Week 3 experimenten, uitvoeringen, bevindingen en hypotheses Flashcards
Delayed response studies
bevindingen (2)
Sommige cellen worden actief bij de stimulus, maar blijven ook actief wanneer de stimulus al weg is
Sommige cellen worden pas actief als de stimulus al weg is
Delayed Response studies
Hypothese
Activiteit in de PFC is taakafhankelijk
PFC-activatie representeert het doel van de taak en dient als koppeling met taak-gerelateerde lange-termijn representaties in andere corticale gebieden
> wanneer een stimulus wordt waargenomen kan er een representatie vastgehouden worden door interacties tussen de prefrontale cortex en posterior hersengebieden
Opnemen van dopaminecellen in de ventrale tegmentale gebieden
Bevinding
Na het presenteren van een ongeconditioneerde stimulus
> veel activiteit in de cellen
Vaker presenteren van de geconditioneerde stimulus in combinatie met de ongeconditioneerde stimulus
> dopaminereactie op de OS nam af
> Cellen gingen activiteit vertonen bij het zien van de CS
Opnemen van dopaminecellen in de ventrale tegmentale gebieden
Hypothese
Dopamine moet niet gezien worden als een representatie van de beloning, maar als een predictiefout
Mensen moesten een zelfstandig naamwoord onthouden en hier een semantisch geassocieerd woord bij bedenken
Bevinding
Toename van activiteit in de inferior frontal gyrus in de linker hemisfeer
Mensen moesten een zelfstandig naamwoord onthouden en hier een semantisch geassocieerd woord bij bedenken
Hypothese
Deze prefrontale activatie reflecteert het filteren van de semantische associaties van het zelfstandig naamwoord, terwijl deze werden opgehaald uit de posterior cortex
Er werd een experiment gedaan, waarbij de voorwaarden steeds veranderden
Bevinding
Prefrontale activering zou hoog zijn, omdat er veel filtering en en selectie plaats zou vinden.
In de temporale kwab nam de activiteit juist af
Hoe verstoring van de prefrontale cortex effect had op de posterior cortex
Uitvoering
Ze onderzochten het Frontal Eye Field (FEF) in de prefrontale cortex.
Door middel van TMS zorgden de wetenschappers voor verstoring van de FEF.
Hoe verstoring van de prefrontale cortex effect had op de posterior cortex
Bevinding
In de hersengebieden voor centrale visie was minder activiteit.
In de hersengebieden voor perifere visie was meer activiteit.
Hoe verstoring van de prefrontale cortex effect had op de posterior cortex
Hypothese
Zonder de doelgerichte invloed van de FEF om focus te behouden, worden perceptuele signalen vanuit de fovea versterkt en die van de perifie worden verzwakt
Electrophysiologcal studies
Bevinding
Oudere mensen vertoonden geen surpressie van de FFA of PPA in vergelijking met de passieve conditie
Electrophysiologcal studies
Hypothese
Verbetering en surpressie betreffen twee verschillende systemen en surpressie is gevoeliger voor ouder worden.
Inhiberende doel-gebaseerde controle is afhankelijker van de prefrontale cortex dan andere attentionele mechanismes die de taakrelevante informatie verbeteren.
Combinatie van TMS en fMRI tijdens een werkgeheugen taak, onderzoek naar de dorsale prefrontale cortex
Bevinding
TMS bij dorsale prefrontale cortex leidde tot meer activatie in de taakgerelateerde gebieden, wanneer er afleidingen aanwezig waren
Er was minder hippocampale activatie tijdens het actief onderdrukken van herinnering
Combinatie van TMS en fMRI tijdens een werkgeheugen taak, onderzoek naar de dorsale prefrontale cortex
Hypothese
In toevoeging aan het inhiberen van irrelevante informatie, doel-gebaseerde controleprocessen die worden geassocieerd met de prefrontale cortex, kunnen relevante informatie versterken of verzwakken, afhankelijk van de doelen
Succesvolle en gefaalde stop trials
Bevinding
Meer activiteit in de rechter inferior frontal gyrus en de subthalamische nucleus van de basale ganglia