thema 6 week 1 Flashcards

1
Q

consequent

A

als je doet wat je van tevoren hebt gezegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

inconsequent

A

als je niet doet wat je van tevoren hebt gezegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

communicatie

A

het delen van ideeën en informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verbale communicatie

A

communicatie door middel van woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

non verbale communicatie

A

communicatie zonder woorden bijvoorbeeld lichaamstaal symbolen (zoals verkeersborden) kleding of geluiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

van nature

A

iets wat vanzelf gaat wat je niet hebt hoeven leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

achterhalen

A

ergens achter komen uitvinden wat er bedoeld wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het verband

A

als twee dingen met elkaar te maken hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nagenoeg

A

zo goed als

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

afstemmen op

A

ervoor zorgen dat iets bij iets anders past

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

het oogcontact

A

de band die je (even) met iemand hebt als je elkaar in de ogen kijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

spreken is zilver zwijgen is goud

A

het is goed als je je mond durft open te doen maar soms is het verstandiger om even niets te zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly