Hoofdstuk 6 concepten Flashcards

1
Q

Dorsale pad van …. -> ….

A

V1

-> posterior gebieden van de partietale kwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dorsale pad functie

A

Waar?
Ruimtelijke perceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ventrale pad van …. -> ….

A

V1
-> temporale kwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Proces van objectherkenning (3 stappen)

A

Cellen in de inferotemporale kwab reageren selectief op stimuli

Primaire kenmerken; zoals lijn orientatie en kleur worden

Complexere kenmerken; zoals hoeken en raakvlakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2 hypotheses voor contrasteren van twee manieren om de semantische herinnering van objecten de conceptualiseren en organiseren

A

Categorie-lidmaatschap*

Object properties*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Prosopagnosia: betrokken hersengebieden (3)

A

Gebieden betrokken bij gezichtsherkenning

Superior temporal sulcus

Inferotemporal sulcus

Fusiform face area

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Twee hypotheses voor de FFA:

A

FFA is belangrijk voor het verwerken van invariante gezichtsproporties.

Superior temporal sulcus is belangrijk voor het verwerken van meer dynamische kenmerken, zoals liplezen, monitoren van oogbeweging, reactie op gezichtsexpressies

FFA is geactiveerd wanneer mensen fijne perceptuele onderscheidingen moeten maken bij het waarnemen van bekende stimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 stages van perceptie:

A

Sensatie

Groeperen van informatie

Een map maken van de informatie

Ophalen van wat het object is vanuit ons semantisch geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 suggesties voor de route van object constantheid

A

2 suggesties voor de route van object constantheid:

Het brein slaat objecten op in één oogpunt

-> objectherkenning bevat kijknormalisatie vanuit het huidige oogpunt en het opgeslagen oogpunt (mental rotation)

Dus; je kan in je hoofd een object vanuit verschillende oogpunten herkennen

  1. opgeslagen structurele beschrijvingen worden toegankelijk door feature-by-feature binding

Dus; je kijkt; wat is de kleur? Heeft het wielen? Kan het rijden? Etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hierarchisch coderen voor objectherkenning in het brein (4 stappen)

A

Hierarchisch coderen voor objectherkenning in het brein:

V1 simpele cellen

-> V1 complexe cellen

-> Hypercomplexe cellen

-> inferior temporal cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly