Week 3 experimenten, uitvoeringen, bevindingen en hypotheses Flashcards

1
Q

Delayed response studies
bevindingen (2)

A

Sommige cellen worden actief bij de stimulus, maar blijven ook actief wanneer de stimulus al weg is

Sommige cellen worden pas actief als de stimulus al weg is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Delayed Response studies
Hypothese

A

Activiteit in de PFC is taakafhankelijk

PFC-activatie representeert het doel van de taak en dient als koppeling met taak-gerelateerde lange-termijn representaties in andere corticale gebieden

> wanneer een stimulus wordt waargenomen kan er een representatie vastgehouden worden door interacties tussen de prefrontale cortex en posterior hersengebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opnemen van dopaminecellen in de ventrale tegmentale gebieden
Bevinding

A

Na het presenteren van een ongeconditioneerde stimulus

> veel activiteit in de cellen

Vaker presenteren van de geconditioneerde stimulus in combinatie met de ongeconditioneerde stimulus

> dopaminereactie op de OS nam af

> Cellen gingen activiteit vertonen bij het zien van de CS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Opnemen van dopaminecellen in de ventrale tegmentale gebieden
Hypothese

A

Dopamine moet niet gezien worden als een representatie van de beloning, maar als een predictiefout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mensen moesten een zelfstandig naamwoord onthouden en hier een semantisch geassocieerd woord bij bedenken
Bevinding

A

Toename van activiteit in de inferior frontal gyrus in de linker hemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mensen moesten een zelfstandig naamwoord onthouden en hier een semantisch geassocieerd woord bij bedenken

Hypothese

A

Deze prefrontale activatie reflecteert het filteren van de semantische associaties van het zelfstandig naamwoord, terwijl deze werden opgehaald uit de posterior cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Er werd een experiment gedaan, waarbij de voorwaarden steeds veranderden
Bevinding

A

Prefrontale activering zou hoog zijn, omdat er veel filtering en en selectie plaats zou vinden.

In de temporale kwab nam de activiteit juist af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe verstoring van de prefrontale cortex effect had op de posterior cortex
Uitvoering

A

Ze onderzochten het Frontal Eye Field (FEF) in de prefrontale cortex.

Door middel van TMS zorgden de wetenschappers voor verstoring van de FEF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe verstoring van de prefrontale cortex effect had op de posterior cortex
Bevinding

A

In de hersengebieden voor centrale visie was minder activiteit.

In de hersengebieden voor perifere visie was meer activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verstoring van de prefrontale cortex effect had op de posterior cortex
Hypothese

A

Zonder de doelgerichte invloed van de FEF om focus te behouden, worden perceptuele signalen vanuit de fovea versterkt en die van de perifie worden verzwakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Electrophysiologcal studies
Bevinding

A

Oudere mensen vertoonden geen surpressie van de FFA of PPA in vergelijking met de passieve conditie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Electrophysiologcal studies
Hypothese

A

Verbetering en surpressie betreffen twee verschillende systemen en surpressie is gevoeliger voor ouder worden.

Inhiberende doel-gebaseerde controle is afhankelijker van de prefrontale cortex dan andere attentionele mechanismes die de taakrelevante informatie verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Combinatie van TMS en fMRI tijdens een werkgeheugen taak, onderzoek naar de dorsale prefrontale cortex
Bevinding

A

TMS bij dorsale prefrontale cortex leidde tot meer activatie in de taakgerelateerde gebieden, wanneer er afleidingen aanwezig waren

Er was minder hippocampale activatie tijdens het actief onderdrukken van herinnering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Combinatie van TMS en fMRI tijdens een werkgeheugen taak, onderzoek naar de dorsale prefrontale cortex
Hypothese

A

In toevoeging aan het inhiberen van irrelevante informatie, doel-gebaseerde controleprocessen die worden geassocieerd met de prefrontale cortex, kunnen relevante informatie versterken of verzwakken, afhankelijk van de doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Succesvolle en gefaalde stop trials
Bevinding

A

Meer activiteit in de rechter inferior frontal gyrus en de subthalamische nucleus van de basale ganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Succesvolle en gefaalde stop trials
Hypothese

A

Activatie van de rechter prefrontale cortex maakt een commando om een response te annuleren.

Dit commando wordt uitgevoerd door de STN erbij te betrekken.

-> anatomische connectie tussen de rechter prefrontale cortex en de STN