thema 8 taal Flashcards

ghgfdghjmfgchtyfxgrjycgdtufyhg

1
Q

een bod doen

A

het bedrag noemen waarvoor je iets wilt kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

afdingen

A

proberen iets voor minder geld te krijgen dan er eerst gevraagd werd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pittig

A

vol kracht en energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sloom

A

slap en zonder energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uitermate

A

heel erg buitengewoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de opwelling

A

een moment waarbij je plotseling iets denkt of doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de beschrijving

A

de woorden waarmee je vertelt hoe iets of iemand eruitziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ijzig

A

kil en koel als het over een persoon gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

opbrengen

A

hoeveel er voor iets betaald wordt het schilderij bracht 500-op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoogstens

A

het hoogste het meeste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gniffelen

A

stiekem lachen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voor een prikkie

A

voor heel weinig geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly