woordenschat thema 1 Flashcards
1
Q
traditioneel
A
als je iets doet zoals het altijd gedaan wordt
2
Q
vooruitstrevend
A
als je iets op een nieuwe manier doet
3
Q
roetzwart
A
erg zwart
4
Q
pimpelpaars
A
fel paars
5
Q
grasgroen
A
lichtgroen de kleur van gras
6
Q
bloedrood
A
felrood de kleur van bloed
7
Q
allesbehalve
A
helemaal niet
8
Q
de invloed
A
als je iets kunt veranderen of iemand (van mening) kunt laten veranderen
9
Q
maatregel
A
je zorgt ervoor dat iets in orde komt
10
Q
opvoeden
A
een kind leren wat wel of niet mag of wat wel of niet moet
11
Q
bezaaid met
A
vol met de straat was bezaaid met afgevallen bladeren
12
Q
ergens geen boodschap aan hebben
A
je ergens niets van aantrekken