woordenschat Lesedossier Flashcards
de onderneming
das geschaft
het meubel
das mobel
de mensen
die leute
oud
alt
het gordijn
Der vorhang
het plezier
der spab
froh
vrolijk
elke
jede
meerdere
merhere
nieuw
neu
verkopen
verkaufen
Week
Woche
dieven
diebe
het huis
das haus
stelen
klauen
de tuin
der garten
daar
dort
de snackbar
der imbiss
de sleutel
der sluchssel
de frietjes
der pommes
reeds al
schon
de inbraak
der einbruch
de politie
die polizei
de voetbalspeler
der fusbalspieler
het wereldkampioenschap
die weltmeisterschaft
meer dan
uber
houden
behalten
doneren
spenden
totale
gesamte
het doel
der zweck
of
oder
De voetbalspeler
die fusbalspieler
het wereldkampioenschap
das weltmeisterschaft
meer dan
uber
houden
behalten
schenken
spenden
totale
gesamte
het doel
der zweck
enkel
nur
de schildpad
die schildkrote
het nijlpaard
das nilpferd
de vriend
der freund
wandelen
spazieren gehen
tesamen
gemeinsam
verrast zijn
uberrascht sein
een thuis
ein Zuhause
de wereld
die welt
doorbrengen
verbringen
vriendschap
freundschaft
de organisatie
das ereignis
het uur
die stunde
in totaal
ingesamt
succesvol
erfolgreich
de ziekte
die krankheit
de kanker
der krebs
gevaarlijk
gefahrlich
helemaal
ganz
de klant
der kunde
de kok
der koch
uitnodigen
einladen
controleren
nachsehen
het gerecht
das gericht
de geboortestad
die heimatstad
de keuken
die kuche
