motivational interviewing en systematische desensitisatie Flashcards
wat is motiverende gespreksvoering ?
De motiverende gespreksvoering is een methode van gespreksvoering waarbij je in partnerschap met de cliënt
de motiveren en bereidheid voor gedragsverandering onderzoekt. MI is een directieve aanpak gericht op
verandering, waarbij als uitgangspunt geldt: uit de respectvolle bejegening van cliënten.
wat is het doel van motiverende gespreksvoering ?
motivatie en bereidheid tot veranderen te versteken om de gedragsverandering in gang te zetten.
wat is ambivalentie?
Ambivalentie is het tegelijkertijd
aanwezig zijn van tegengestelde waarden. Ambivalentie is de eerste stap naar verandering.
wat zijn de 4 processen van gedrags verandering?
o Verbinden: is essentieel om contact te maken met de cliënt. Deze verbinding leg je met de
basishouding, dit is het fundament voor de samenwerking
o Focussen: gaat over de onderwerpen en de doelen.
o Oproepen: gaat over het uitlokken van verandertaal
o Plannen: gaat over het bedenken en uitvoeren van de verandering
wat is de basishouding bij motiverende gespreksvoering?
acceptatie, samenwerken, compassie en evocatie. De cliënt en ergotherapeut zijn
gelijkwaardig en werken in partnerschap. Het is een samenwerking waarin het gaat om gidsen, coachen
in plaats van leiden. De cliënt heeft de regie
wat zijn de basistechnieken van de motiverende gespreksvoering?
o Open vragen: bevatten geen oordeel, maat tonen interesse. De ergotherapeut nodigt de cliënt
uit te vertellen wat hij vindt. Open vragen beginnen met wat, wanneer, hoe, wie, welke, waar
enz.
o Reflectief luisteren: reflectief luisteren is het teruggeven van wat je gehoord hebt in het
gesprek.
o Bevestigen: belangrijk om de cliënt te ondersteunen. Het waarderen en tonen van begrip helpt
de cliënt om zijn zelfvertrouwen te versterken
o Samenvatten: geeft de cliënt het gevoel dat er goed naar hem wordt geluisterd.
o Verandertaal en ambivalentie uitlokken:
§ Ambivalentie: het belangrijkste hierbij is dat de persoon zelfinzicht krijgt in
ambivalentie. Pas als duidelijk is dat de nadelen van de huidige situatie niet opwegen
tegen de voordelen van de gewenste situatie onstaat het besluit om te veranderen.
§ Verandertaal: spraakgebruik dat tot zelfmotivatie leidt. Verandertaal valt uiteen in 4
categorieën:
• De nadelen van de status qua onderkennen
• De voordelen van verandering onderkennen
• Optimisme over verandering onder woorden brengen
• Voornemen om te veranderen onder woorden brengen
wat zijn de kernelementen van motiverende gespreksvoering?
• Samenwerken: betekent een bondgenootschap sluiten met de cliënt, waarmee rekening wordt
gehouden met het perspectief van de cliënt
• Evocatie: betekent dat de hulpverlener de cliënt benaderd met een toon en houding waaruit blijkt dat
de middelen voor verandering zich in het innerlijk van de cliënt bevinden. De hulpverlener bevordert de
intrinsieke motivatie voor verandering door percepties, doelen en waarden uit te lokken.
• Autonomie: de verantwoordelijkheid voor verandering ligt bij de cliënt. De hulpverlener faciliteert en
ondersteun de cliënt zodat er van binnenuit de wil tot verandering ontstaat.
wat zijn de algemene principes van motiverende gespreksvoering ?
• Druk empathie uit: het gaat hierbij om vaardigheden als accurate empathie en reflectief luisteren.
• Ontwikkel discrepantie: dit kan worden opgeroepen doordat de cliënt tot inzicht komt welke nadelen
aan zijn huidige gedrag kleven en welke voordelen hij kan bereiken door gedragsverandering.
• Beweeg mee met weerstand: ambivalentie moet niet bestreden worden maar worden erkent als een
natuurlijk fenomeen.
• Ondersteun persoonlijke effectiviteit: hiermee wordt bedoeld iemands geloof in zijn eigen kunnen.
wat geeft de Transtheoretische Model van Prochaska en DiClemente weer?
