Hoofdstuk 9 begrippen Flashcards
Mediale temporale kwab geheugen systeem
2 gebieden + functie
Hippocampus
-> voor het ophalen van herinneringen van stimulus + context
+ Amygdala + omliggende parahippocampale gebieden
-> voor ‘familiarity’, dus wel herkennen maar niet perse herinneren
Anterogade amnesie
Verlies van herinneringen die na hersenletsel plaatsvonden
Retrogade amnesie
Verlies van herinneringen die voor hersenletsel plaatsvonden
Temporale gradiënt / Ribot’s law
De herinneringen die het dichtst op het moment van het hersenletsel plaatsvonden worden het meest vergeten
Event-related potential
Elektrische mismatch negativiteit (MMN) tussen, of zijn magnetische tegenhanger, het mismatch veld (MMF) is zeer informatief over de duur van het echoisch geheugen.
Wordt actief bij een afwijkende stimulus. (Bijv alleen maar lage tonen en dan opeens een hoge toon)
Werkgeheugen
Maintanance = voor het vasthouden van informatie voor enkele seconden tot minuten
Manipulation = voor het uitvoeren van mentale operaties op deze informatie
Phonologische loop
Een mechanisme om auditieve informatie vast te houden in het werkgeheugen (modaliteitsspecifiek).
Bestaat uit 2 delen:
Korte acoustische opslag
> input van geluid
Articulatiecomponent
> subvocaal herhalen van visueel gepresenteerde items die op korte termijn onthouden moeten worden
Central executive systeem
Cognitief systeem, control-and-demand centrum voor de interactie tussen korte-termijn en lange termijn geheugen
Perceptueel representatie systeem
Hier vind priming plaats
Hier vind priming plaats
Ongeconditioneerde stimulus begint, wanneer de geconditioneerde stimulus nog aanwezig is
Klassieke conditionering: trace
Er zit tijd tussen de US en de CS
> er is herinnering nodig om een verband te maken tussen de twee
Habituatie
Respons op een niet-veranderende stimulus neemt over tijd af
Sensitisatie
Respons op een stimulus neemt over de tijd toe
Transient Global Amnesia
De bloedtoevoer naar de mediale temporale kwab wordt tijdelijk onderbroken
> Tijdelijke ‘transparante’ ischemie
> Tijdelijke antero- en retrogade amnesie
> vaak binnen 24-48 uur weer verdwenen
Perirhinal cortex*
Anterior gebieden van het parahippocampisch gebied
Binding of items and cortex (BIC) model:
Perirhinal
Parahippocampisch
Hippocampus
Perirhinal cortex = informatie over specifieke items (wie en wat)
Parahippocampisch gebied = context waarin het specifieke item is ervaren
Hippocampus = Specifiek item + context
Relationeel geheugen
Herkennen dat iets je bekend voorkomt
Standaard consolidatie theorie
Representaties van een gebeurtenis zijn verdeeld over de cortex
> komen samen in de mediale temporale kwab
> hippocampus bind de representaties samen
> herhaalde activatie van de herinnering
> de combinatie van representaties wordt één herinnering
> de herinnering gaat naar de neocortex
Multiple trace theorie
Lange termijn opslag van herinneringen gebeurd in de neocortex, maar een deel blijft afhankelijk van de hippocampus.
Elke keer als een herinnering geactiveerd wordt er een spoortje van de hippocampus naar de neocortex gemaakt
Episodisch geheugen zou langzaam semantisch geheugen worden.
Geïsoleerde retgrogade amnesie
Ernstige retrogade amnesie, maar nog wel in staat zijn om nieuwe lange-termijn episodische herinneringen te vormen.
Hebb’s law / Hebbian learning
Wanneer een synaps actief is, wanneer een postsynaptisch neuron actief is
> de synaps wordt sterker
Associatieve LTP
Als een neuron gelijktijdig wordt geactiveerd door een pad met een zwakke input en een ander pad met een krachtige input, vertonen beiden paden LTP en wordt de zwakke synaps sterker
NMDA-receptoren
Staan centraal in het produceren van LTP, maar niet in het behouden ervan
Iconisch geheugen
Visueel sensorisch geheugen
Echoic geheugen
Auditief sensorisch geheugen
Recollection
Echt HERINNEREN, inclusief context
Je bent er vaak erg zeker van
Familarity
Weten dat je het eerder hebt gezien, zonder context
Je bent er vaak niet erg zeker van
Elaboratief encoderen
Het niveau waarop je een stimulus verwerkt is heel belangrijk voor hoe goed je het onthoudt
Subsequent herinneringseffect
Plotten van verschillende hersenactiviteit bij items die worden onthouden en items die worden vergeten
Feature binding
Verschillende patronen in verschillende corticale gebieden die corresponderen met verschillende kenmerken van een herinnering, worden in de hippocampus geïntegreegd
Pattern completion
Retrieval cue
-> reactivatie van een subset van kenmerken van een gebeurtenis in het verleden
-> het hele patroon van de herinnering activeert
Place cells
Cellen in de hippocampus van ratten die reageren wanneer ratten een bepaalde richting op gaan
-> bewijs dat de hippocampus belangrijk is voor het opslaan van de context
Hoe beinvloedt slaap leren?
Door in de slaap opnieuw de patronen te activeren die geactiveerd zijn tijdens het leren, wordt de informatie beter opgeslagen