Wet en regelgeving Flashcards

1
Q

Wat is het doel van de BIG wet? (wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg)

A

Het bewaken van een goede beroepsuitoefening door de individuele professionals in de gezondheidszorg, voor effectieve zorg en samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de instrumenten voor kwaliteitsbewaking ?

A
  1. titelbescherming door registratie
  2. titelbescherming door opleiding
  3. voorbehouden handelingen, door zelfstandig bevoegden
  4. voorbehouden handelingen, door opdracht en functionele zelfstandigheid
  5. tuchtrecht
  6. strafbepalingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke beroepen vallen onder artikel 3 in de BIG registratie?

A
  1. Artsen
  2. tandartsen
  3. apothekers
  4. gezondheidszorgpsychologen
  5. psychotherapeuten
  6. fysiotherapeuten
  7. verloskundigen
  8. verpleegkundigen
  9. physician assistants
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is een BIG registratie mogelijk?

A

registratie is pas mogelijk als de zorgverlener aan de juiste opleidingseisen voldoet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de artikel 34 beroepen?

A

paramedici zoals ergotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de tuchtrecht ?

A

 Hierin gaat het om de vraag of de zorgverlener verwijtbaar tekortgeschoten is in zijn zorg voor de patiënt.
 Geldt alleen voor artikel 3-beroepen en de nieuwe zorgberoepen
 Een college van vooral beroepsgenoten geeft, naar aanleiding van een ingediende klacht, een bindend oordeel
over het handelen van een collega. Uitspraak geeft aan:
o Gegrond: college vindt dat de klager gelijk heeft
o Ongegrond: college vindt dat de professional geen verwijt kan worden gemaakt van zijn handelen
o Gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond: college legt meestal maatregel op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wie zijn er bevoegd om een klacht in te dienen bij de tuchtrecht ?

A

o Patiënt en zijn naaste familieleden
o Instelling waar de zorgverlener werkzaam is
o Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
o Zorgverlener die de opdracht heeft verleend aan de aan te klagen zorgverlener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke maatregelen zijn er mogelijk bij de tuchtrecht?

A
o Waarschuwing
o Berisping
o Geldboete van maximaal 4500 euro
o Voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het beroepsregister
o Schorsing
o Gedeeltelijke ontzegging
o Doorhaling van de inschrijving
o Doorhaling met breed beroepsverbod
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat heeft de big registratie met de tuchtrecht te maken?

A

o Is openbaar
o Zorgverlener is verplicht om in correspondentie met zijn patiënt zijn BIG-nummer te vermelden
o Bepaalde maatregelen, opgelegd door het tuchtcollege, worden vermeld in het register:
 (voorwaardelijke) schorsing
 Gedeeltelijke ontzegging
 Doorhaling
 Doorhaling met het beroepsverbod
o Tuchtrechtelijke normen waaraan optreden van zorgverlener wordt getoetst:
 Tekortschieten in de zorgvuldigheid t.o.v. de patiënt en zijn naasten of t.o.v. mensen die in
medische nood verkeren en hulp nodig hebben
 Zich niet gedragen zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het doel van recht?

A

het recht wordt gezien als een belangrijk instrument om de samenleving te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de functies van het recht?

A

• Geschil oplossend: het ordenen van een vreedzame en rechtvaardige samenleving
• Normatief: gedragsregels (normen) die door iedereen opgevolgd moeten worden, overtreding
wordt gestraft. Bijv. Moord, diefstal, discriminatie. Regels waarvan het grootste gedeelte van de
samenleving vindt dat deze opgevolgd moet woerden
• Additioneel: rechtsregels die een aanvulling vormen op wat er tussen partijen zelf is afgesproken,
vaak in onvoorziene gevallen
• Instrumenteel: heeft niets met normbesef te maken, wel belangrijk om de maatschappij in goede
banen te leiden. Bijv. Verkeersregels. Wetgever heeft bepaald dat bepaalde dingen op een bepaalde
manier moeten gebeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke rechtsbronnen zijn er?

A

• Wet: dit is de belangrijkste vindplaats van het recht. Wetten zijn algemeen geldende regels
afkomstig van een overheidsorgaan (Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Strafrecht,
Wegenverkeerswet enz.)
• Jurisprudentie/rechtspraak: wanneer de toepassing van de wet in een concrete situatie niet
duidelijk is, komt het soms tot een rechtszaak. Het is dan aan de rechter om in zijn uitspraak de wet
uit te leggen en tot te passen (interpreteren) op de zaak die aan hem is voorgelegd. De verzameling
van rechterlijke uitspraken vormt daarmee een belangrijke rechtsbron.
• Het internationale verdrag: het internationale recht speelt tegenwoordig een grote rol in de
samenleven. Steeds meer regels en wetten worden op hoger niveau gemaakt en gelden ook voor
Nederland. Zo zijn verdragen en wetten uit de rechtsorde steeds meer van belang geworden en is
dit soort recht verheven tot een onafhankelijke rechtsbron.
• Gewoonte: dit zijn bindende rechtsregels, welke niet in onze wet zijn vastgelegd, maar wel degelijk
gelden binnen een bepaalde groep mensen. Het moet dus gaan om een vaststaand en door
iedereen in een bepaalde sector erkend gebruik dat n die kring ook als recht wordt ervaren. Er is
sprake van een rechtsregel van gewoonterecht als een ongeschreven regels onafgebroken en over
langere tijd is gebruikt, vaak genoeg is herhaald en in het algemeen wordt geaccepteerd als recht of
plicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke rechtsgebieden zijn er?

A
  • Burgerlijk recht/privaatrecht/civiel recht
  • Publieksrecht
  • Internationaal recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het burgerlijk recht?

A

o Burgers (en bedrijven) onderling (koper - verkoper, werkgever - werknemer)
o Geen opsporingsdienst die controleert op naleving
o Burger of ondernemer moet zelf initiatief nemen door zaak aan de burgerlijke rechter voor
te leggen
o Burgerlijk Wetboek (rechten en plichten), Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
(procesregels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het publieksrecht?

A

o Burger vs. Overheid of overheidsinstanties onderling
o Bestuursrecht
§ Het geheel van rechtsregels die de bestuurlijke bedrijvigheid beheersen van
overheidsorganen die tot de uitvoerende macht behoren
§ Stelt de overheid in staat om te zorgen voor een goede gang van zaken in de
samenleving
§ Bijv: belastingwetgeving, sociale zekerheid, Wet BIG
§ De algemene wet bestuursrecht schept een algemeen kader voor de verschillende
onderdelen van het bestuursrecht.
o Staatsrecht
§ Geeft regels voor een democratische organisatie van onze overheid en beschrijft de
grondrechten van burgers
§ Heeft betrekken op de organen van de staat, op de instelling ervan, hun
bevoegdheden, hun verhouding tot elkaar en die tot de burgers.
§ De grondwet, met daarin de fundamenten van onze rechtsstaat vormt de grondslag
van het staatsrecht
o Strafrecht
§ Allen die geboden en verboden die bij overtreding een schending van onze
rechtsorde opleveren. Dat is een zaak van openbaar belang en daarom gaat de
overheid (politie, justitie en rechter) zich ermee bemoeien
§ Wetboek van Strafrecht
§ Bijv.: diefstal, vernieling, doodslag enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het internationaal recht?

A

o Nederlandse rechter is verplicht om verdragsbepalingen die zich daarvoor lenen
rechtstreeks toe te passen op zaken die worden voorgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke wetgevers zijn er?

A

• Nationaal: wetgever op centraal niveau, samengesteld uit de regering en de Staten-Generaal
(eerste en tweede kamer), vormen samen de regelgeving uit Den Haag
• Decentraal: provinciaal en gemeentelijk niveau, geen wet maar verordening
• Andere instanties: bijv. De Sociaal Economische Raad (SER)

18
Q

wat is de rangorde tussen wetgevende organen?

A

• Hogere regels gaan boven lagere regels (provincie boven gemeenten, formele wet boven provinciaal
enz.)
• Jongere regels gaan boven oudere regels
• Bijzondere regels gaan boven algemene regels

19
Q

wat doet het gezondheidsrecht?

A

Gezondheidsrecht ziet o.a. toe op de rechten van:
• De patiënt
• De zorgverlener
• De zorgaanbieder
• De kwaliteit van de zorg
• De organisatie en financiering van de zorg

20
Q

wat zijn rechtsbeginselen?

A

Algemene normen die het fundament vormen voor het recht

21
Q

welke 3 belangrijke rechtsverschijnselen zijn er ?

A

• Zelfbeschikking: vrijheid die ieder mens heeft om zoveel mogelijk zelf te beslissen
• Bescherming: er moet verantwoordelijkheid worden genomen voor mensen die (dringend) hulp en
zorg behoeven
• Gelijkheid en verbod op discriminatie: iedereen in gelijke omstandigheden behoort aanspraak te
kunnen maken op goede zorg

22
Q

wat is de wet toelating zorginstellingen?

A

Zorginstellingen die zorg willen aanbieden, die op grond van de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg
voor vergoeding in aanmerking komt, moeten aan bepaalde eisen voldoen. Deze zijn vastgelegd in de WTZI.
De wet stelt voornamelijk eisen aan goed bestuur

23
Q

wat zijn de belangrijke patiëntenrechten?

A

• Informatie: De zorgverlener heeft de plicht om cliënten zo goed mogelijk te informeren. Hierbij
moet hij nagaan of de cliënt alles begrepen
• Toestemming: alleen wanneer de cliënt toestemming geeft, mogen zijn gegevens gedeeld worden
aan derden.
• Geheimhouding: De zorgverlener heeft een geheimhouding verplicht. Hierop zijn echter wel enkele
uitzonderingen
• Dossierplicht: de zorgverlener is verplicht een dossier aan te maken. De cliënt heeft hierin
inzagerecht
• Regels voor vertegenwoordiging minderjarigen en wilsonbekwamen: tot 12 jaar moeten de ouders
toestemming geven voor behandeling, vanaf 13/14 jaar moeten de ouders en het kind samen
toestemming geven en vanaf 16 jaar mogen jongere zelf beslissen indien het kind wilsbekwaam
wordt geacht.

24
Q

wat is het doel van de kwaliteitsregister voor de paramedici?

A

kwaliteit van beroepsuitoefening te waarborgen en zichtbaar te maken.
Er is sprake van een initiële registratie na diplomering, deze is 5 jaar geldig. Hierna moet er herregistratie
plaatsvinden, anders is iemands alleen in geregistreerd in basisregister

25
Q

wat is het belang van registratie in het kwaliteitsregister?

A

Er is geen wettelijke verplichting om een kwaliteitsregister bij te houden, dit is vrijwillig. Echter wordt de
registratie wel belangrijker, namelijk:
• Zorgverzekeraars stellen steeds meer kwaliteitsregistratie als voorwaarde bij het aangaan van een
contract.
• Werkgevers eisen kwaliteitsregistratie
• Kwaliteitsregistratie vormt een bewijs dat je up-to-date ergotherapeut bent

26
Q

hoe kan er een klacht tegen een ET worden ingediend?

A

• De Wet Kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz)
o Regelt vanaf 1 jan 2016 de behandeling van klachten en geschillen in de zorg van alle
zorgaanbieders
• Zorgbelang Nederland
o Onafhankelijk orgaan, biedt informatie over cliëntenrechten en wijst cliënten de weg
• Klachtenloket Paramedici
o Klachtenfunctionaris neemt klacht in behandeling en er volgt een uitspraak

27
Q

in welke wetten is het beroepsgeheim vastgelegd?

A

Het beroepsgeheim is vastgelegd in de Wet BIG en in de Wet geneeskundige behandelovereenkomst. Het
beroepsgeheim houdt in dat een hulpverlener niet zonder toestemming van de cliënt over hem/haar mag
vertellen aan ander.

28
Q

wat is het doel van het beroepsgeheim?

A

de drempel voor de hulpverlening zo laag mogelijk te maken.

29
Q

welke wettelijke uitzonderingen zijn er op het medisch beroepsgeheim?

A

Hierbij gaat het om het vertrekken van informatie aan:
• Medebehandelaars: hulpverlener mag gegevens over een cliënt verstrekken aan andere medisch
hulpverleners die ook rechtstreeks betrokken zijn bij de medische behandeling. De versterking van
gegevens blijft beperkt tot de gegevens die de ander nodig heeft voor de behandeling.
• Vervangers en waarnemers: hierbij geld dat toestemming mag worden verondersteld, tenzij de
cliënt anders aangeeft.
• Ouders van jongeren tot 16 jaar: ouders van jongen delen in het beroepsgeheim. De hulpverlener
mag zonder toestemming van de jongere, gegevens over hem aan zijn ouders verstrekken.
• Op grond van wettelijke plicht

30
Q

welke regeling geld voor het meldrecht veilig thuis?

A

Voor meldingen van (vermoedens van) kindermishandeling en huiselijk geweld geldt een specifieke regeling.
Artikel 5.2.6 Wmo biedt duidelijkheid over de positie van de zorgverleners en andere beroepskrachten met
een beroepsgeheim of een zwijgplicht.
Zorgverleners hebben het recht om zonder toestemming van de cliënt een vermoeden van
kindermishandeling of huiselijk geeld te melden bij Veilig Thuis, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en
kindermishandeling.

31
Q

wat zijn de stappen bij vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld?

A

• Signalen vastleggen
• Collegiale consultatie en advies vragen aan Veilig Thuis
• Een gesprek voeren met de cliënt of zijn ouders over de signalen, tenzij de veiligheid van de cliënt,
van zijn gezinsleden of van de zorgverlener een dergelijk gesprek niet mogelijk maakt
• Alle informatie wegen die door de eerste 3 stappen zijn verkregen
• Beslissen: zelfhulp bieden of organiseren, of (ook) een melding doen bij Veilig Thuis opdat de
signalen kunnen worden onderzocht en de stappen in gang kunnen worden gezet die leiden tot het
beschermen en bieden van hulp aan alle betrokkenen.

32
Q

wat is het doel van de meldcode?

A

effectief en zorgvuldig omgaan met vermoedens en signalen van huiselijk geweld en
kindermishandeling.

33
Q

waar wordt de meldcode voor gebruikt?

A

Professionals in een aantal sectoren ((jeugd)gezondheidszorg, geestelijke gezondheidzorg, jeugdzorg,
maatschappelijke ondersteuning, kinderopvang, onderwijs en leerplicht en inrichtingen en
asielzoekerscentra) verplicht om een meldcode te hanteren bij signalen van kindermishandeling en huiselijk
geweld.

34
Q

wat is het verschoningsrecht?

A

. Dit houdt in dat de zorgverlener op grond van zijn
beroepsgeheim niet kan worden verplicht om in een rechtszaak tegen zijn cliënt te getuigen. Ook verbiedt
artikel 98 het in beslag nemen van papieren en elektronische dossiers en andere cliëntgegevens bij een
verschoningsgerechtige, tenzij de zorgverlener daar toestemming voor geeft. De zorgverlener kan
toestemming voor inbeslagneming geven als:
• Hij zelf van de cliënt toestemming heeft gekregen
• Er sprake is van een conflict van plichten

35
Q

wat is goed hulpverlenerschap?

A

Goed hulpverlenerschap wil zeggen dat er gehandeld wordt:
• Conform de professionele standard
• Volgens de recente inzichten van de medische wetenschap
• Met inachtneming van de rechten van de cliënt

36
Q

welke rechten hebben cliënten t.a.v. hun dossier?

A

Inzagerecht: de cliënt heeft het recht om zijn dossier in te zien. Op grond van de AVG dient dit
binnen een maand te gebeuren. De cliënt heeft toegang tot alle gegeven tenzij de zorgverleners
gegevens met uitzondering van;
o Zwaarwegende privacybelangen van een ander dan de cliënt.
o Daarnaast mag een zorgverlener een cliënt in een zeer uitzonderlijk geval niet of niet
volledig informeren over zijn gezondheidstoestand indien hij meent dat
informatieverstrekking kennelijk ernstig nadeel zal opleveren.
Nabestaande van een overleden cliënt kunnen ook inzagerecht hebben in de volgende gevallen:
o De nabestaande beschikt over een verklaring van de cliënt waarin hij hem toestemming
geeft voor inzage
o De nabestaande heeft van de instelling gehoord dat er sprake was van een incident in de
zorg
o De nabestaande heeft een zwaarwegend belang bij inzag voor de behartiging van dit belang
is inzage nodig.
• Recht op afschrift: de cliënt heeft als hij daarom vraagt, recht op een kopie van zijn dossier. Hierop
gelden dezelfde uitzonderingen als bij het inzagerecht. Een zorgverlener mag geen vergoeding
vragen voor het afschrift.
• Correctie: wanneer de cliënt onjuiste of onvolledige informatie in zijn dossier vindt, kan hij een
verzoek indienen deze gegevens te corrigeren. Hierbij gaat het om feiten die niet kloppen of
onvolledig zijn
• Eigen verklaring: wanneer de cliënt het niet eens is met (een deel van) de inhoud van het dossier,
dan heeft hij het recht om een eigen verklaring toe te voegen. Een eigen verklaring is een tekst van
de cliënt waarin hij uitlegt waarom hij met bepaalde aantekening niet eens is.
• Vernietiging: een cliënt kan een verzoek doen voor het vernietigen van (delen van) het dossier. Een
zorgverlener moet binnen 4 weken reageren. De zorgverlener mag een verzoek alleen weigeren in
de volgende gevallen:
o Er is een wettelijke bewaarplicht die vernietiging verbiedt
o De gegevens zijn van aanmerkelijk belang voor een ander dan de cliënt

37
Q

hoe zit het met de toestemming bij minderjarigen?

