarin bedrijven zich gaan
richten op een vergelijkbare doelgroep gevestigd in een ander gebied.
> Als onderneming in bepaald geografisch gebied actief is, vaststelt dat in ander gebied
vergelijkbare doelgroep aanwezig is, die nog niet goed wordt bediend -> dan ligt het
voor de hand om ook actief te worden in dat gebied.
Procesinnovaties:
Procesinnovaties verbeteren de wijze waarop een organisatie producten voortbrengt en aan de doelgroep aanbiedt. Het gaat hierbij om een uitvoering om alle activiteiten die worden ondernomen om de doelstelling vd organisatie te realiseren.
Daarnaast kan het ook betrekking hebben op de externe waardeketen (value chain management).
3 mogelijkheden om tot procesinnovaties te komen:
lagere kosten, hogere kwaliteit, sneller reageren
3 mogelijkheden om tot procesinnovatie te komen:
1) Kosten verlaging -> organisaties kunnen leren hetzelfde product tegen lagere kosten voort te brengen.
> andere apparaten of materialen gebruiken. werkzaamheden uitbesteden naar
lageloonlanden.
2) Kwaliteitsverbetering -> kwalitatief betere producten maken
> Doel hiervan is te zorgen dat de betrouwbaarheid vd werking vh product wordt
verhoogd.
> Six Sigma = bekende methode om de kwaliteit van processen te verbeteren door de
oorzaken ervan defecten of fouten op te sporen en te verwijderen, om zo de variatie in
processen te reduceren.
3) Hogere reactiesnelheid -> processen zodanig inrichten dat ze sneller kunnen reageren
op vraagveranderingen.
> Het kost vaak veel tijd om een verandering in een organisatie te realiseren, daarom
proberen de bedrijven hun reactiesnelheid te verhogen.
Innovatieradar:
De innovatieradar integreet de invalshoeken product, markt en proces met elkaar en heeft als doel managers op een meer alomvattende manier over innoveren te laten nadenken.
Het model onderscheidt 12 dimensies waarop organisaties kunnen innoveren:
> aanbod, platform, oplossingen, klanten, klantervaring, waarde-verkrijging, processen, organisatie, waardeketen, aanwezigheid, netwerken en merk.
Bedrijfsmodel:
Bedrijfsmodel toont ook de samenhang tussen product, markt en proces.
Een bedrijfsmodel = een beschrijving van de wijze waarop een bedrijf waarde voor klanten creëert, waarde levert en waarde voor zichzelf veiligstelt.
Sociale innovaties:
Sociale innovaties zijn innovaties die een sociaal doel dienen.
Dergelijke innovaties willen de wijze waarop wij met elkaar omgaan in de samenleving verbeteren of zwakkeren in de maatschappij kansen bieden.
Soorten innovaties:
Mate van verandering:
> Incrementeel vs radicaal
Bron verandering:
> Marktgedreven vs technologiegedreven
Reikwijdte verandering:
> Autonoom vs systeem
Alle 2-delingen onderscheiden 2 uitersten op dezelfde schaal –> maar allerlei tussenvormen zijn mogelijk.