thema 2 week 2 Flashcards
1
Q
zelden
A
bijna nooit
2
Q
regelmatig
A
vaak
3
Q
voortdurend
A
de hele tijd het houdt niet op
4
Q
de cooling-down
A
oefeningen om je spieren af te laten koelen na het sporten
5
Q
de warming-up
A
oefeningen om je spieren op te warmen voor het sporten
6
Q
zich uitsloven
A
op een overdreven manier je best doen voor iets
7
Q
mekkeren
A
zeuren
8
Q
iemand aftroeven
A
je doet iets waardoor je iemand te slim af bent
9
Q
het rubber
A
een stof die je kunt uitrekken je kunt er bijvoorbeeld elastiekjes en autobanden van maken
10
Q
noodzakelijk
A
het moet echt
11
Q
wat mij betreft
A
als het aan mij ligt
12
Q
de intresse
A
als je ergens interesse in hebt wil je er veel over weten