stress kwetsbaarheid model en graded activity Flashcards

1
Q

benoem in eigen woorden de inhoud van het stress kwetsbaarheid model

A

• Cognitieve functiestoornissen: een persoon heeft
cognitieve functies nodig om informatie uit de
omgeving op een adequate manier te verwerking.
Cognitieve functies zijn o.a.:
o Aandacht
o Waarneming (perceptie)
o Geheugen
o Taal
o Emoties
o Denken
Personen met cognitieve functiestoornissen hebben
klachten waardoor zij kwetsbaarder worden.
Personen kunnen sneller vermoeid/geïrriteerd
worden, waardoor de draagkracht minder wordt en de draaglast snel te groot wordt. Wanneer er een
disbalans ontstaat tussen draaglast en -kracht loopt iemand de kans op psychotisch te decompenseren
• Stress: kan de cognitieve functies op een negatieve manier beïnvloeden, waardoor deze minder goed
gaan functioneren. Stress kan o.a. veroorzaakt worden door:
o Life-events: zijn gebeurtenissen die iedereen kunnen overkomen, maar die voor kwetsbare
personen een extra belasting bekekenen
o Dagelijkse ongemakken of ziekte: kunnen de dagelijkse regelmaat of gemoedrust verstoren en
bepaalde plannen dwarsbomen
o Overstimulatie: een persoon wordt overvraagd
o Onderstimmulatie: persoon krijgt te veel de gelegenheid zich terug te trekken in zijn eigen
wereld
o Verhoogde expresse-emotion: is de communicatie die gekleurd wordt door een uitgesproken
vijandigheid en afkeuring of juist door emotionele betrokkenheid. De stress neemt toe
naarmate er in de communicatie voortdurend en gedurende langere tijd sprake is van kritiek,
boosheid, frustratie of juist grote bezorgdheid en bemoeienis
• Coping: beïnvloed de cognitieve functies op een positieve manier. Iedereen gebruikt coping
mechanismen (inspanning om spanning de baas te blijven). Bekende coping mechanismen zijn: sporten,
zich terugtrekken, middelengebruik. Hierbij is echter wel een onderscheiding te maken tussen
adequate/gezonde en inadequate/ongezonde coping. Inadequate coping zorgt uiteindelijk voor een
stressbron. Welke coping mechanisme een persoon ontwikkeld hangt af van zijn persoonlijkheid en de
steun en stimulans vanuit zijn sociale omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is graded activity?

A
Graded activity (GA) is een methode die gebaseerd op cognitieve en gedragsmatige leertheorieën. De methode 
is gestructureerd in 8 stappen en is gericht op het stapsgewijs (graded) opbouwen van activiteiten volgens een 
tijdcontingent schema (cliënten voeren activiteiten uit opeen manier die bepaald wordt door de tijd en niet 
door de pijn).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het doel van graded activity?

A

Cliënt leert zelf om zijn activiteitenniveau op te bouwen en te handhaven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de doelgroep bij graded activity?

A

GA wordt door diverse disciplines toegepast bij cliënten met chronische pijnklachten, nekklachten, CANS en/ of
whiplash en vermoeidheidsklachten. Deze klachten zorgen ervoor dat ze beperkt worden in hun functioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is zijn de 8 stappen van graded activity?

A

• Probleeminventarisatie
• Probleemanalyse
• Educatie over de uitgangspunten van GA en de relatie met de handelingsvraag van de cliënt
• Activiteiten bepalen die de cliënt d.m.v. GA zou willen opbouwen
• Start- of basisniveau van de activiteiten vaststellen samen met de cliënt. Je vraagt een cliënt 3-4
activiteiten te laten uitvoeren totdat hij niet meer kan.
• Doel van het programma en (zwaarte van de) opbouwen van de activiteit bepalen met de cliënt
• Opbouwschema uitvoeren: de cliënt bouwt de gekozen activiteit stapsgewijs op
• Generalisatie en evaluatie: toepassing van het geleerde in de eigen context, met behulp van princiepes
van zelfmanagement en gedragsverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kan je het opbouwschema van graded activity uitvoeren?

A
  • Positief bekrachtiging
  • Niet pijncontingent reageren
  • Shaping: ieder stapje van een vaardigheid apart oefenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly