Week 4: HC's interventiecardiologie Flashcards
Verschil STEMI en non-STEMI?
STEMI: ST elevatie in ECG, en volledige afsluiting coronair
non-STEMI: geen ST elevatie
Mogelijke oorzaken pijn op borst?
- musculoskeletaal
- hyperventileren
- maag-darmstelsel: slokdarm
- pulmonaal: pneumonie, longembolie, pneumothorax
- cardiaal: pericarditis, aortaklepstenose, ritmestoornis, coronairlijden
Verschil in symptomen stabiele en onstabiele angina pectoris?
stabiel: alleen klachten bij inspanning, verdwijnen snel bij rust
Dingen die op coronairlijden wijzen?
hoge bloeddruk, roken, overgewicht, drukkende pijn, leeftijd, uitstraling naar arm en kaak, relatie met inspanning/eten/emotie, houdingsafhankelijk, kortademigheid
Coronaire CT?
anatomisch, dus niet meteen fysiologisch boeiend
- hoge sens: nee = nee
- lage spec.
- 50% stenose = significant
- contrast nodig
Stress ECG/fietsproef?
- lage sens.
- redelijke spec.
- patiënt moet kunnen fietsen
MIBI SPECT?
nucleair stofje in het hart > bij een vernauwing wordt dit minder goed opgenomen
Scan eerst bij inspanning vervolgens bij rust.
Verschil rust en inspanning: coronairlijden
Beide slecht: eerder infarct gehad
- redelijke sens.
- matige spec.
- vals negatief bij drievatslijden: 2 vaten getest met als controle derde vat
Dobutamine stress echo?
Kijken naar het oplopen van knijpkracht en hartfrequentie bij stress
(dobutamine bootst stress na)
Afhankelijk van persoon die het afneemt
Stress MRI?
- redelijke spec. en sens.
- claustrofobie
- adem in kunnen houden etc.
- niet in elk centrum mogelijk
PET CI?
heel duur, wel in delft
Ontstaan atherosclerose?
beschadiging in celwand > vetten en ontstekingscellen hopen op
Instabiele vs stabiele plaque?
stabiele plaque: - kleine vetlaag, dikke kap - plaque groeit en zorgt voor vernauwing instabiele plaque: - grote vetlaag, dunne knap - risico dat plaque scheurt > trombusvorming
Acuut coronair syndroom?
- instabiele angina pectoris > geen verhoogde cardiale markers (troponine)
- STEMI > verhoogde cardiale markers en ST elevatie
- non-STEMI > verhoogde cardiale markers, geen ST elevatie
Bypass mogelijkheden?
Lima: in schouder, arterieel > voorkeur bij jonge patiënten, patiënten met diabetes > minder kans op complicaties later
Veneus: hoger kans op complicaties; venen zijn hoge druk in arteriën niet gewend
Wanneer overleg met chirurg?
Als het een hoofdstamprobleem is en bij meervatslijden
Behandeling op volgorde voor stabiele angina en ACS?
Stabiel: 1. lifestyle management 2. medicamenteus 3. revascularisatie 4. cardiale revalidatie ACS 1. revascularisatie 2. medicamenteus 3. lifestyle management 4. cardiale revalidatie
Wat voor medicijnen bij stabiele angina?
- anti-ischemische medicijnen: klachtvermindering
bv: betablokkers en nitraten: vasodilatatie - voorkomen events:
bv. bloedplaatjesremmers: aspirine; ACE-inh. en statines
Wanneer revascularisatie voor stabiele angina
als je de patiënt niet klachtvrij krijgt, duidelijk maken dat het niks toevoegt aan levensverwachting
Wat is er aan de hand met zuurstof bij stabiele angina?
zuurstofvraag is groter dan aanbod.
Door verhoogde hartfrequentie en verhoging systolische bloeddruk.
Gewenste interventiesnelheid bij STEMI vs nonSTEMI?
STEMI: zo snel mogelijke
nonSTEMI: binnen 24 uur, bij erg storende klachten zsm
Medicamenten ACS?
- anti trombotisch: heparine
- anti plaatjes: aspirine
- zuurstof
- pijnstilling
- nitraten = niet zinnig bij STEMI: vat zit toch helemaal dicht
medicijnencocktail die iedereen met ACS meekrijgt?
Voor openblijven stent: - aspirine - p2y12 receptor Goedhouden knijpkracht: - Ace-remmer - beta-blokker Voorkomen verdere verkalking: - statine
Wanneer krijgt men verwijzing naar cardiale revalidatie?
Stabiel: alleen mensen met blijvende klachten
ACS: iedereen
Linker coronaire arterie?
- ramus descendens anterior: apicaal voorkant, septum, antero-laterale papillairspier
- ramus circumflexus: laterale en posteriore gedeelte hart en anterolaterale papillairspier
loop in sulcus coronarius en soms ontstaat ramus descendens posterior hieruit
Rechter coronair arterie?
Rechterventrikel, 1/3 gedeelte IVS, inferiore gedeelte linkerventrikel, posteromediale papillairspier en gleeidingssysteem
In sulcus coronarius achterkant
Geeft ramus descendens posterior en ramus posterolateralis
Infarct in onderkant hart > rechts > geleidingsstoornissen
Verschil transmuraal en niet-transmuraal infarct?
Transmuraal: volledige afsluiting bloedvaten > over hele dikte van de spier necrose
Waar necrose bij infarct verschillende plekken?
LAD: anteroseptaal
Circumflex: posterior en lateraal
Rechter coronair: inferior lateraal
Ondersteuningmanieren hart?
medicamenteus:
- inotropie
- vasopressie
mechanisch:
- ballonpomp, ECMO, impella etc..
Hoe ontstaat een ventrikel septum ruptuur?
LAD occlusie > continue shunt links naar rechts > overbelasting links
Waar vooral trombus?
in de apex van de LV
Cardiogene shock?
- hypertensie
- lage cardiac index
- verminderde orgaanperfusie
- verhoogde einddiastolische druk
Waartoe leidt elektrische instabiliteit?
ritmestoornissen
Overig risico ACS?
pericarditis
Waar zit papillairspierinfarct?
Vooral rechter coronair, maar 1 spier die posterolaterale papillair aanstuurt
Papillairspier infarct > losscheeuren > mitraalklepinsufficiëntie
Ventrikel tachycardie?
circulatie soms gewoon mogelijke, gebeurt bij O2 tekort, want dan kan elektrische instabiliteit ontstaan
Ventrikel fibrilleren?
geen circulatiemogelijk
Defibrilleren