Dit model geeft de stadia van gedragsverandering weer, zodat professionals kunnen aansluiten bij het stadium
waarin een cliënt zich bevindt. Gedragsverandering is geen lineair proces, maar een circulair proces
noem de 6 fases van gedragsverandering
• 1: Voorstadium/voorbeschouwing/ precontemplatie: persoon is zich niet bewust van het feit dat hij
een probleem heeft
• 2: Overwegingen/contemplatie: persoon staat enigszins open om na te deken over zijn problemen. De
persoon erkent het probleem, maar weet niet of hij wil
veranderen. De voor- en nadelen worden afgewogen.
• 3: Beslissen en voorbereiden: de persoon neem de beslissing
iets aan zijn probleem te doen en maakt concrete plannen hoe
hij dit gaat aanpakken
• 4: Actie: overgegaan tot actie
• 5: Volhouden/cosolideren: integreren van de veranderingen in
het leven en persoonlijkheid
• 6: Afronden/terugval: van een terugval kan men leren. Help
cliënt door het proces heen te gaan. Acceptatie en focus op wat
goed gaat. Bemoedig en stimuleer dat de ander het maken van fouten accepteert
wat zijn de vormen van gedragstherapie?
- cognitieve gedragstherapie
- constuctionele gedragstherapie
- klachtgerichte gedragstherapie
waar gaat cognitieve gedragstherapie van uit?
gaat ervan uit dat veel situaties worden beïnvloed door gedachten. Het
zijn niet de gebeurtenissen zelf, maar de eigen gedachten die ervoor zorgen dat iemand zicht leeg voelt
– hierdoor wordt het gedrag aangepast.
Door te onderzoeken waar de negatieve gedachten vandaan komen, kan iemand leren op een
objectievere manier naar de situatie te kijken. Tijdens deze therapie leert een persoon hoe gedachten,
opvattingen en aannames, gevoelens en gedrag beïnvloeden.
wat is constuctionele gedragstherapie?
: hierbij wordt gekeken naar de interactie met de omgeving. Een
belangrijk doel van de behandeling is om de omgeving en omstandigheden meer te laten aansluiten bij
de persoon. Bij deze therapievorm wordt uitgezocht hoe iemand het leven meer kan inrichten naar de
individuele behoeften
wat is klachtgerichte gedragstherapie?
de behandeling is gecentreerd rond een specifieke klacht.
o Systematische desensisatie: Het doel: het stapje voor stapje ongevoelig raken voor situaties
die de klacht opwekken. Er wordt een lijst gemaakt van dergelijke situaties, van de minst
spannende situatie naar de spannendste. Met gebruik van o.a. ontspanningsoefeningen wordt
de cliënt opbouwend met deze situaties geconfronteerd, beginnend met de minst spannende
situatie. Op deze manier kan de cliënt onder steeds meer situaties ontspannen en klachtvrij
blijven.
o Flooding/implosieve therapie: Stelt de cliënt bloot aan situaties die de klacht opwekken. De
cliënt wordt direct langdurig geconfronteerd met de situatie die de klacht het hevigst opwerkt.
Deze confrontatie duurt net zolang totdat de cliënt het accepteert, eraan went en de klacht
verdwijnt
o Token economy: Werkt op basis van beloningen. Vooraf worden afspraken gemaakt over welk
gedrag de klacht positief zou beïnvloeden. Telkens wanneer de cliënt zich houdt aan het
positieve gedrag, wordt dat beloond. Het juiste gedrag wordt in verband gebracht met
positieve consequenties
o Vaardigheidstrainingen: Toegespitst op de specifieke klacht, Bijv. Gericht op het aanleren van
assertiviteit, of op het verbeteren van sociale vaardigheden
wat is gedragstherapie?
. Bij gedragstherapie
probeer je met behulp van een psycholoog inzicht te krijgen in de gedragingen. Het doel van gedragstherapie
is: bepaald problematisch gedrag te begrijpen en te veranderen in ander (positief) gedrag. Gedragstherapie
wordt gebruikt bij het aanpakken van specifieke klachten. Door het gedrag als uitgangspunt te nemen worden
problemen effectief aangepakt