A

Voor een medische behandeling is de toestemming van de cliënt nodig. Wanneer de cliënt nog geen 16 jaar
is, dan komen (ook) de ouders in beeld:
• Jonger dan 12 jaar: de ouders geven toestemming voor de behandeling. Wanneer ouders een
noodzakelijke behandeling weigeren kan een kinderbeschermingsmaatregel uitkomst bieden.
• 12-15 jaar: jongere en ouders moeten toestemming geven. Wanneer hier geen overeenstemming is
kan uiteindelijk de wens van het kind de doorslag geven. De behandeling mag zonder toestemming
van de ouder tot worden uitgevoerd als:
o Dit noodzakelijk om ernstig nadeel te voorkomen
o De jongere de behandeling weloverwogen blijft wensen
• 16 jaar of ouder: de jongere beslist zelf over zijn behandeling
Indien het geval optreedt dat de er geen tijd is om te overleggen met ouders, mag de zorgverlener de
jongere onmiddellijk behandelen.

38
Q

wanneer is er toestemming van beide ouders nodig?

A

Toestemming van beide ouders voor de behandeling
Een zorgverlener mag er bij regulieren/ gewone behandelingen ervan uit gaan dat de ene ouder met gezag
ook namens de andere ouder met gezag optreedt.
Op deze regels gelden 3 uitzonderingen, er moet aan beide ouders toestemming gevraagd worden wanneer:
• De behandeling ingrijpend of verstekken is
• De behandeling de andere ouder raakt
• Er signalen zijn dat de nadere gezaghebbende ouder niet met de behandeling eens is.

39
Q

wat doet de wet zorg en dwang ?

A

De Wet zorg en dwang (Wzd) richt zich op cliënten met een verstandelijke beperking of een
psychogeriatrische aandoening die vanwege hun beperking of aandoening zijn aangewezen op zorg.

40
Q

wat is onvrijwillige zorg?

A

Onvrijwillige zorg is alle zorg die toch wordt geboden ofschoon de cliënt daarmee niet instemt of zich
daartegen verbaal of non-verbaal verzet.
Onvrijwillige zorg is alleen mogelijk als door het gedrag van de cliënt als gevolg van zijn verstandelijke
beperking of zijn psychogeriatrische aandoeningen het aanzienlijke risico ontstaat op ernstig nadeel voor de
cliënt of voor een ander.

41
Q

welke stappen moeten er gevolgd worden voor onvrijwillige zorg?

A

• Stap 1: samen met een deskundige bekijken of er alternatieven in de vrijwillige zorg zijn die het
aanzienlijk risico wel kunnen beperken. Is dat het geval, dan wordt van onvrijwillige zorg afgezien en
worden de alternatieven vormen van vrijwillige zorg in het zorgplan opgenomen
• Stap 2: zijn er geen alternatieven in de sfeer van vrijwillige zorg, dan bespreekt de
zorgverantwoordelijke met een deskundige over de inzet van verschillende vormen van onvrijwillige
zorg, waarbij gestreefd wordt naar een effectieve doch zo licht mogelijke interventie
• Stap 3: de zorgverantwoordelijke, die de zorg aan de cliënt registreert, beschrijft in het zorgplan
waarom voor welke onvrijwillige zorg is gezoen en beschrijft ook de duur van de verschillende
vormen van onvrijwillige zorg. Daarbij is de zorgverantwoordelijke gebonden aan een maximale
termijn van 3 maanden
• Stap 4: de Wzd-functionaris beoordeelt vervolgens of in het zorgplan zoveel mogelijk onvrijwillige
zorg is voorkomen, of de lichtste vorm is gekozen en of het zorgplan geschikt is om het aanzienlijk
risico te verminderen.
• Stap 5: in stap 3 bekijken de zorgverantwoordelijke, de Wzd-functionaris en de deskundige of de
onvrijwillige zorg al kan worden afgebouwd. Een eerste evaluatie dient plaats te vinden binnen 4
weken, daarna in ieder geval eens per 6 maanden. Blijkt het niet mogelijk om de zorg af te bouwen
dan is in afwachting van het advies van een deskundige, verlening van 1x 3 maanden mogelijk.
Adviseert de deskundige om de onvrijwillige zorg voort te zetten dan geldt daarvoor een termijn van
max 6 maanden. Deze termijn kan, telkens na een evaluatie, met 6 maanden verlengd worden.

42
Q

welke vormen van zorg worden altijd gezien al onvrijwillig?

A

• Insluiten
• Beperken van de bewegingsvrijheid door medicatie die het gedrag of de bewegingsvrijheid
beïnvloedt