coping strategieën en belasting en belastbaarheid Flashcards

1
Q

wat betekent coping?

A

omgaan met iets of opgewassen zijn tegen iets.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat wordt er onder coping verstaan?

A

Coping is het proces dat iemand doormaakt om met de gevolgen van veranderingen te kunnen omgaan, om
weer controle over de situatie te krijgen. Dit houdt in dat hij in cognitief, emotioneel en gedragsmatig opzicht
moet reageren op de omstandigheden die om aanpassing vragen.
Het is een overkoepelende term voor zowel situatie georiënteerd gedrag, als de verschillende innerlijke
processen gericht op het hanteren van een probleem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke manieren van coping zijn er?

A

• Probleemgerichte manier van coping: Reacties, gericht op het veranderen van de situatie, met als doel
de bedreiging op te heffen.
• Emotiegerichte coping: iemand staat voor de opgave beter om te gaan met de emoties die zijn ziekte
of beperkingen bij hem oproepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn copingsmechanismen?

A

Dit zijn mogelijke houdingen, handelingen en acties om te reageren op een probleem, een conflict of een
moeilijke situatie. Afhankelijk van de context en de situatie zelf kan ene mechanisme al efficiënter zijn dan het ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

noem 5 voorbeelden van coping mechanismen

A
  • Actief handelen: het aanpakken van het probleem
  • Passief blijven: het probleem ontkennen of vermijden
  • Sociale steun zoeken: samen met anderen het probleem proberen op te lossen
  • Depressief gedrag: gevoelens van uitzichtloosheid ontwikkelen, piekeren, zichzelf de schuld geven
  • Geruststellende gedachten hebben: geloven dat het probleem wel opgelost wordt
  • Palliatief reageren: zich richten op andere dingen buiten het probleem zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het model van dijk?

A

een model waarin schematisch wordt weergegeven welke thema’s van invloed zijn op de
belasting en belastbaarheid van werknemers, en hoe- door het werk- mensen kunnen uitvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de 4 a’s van de belastende factoren?

A
  • Arbeidsinhoud
  • Arbeidsomstandigheden
  • Arbeidsvoorwaarden
  • Arbeidsverhoudingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke termen worden er in het model van dijk beschreven ?

A

• Regelmogelijkheden: de mogelijkheden voor de taakuitvoerder om
zelf veranderingen aan te brengen in de belastende factoren.
• Verwekingsvermogen: het geheel van lichamelijke en geestelijke
kwalificaties van de taakuitvoerder op een bepaald moment.
• Herstelmogelijkheden: de mogelijkheden en omstandigheden buiten het werk, die ervoor zorgen dat
de taakuitvoerder/werknemer zich kan ontspannen en opladen voor een volgende werkdag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly