Week 4 HC.3 Celbeschadiging en celdood en HC.4 Inleiding in de homeostase Flashcards
Als adaptatie te lang duurt –>
Celschade
Als celschade te lang duurt
Irreversibele celschade
- Verlies van mitochondriale functie
- Aangepaste membraanstructuur
- Aangepaste DNA, chromatinestructuur
6 mogelijke oorzaken van celbeschadiging
- Ischemie
- Mechanische schade
- Stralingsshade
- Chemicaliën, toxische stoffen
- Infecties, leukocyten gemedieerde schade
- Genetische defecten
De gevoeligheid van een cel om over te gaan van reversibel naar irreversibel is afhankelijk van
het celtype
Langere duur van schade
- Reversibele schade 0-30 minuten
- Celdood 1-2 uur
- Chemische en ultrastructurele veranderingen 2-4 uur
- Licht microscopische veranderingen 4-12 uur
- Grote morfologische veranderingen >12 uur
TTC kleuring voor:
Levend weefsel = rood
Dood weefsel = wit
- Minstens 2-4 uur reperfusie nodig voor uitwassen enzymen
- Dood lichaam is niet gelijk aan dode cellen en organen
Celschade –>
Zwelling van ER en mitochondriën, verklontering chromatine, membraan blebs
- Cel kan nog herstellen
Membraan blebs
Kunnen andere cellen info geven dat er iets misgaat
Als de cel doodgaat, gaan de processen steeds verder –>
Lysosomen en ER vallen uit elkaar
- Lysosomen vallen uit elkaar –> enzymen komen vrij en maken de cel van binnen stuk
- Myeline figuren
- Cel valt helemaal uit elkaar
- Proces = necrose
Geeft DNA schade vooral necrose of apoptose
Apoptose
3 soorten necrose
Liquefactie necrose, coagulatie necrose, gangreneuze necrose
Liquefactie necrose
Vervloeiingsnecrose
- Viskeuze massa
- Vaak in hersenen, longen, soms in hart na MDMA
- Associatie met infectie: bacterie, schimmel
- Lokale hydrolyse, cystevorming, gevuld met pus
Coagulatie necrose
- Structuur blijft herkenbaar
- In hart na een infarct
- Sarcomeren liggen tegen elkaar aan
- Bloedvaatjes zijn stuk –> allemaal erytrocyten tussen de hartspiercellen
Gangreneuze necrose
- In ledematen
- Tuberculose (verkazende necrose) in longen
- Vetnecrose (saponificatie, vaak in buikholte door pancreas)
- Fibrinoïde necrose ( bloedvaen bij bv auto-immuunziekten, gebruik van drug eluting stents
Behandeling met drug eluting stents kan
fibrose induceren
- Fibrinoïde is een teken van lokale necrose in de vaatwand
Paclitaxel
Cytoskelet kan niet meer uit elkaar vallen –> cellen blijven in mitose hangen
Gevolgen coagulatie necrose
- Vochtophoping, oedeem
- Eiwitdenaturatie
- Verlies cellulaire morfologie
- Behoud van algemene weefselstructuur
Gevolgen liquefactie
- Eiwitafbraak
- Ontstekingscellen –> geven groeifactoren af met fibroblasten en worden aangezet tot delen en bindweefselproductie
- Autolyse
- Heterolyze
Gevolgen bij zowel coagulatie necrose en liquefactie necrose
Fagocytose van de cel debris –> littekenweefsel
- Met name door ontstekingscellen
Serum marker voor MI: creatine fosfokinase CK-MB
- Cystolisch
- 50 kDa
2-48 uur na MI
High sensitivity troponine T en I serum marker
- 2 uur tot 7 dagen na MI
- Troponines zitten vast aan contractiele element
- 23 kDa
- Myosinefilamentgebonden
Lactaat dehydrogenase serum marker
- 1-7 dagen na MI
- 200 kDa
- Cystolisch
Fatty acid binding protein H-FABP serum marker
- 1-24 uur na MI
- Snelle klaring
- Snelle release na reperfusie
- Cystolisch eiwit
- 15 kDa
Myoglobine valt ook snel te meten
- Cystolisch
- 17 kDa
- Minder specifiek, want myoglobine zit niet alleen in het hart
Wat kunnen cystolische eiwitten makkelijk
Snel eruit en dus ook makkelijk uitspoelen
Functie reperfusie
Het vergemakkelijken van de afgifte van circulerende biomarkers
- Zonder reperfusie wordt de afgiftesnelheid bepaald door diffusie en losmaking uit de cel vanuit de randen in het bloedvat
2 vormen van celdood door apopthose
Pathologisch en fysiologisch
Fysiologische apoptose
- Embryogenese
- Morfogenese
- Ontwikkeling neuraal netwerk
- Self-tolerance in immunologie - Volwassenen
- Menstruatie
- Afstoting darmcellen
- Afsterven huidcellen
Pathologiscche apoptose
- DNA schade
- Ophoping fout gevouwen eiwitten
- Leukocyten gemedieerde celdood door bv. virusinfecties