Aardrijkskunde examen Flashcards

1
Q

Wat zijn gevolgen voor de hydrosfeer?

A

minder sneeuwdagen
- het zeewater warmt op dit zorgt ervoor dat zeedieren die niet goed tegen temperatuurverschillen kunnen gaan uitsterven

  • Zeewater zwelt op Als water warmer wordt zet het ook uit dit zorgt ervoor dat de zeespiegel stijgt .
  • Zeewater wordt zuurder omdat er meer co2 wordt opgenomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de gevolgen voor de biosfeer?

A

Dieren kunnen de migratie nauwelijks volgen door versnipperende habitat. diersoorten verdwijnen hun habiat verandert ze kunnen zich vaak niet snel genoeg aanpassen.

In belgie treffen we ook diersoorten aan die hier niet thuishoren bijvoorbeeld de tijgermug.die speelt een rol in het verspreiden van bepaalde ziektes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Invloed op de atmosfeer?

A

We worden gecongfronteerd met extreme weerevents bv tyfoons

-stortregen
-hittegolven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn positieve gevolgen van klimaatverandering?

A

CO2 concentratie stijgt planten kunnen sneller groeien en mogelijks ook landbouwgewassen.

  • in regio’s waar het vroeger te koud was om te wonen is het nu wel mogelijk om te wonen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de ongelijke verspreiding van de bevolking?

A

Amerika 1 miljard
Afrika 1 miljard
europa 1 miljard
Azie 4 miljard

reden: in sommige is het te warm of te koud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de natuurlijke aangroei?

A

de natuurlijke bevolkingsaangroei heb je als alle veranderingen in de omgeving het gevolg zijn van geboorte of sterfte

verschil is positief als geboortecijfer groter is dan sterftecijfer(geboorte overschot)

negatief als sterftecijfer groter is dan geboortecijfer.( sterfte overschot)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een demografisch transitiemodel?

A

Dit diagram vergelijkt het aantal geboorte en sterftecijfers er zijn 4 fases belgie is in fase 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het begrip vergrijzing?

A

De gemiddelde bevolking wordt ouder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een itern ontheemde ?

A

Persoon die op de vlucht is in eigen land en gedwongen is om zijn of haar woonplaats te ontvluchtendoor bv oorlog of natuurrampen, of schending van de mensenrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Asielzoeker?

A

Vraagt in een land asiel aan uit vrees voor oorlog of vervolging ze hebben de asiel procedure nog niet volledig doorlopen.soms (kandidaat-vluchtelingen genoemd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Migrant

A

algemene term voor iemand die zich vestigd in een land om er een lange tijd te blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Illegaal

A

verblijft in land zonder papieren

asielaanvraag werd geweigerd
in het geheim binnengeraakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitgeprocedeerde

A

asielaanvraag is afgewezen persoon moet het land verlaten .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vlucteling

A

verlaten hun huis uit vrees voor geweld door hun ras , religie , nationaliteit .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom vertekken we ?

A

Er is atlijd een reden waarom je vertrekt dit zijn de zogenaamde push en pull factoren

push factoren : zetten mensen aan hun herkomst land te verlaten ( economishce, socuale of politieke factoren )

pull factoren trekken mensen aan tot welbepaalde landen (aantrekkende factoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom vertrekken meer en meer mensen naar een stad?

A

Om werk te vinden transport, meer voorzieningen , mensen die je al kent wonen er .

stad en migratie zijn verbonden dit zorgt voor diversiteit

17
Q

grootsteden;

A

steden zoals Parijs Barcelona Londen

18
Q

Wat is superdiversiteit?

A

veel verschillen in afkomst leeftijd religie cultuur en opleidingsniveau in 1 stad.

19
Q

Welke uitdagingen kan superdiversiteit hebben?

A

Taal, racisme en dsicriminatie
verschil in waarden en normen

20
Q

Wat is een ecologische duurzaame stad?

A

Zorgt voor niet te veel uitsoot aangenaam om in te leven genoeg groen

21
Q

megastad:

A

in een megastad wonen er meer dan 10 miljoen mensen

22
Q

miljoenenstad

A

algemen term voor eens tad waar meer dan 1 miloenen wonen

23
Q

Wat is immigreren en emigreren?

A

samen vormen deze twee termen het migratiesaldo. Immigreren betekent in migreren en dat is dus toekomen in een land . Emmigreren is hiervan het tegenovergestelde en betekent weg migreren.

24
Q

Hoe noem je grootsteden waar

A

majority-minority cities

25
Q
A