medisch onderwerp depressie en verstandelijke beperkten Flashcards

1
Q

Welke vormen van depressie zijn er?

A

• Normale gevoelens van depressie:
• Subklinische depressie: depressief, maar er wordt geen hulp
gezocht
• Klinische depressie: personen met depressie wordt
geholpen.
Vroeger sprak men van Reactieve depressie als er een logisch reden
was voor de depressie.
Neurotische depressie, wanneer er geen duidelijke reden voor de
depressie is.
Verder wordt een indeling gemaakt naar ernst:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de prognose van depressie?

A
Patiënten met een depressie lopen vaak een rouwprocesdoor met een depressie vaak duurt dit langer dan een 
jaar. Fases van een Rouwproces 
• Ontkenning
• Woede/boosheid
• Somber depressieve gevoelens
• Acceptatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de oorzaken van een depressie?

A
• Psycho-analyse (oud) depressie komt door gebeurtenissen in de jeugd. Binnen de psycho-analyse staan 
een aantal factoren centraal:
o Verlating
o Negatief zelfbeeld
o Te streng geweten, schuldgevoel
o Agressie richten tegen jezelf
o Levensfasen problematiek
§ Puberteit
§ Zwangerschap
§ Overgang
o Rampen in het leven
• Biologische psychiatrie (nieuw) verstoring van de neurotransmitters, met name serotine
• Verstoring aspecten bio-psychosociaal leven:
o Binnen sociale en culturele context
o Binnen relationeel netwerk
o Binnen innerlijke belevingswereld
Tegenwoordig is het een mix van deze scholen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de behandeling van een depressie?

A
  • psychologische interventies of psychotherapie
  • psychiater
  • elektroshock
  • medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn adaptieve vaardigheden?

A

Adaptieve vaardigheden
verwijzen naar de manier waarop iemand omgaat met de eisen van het dagelijks leven en wel op de volgende 3
domeinen:
• Conceptueel domein: vaardigheden op gebied van taal, lezen, schrijven, rekenen, redeneren, geheugen
en kennis
• Sociaal domein: empathie, sociaal beoordelingsvermogen, communicatievaardigheden
• Praktische domein: zelfverzorging, professionele verantwoordelijkheden, beheer van geld,
ontspanning, organiseren van school en werk taken
• We onderscheiden licht, matig, ernstig en diep niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de oorzaken van een verstandelijke beperking?

A
• Prenataal
o Chromosoomafwijkingen 
o DNA-afwijkingen 
o Overig
o Ontwikkelingsstoornissen
o Ziekten moeder tijdens zwangerschap 
o (Misbruik) genotsmiddel
• Prenataal
o Problemen rondom de geboorte
• Postnataal
o Ongevallen
o Infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de oorzaken van een lichte verstandelijke beperking?

A
  • Geen
  • Genetische factoren
  • Ongunstig milieu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de oorzaken van een matig tot ernstige verstandelijke beperking?

A
  • Exogene factoren (pre, peri en postnataal)

* Genetisch of multifactorieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe wordt een verstandelijke beperking gediagnostiseerd/

A

• Soms al duidelijk op vroege kinderleeftijd
• Onderzoek o.a. op dysmorfie (ander uiterlijk dan gemiddeld): hypertelorisme (ogen ver uit elkaar) en
hypotelorisme (ogen dicht bij elkaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de verschillende zorgbehoeftes bij een verstandelijke beperking?

A
  • Intermittent: alleen op bepaalde momenten
  • Limited: regelmatig, maar in tijd beperkt
  • Extensive: regelmatig, maar niet in tijd beperkt. In meer dan 1 setting
  • Pervasive: constant, zeer intensief in meerdere settings
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het velo-cardio-faciaal syndroom?

A
  • Gespleten verhemelte
  • Hartafwijkingen
  • Faciale dysmorfie
  • Leerstoornissen/ verstandelijke beperking
  • Psychiatrische problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de kenmerken van de smith magenis syndroom?

A

o Neonataal:
§ Hypotonie met beperkte zuigreflex en failure to thrive
§ Rustig
§ Alert en responsief
o Lichamelijke kenmerken
§ Kleine gestalte, fors gebouwd
§ Faciale kenmerken: breed, vierkant gelaat, midfaciale hypoplasie, fors voorhoofd, grof
gelaat bij opgroeien
§ Hese stem en gehoorverlies ten gevolge van frequente otitiden
§ Myopie
o Intelligentie
§ Licht tot matig verstandelijk beperkt met uitgesproken taalvertraging tot de leeftijd van
5 jaar (DD autisme)
o Gedrag
§ Slaapstoornissen: hypersomnia tijdens de eerste levensjaren, later inslaapproblemen,
gefragmenteerde slaap, korte nachten, overdreven slaperig overdag
§ Gedragsproblemen: woedeuitbarstingen, agressie, automutilatie (hoofdbonken, skin
picking en bijten op de pols onder de leeftijd van 18 maanden)
§ Sterotiep gedrag: self hugging, tandenknarsen, body rocking, hanen in de mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de kenmerken van de cornelia de lange syndroom?

A
• Baby’s hebben vaak:
o Een klein hoofd
o Dunne/ doorlopende wenkbrauwen
o Laagstaande oren
o Kleine wipneus
o Hirsutisme
o Kleine handen en voeten 
o Andere ledemaatafwijkingen 
• 10% hartafwijking (ASD/VSD)
• Gastro-oesophageale reflux
• Doofheid/nauwe gehoorgangen
• Hoge pijndrempel
• Teelballen niet ingedaald
• Strabisme/ myopie
• Epilepsie 
• Agressie
• Zelfverwonding
• Beperkte spraakontwikkeling
• Voorkeur voor routine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de kenmerken van de lesch nyhan syndroom?

A

• Defect gen op X-chromosoom
• Overgeërft via geslachtsgebonden type
• Jongens
• Door defect gen geen hergebruik van purine (overmatig urine zuur, waardoor jicht,
urinestenen, nierstenen en UWI)
• Eerste 3 maanden ongestoorde ontwikkeling
• Pas na 3-4 maanden komen neurologische problemen:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de kenmerken van cri du dat?

A

deletie chromosoom 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar wordt het fetal alcohol spectrum disorders in onderverdeeld?

A
  • FAS met of zonder bewezen maternaal alcoholgebruik
  • PFAS (partieel FAS) met (of zonder) bewezen maternaal alcoholgebruik
  • ARND (alchohol related neurodevelopmental disorders)
  • ARBD (alcohol related birth defects
17
Q

wat zijn de kenmerken van Prader willi?

A
  • Afwijkingen chromosoom 15
  • Spierslapte
  • Voedingsproblemen
  • Hormonale stoornissen
  • Ademhalingsproblemen tijdens slaap
  • Gedragsproblemen
  • IQ: 50-80
  • obesitas