thema 7 week 1 Flashcards

1
Q

redacteur

A

degene die teksten bij een krant boek of tijdschrift nakijkt en verbetert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de vormgever

A

degene die ervoor zorgt dat de paginas van een krant boek of tijdschrift mooi en leesbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de drukker

A

degene die ervoor zorgt dat beeld en tekst van een krant boek of tijdschrift op papier afgedrukt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aanbevelen

A

zeggen dat iets of iemand goed is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

afraden

A

zeggen dat iets of iemand niet goed is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de belevenis

A

iets (spannends) wat je meemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

favoriet

A

datgene wat je het mooiste of het beste vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geloofwaardig

A

iets waarvan je kunt geloven dat het waar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stichten

A

iets laten ontstaan iets beginnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voldoen aan

A

iets is zoals het zou moeten zijn de mooie vakantie voldeed aan onze verwachtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bedwingen

A

tegenhouden overwinnen tamara kon haar boosheid niet bedwingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly