OZ Les 3.1 Flashcards

1
Q

Wat is probleemomschrijving?

A

Probleemomschrijving = probleemstelling + doelstelling

Probleemstelling -> centrale vraag van je onderzoek
Doelstelling -> functie vh onderzoek voor opdrachtgever, onderzoeker en/of organisatie

Probleemstelling is de hoofdvraag die je met het onderzoek beantwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is probleemstelling?

A

Probleemstelling = centrale vraag van je onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is doelstelling?

A

Doelstelling = functie vh onderzoek voor opdrachtgeven, onderzoeker en/of organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe begin je met onderzoek?

A

Begin:
1) Wat is de aanleiding voor het onderzoek (wat is het probleem of de onduidelijkheid)

2) Doel van het onderzoek bepalen

3) Hoofvragen bepalen
Hoofdvraag = hetgeen dat je met het onderzoek beantwoordt. Hierop baseer je
deelvragen die je helpen antwoord te geven op de hoofdvraag.
alle antwoorden op de deelvragen samen moeten antwoord geven op de hoofdvraag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aanleiding - 6W methode

A

waarom is het nodig om een bepaald onderzoek te doen? => input voor probleemomschrijving.

Hiervoor kun je de 6W-methode gebruiken:
> Wat
> Wie
> Wanneer
> Waarom
> Waar
> Waardoor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerken probleemstelling / onderzoeksvraag

A
  • Verschillende vraagtypen
  • Vraagteken
  • 1 zin
  • Specifiek
  • Relevant
  • Samenhang met de doelstelling?
  • Duidelijke welke kennis de onderzoek nodig heeft?
  • Zijn er deelvragen over het onderwerp opgesteld?
  • Is probleemstelling volledig? -> 6W methode
  • Is probleemstelling onafhankelijk en objectief? -> opgesteld vrij van achterliggende doelen
    vd opdrachtgever.

PICO-methode voor opstellen probleemstelling / onderzoeksvraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

PICO-methode

A
P = Patiënt
I = Interventie
C = Comparison (soms hoef je geen vergelijking te hebben, hoeft er dus niet altijd in te zitten).
O = Outcome (Resultaat)

> Als deze onderdelen in vraag zitten, heb je hem ook goed beschreven.
Comparison hoeft er niet altijd in te zitten, is die nog goed om. Zitten er meerdere
onderdelen niet in -> wel erg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nut van doelen bepalen?

A

Geeft samen met probleemstelling richting aan je onderzoek

SMART

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Doelstelling SMART formuleren

A

Doelstelling beschrijft wat je wilt bereiken met het onderzoek.
Belangrijke onderdelen vd doelstelling zijn:
- Centrale formulering (niet te specifiek)
- Aanduiding vh type onderzoek (kwalitatief of kwantitatief)
- Aanduiding vd relevantie (voor de praktijk)
- Vermelding vd doelen en wensen van de opdrachtgever

De SMART-methode kan helpen bij het opstellen van de doelstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Soorten vraagtypen

A
  • Beschrijven
  • Definiëren
  • Verklaren
  • Voorspellen
  • Vergelijken
  • Evalueren
  • Voorschrijven
  • Ontwikkelingen volgen
  • Ontwerpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

6W methode bij opstellen probleemstelling

A

Start bij vraag 6 -> waardoor ontstaat het probleem? = aanleiding.
Dan vraag 1: Wat is het probleem? -> antwoord = basis van je probleemstelling.
Daarna pas vraag 2 t/m 5 (Wie, Wanneer, Waarom, Waar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Doel van deelvragen

A

= om de probleemstelling in een paar duidelijke onderdelen op te splitsen.
Kun je de deelvragen afzonderlijk beantwoorden, dan kun je ook een antwoord op de probleemstelling geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorwaarden deelvragen

A

> Moet relevant zijn
Deelvragen overlappen elkaar niet, ze vullen elkaar aan.
Deelvragen vormen een specificatie van begrippen uit probleemstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly