Woordenschat en "E" + "F" Flashcards
1
Q
écologique
A
ecologisch
2
Q
l’habitude alimentaire
A
de eetgewoonte(s,en)
3
Q
propre/ à soi
A
eigen
4
Q
être agacé, irrité
A
zich ergeren aan iets
5
Q
reconnaître
A
erkennen !onscheidbaar
6
Q
flexitarien
A
de flexitariër