ENGELS UNIT 2 Flashcards
een klif
a cliff
de kustwacht
a coastguard
eeen gevolg
a consequence
een rage
a craze
een weddenschap
a dare
een sterftegeval
a death
een pier
a pier
een risico
a risk
fotos nemen van hoge gebouwen
rooftopping
het onbekende
the unknown
camoufleren
to camouflage
van de rotsen springen
to tombstone
adembenemend
breathttaking
dodelijk
fatal
onvermijdelijk
inevitable
in het bijzonder
particularly
ondiep
shallow
scherp
sharp
to risk life and limb
je leven riskeren
ondanks
despite
gezond verstand
common sense
cyberaanval
cyberattack
cybermisdaad
cybercrime
veilighedi
safety
terrorisme
terrorism
een transactie
a transaction
een truuc
a trick
een slachtoffer
a victim
een testament
a will
storten
to deposit
leegmaken
to empty
bekostigen
to finance
voor de gek houden
to fool
inbreken
to hack
overtuigen
to persuade
doen alsof
to pretened
beschermen
to protect
op gepaste wijze
appropriately
een uitbraak
an outbreak
een vooruitizcht
a prospect
uitbarsten
to errupt
besmetten
to infect
beperken
to restrict
verhongeren
to starve
besmettelijk
contagious
angstaanjagend
terrifying
aan je lot overgelateen worden
leaving someone to their own devices
gebruikmaken van
to take advantage of
de apocalyps
the apocalypse
een storm
a blizzard
een bosbrand
a bushfire
een cycloon
a cyclone
een droogte
a drought
een aardbeving
an earthquake
een overstoming
a flooding
een moesson
a monsoon
een schuilplaats
a shelter
een tsnunami
a tsnunami
een natuurrbrand
a wildfire
evacueren
to evacuate
ervaren
to experience
vluchten
to fled
woeden
raged
een bunker
a bunker
de ineenstorting
the collapse
een vertraging
a delay
een oefening
a drill
een noodgeval
an emergency
de overleving
the survival
een overlever
a survivalist
overdreven reageren
to overreact