thema 3 week 1 Flashcards
g5gbg gv ghhggghffghj
1
Q
spotgoedkoop
A
heel erg goedkoop
2
Q
Betaalbaar
A
Het is te betalen het is niet zo duur
3
Q
peperduur
A
heel erg duur
4
Q
hip
A
erg leuk en modern
5
Q
beeldig
A
heel mooi enig
6
Q
kirren
A
hoge lacherige geluiden maken
7
Q
op grond van
A
vanwege dat is de reden hij kreeg een boete op grond van het rijden door rood licht
8
Q
slagen
A
lukken
9
Q
waaronder
A
als iets erbij hoort ik heb drie pennen waaronder een rode
10
Q
overstuur
A
in de war en zenuwachtig zijn omdat er iets vervelends is gebeurd
11
Q
geen hoge pet van iemand op hebben
A
vinden dat iemand ergens niet zo goed in is
12
Q
iemand stroop om de mond smeren
A
aardig tegen iemand doen omdat je iets van hem wilt