Subcorticale systemen Flashcards

1
Q

Thalamus
Functie

A

De poort naar de cortex voor sensorische input, behalve voor reuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hypothalamus
Functies (3)

A

De belangrijkste link tussen het CZS en het endocrine systeem*

Reguleert homeostase

Controleren van loslating hormonen in de pituary gland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Suprachriasmatische nucleus
Functie

A

Zit in de hypothalamus

Reguleert circidiaans ritme, melatonine etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Basale ganglia
Onderdelen (3)

A

Caudate Nucleus
Putamen
Globus Pallidus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Basale Ganglia
Functies
Cognitieve controle (5)

A

Cognitieve controle:
Moduleren van actie en gedachten bij het reciprorisch interacteren met frontale kwabben
Actie-selectie
Actie beheer
Timing
Taak-switching

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Limbisch systeem
Functie

A

Relatie tussen het organisme en de omgeving in een huidige situatie, gebaseerd op een eerder gebeurde situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hippocampus
Functies (6)

A

Belangrijk voor expliciet en declaratief geheugen en kennis over een stimulus

Vormen van nieuwe lange-termijn herinneringen

Ophalen van lange termijn herinneringen

Ophalen van episodische herinneringen

Combineren van de herinnering van een stimulus en de context waarin de stimulus is ervaren

Pattern completion*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Parahippocampus place area
Functie

A

Reageert specifiek op scenes en plaatsen

Ruimtelijke informatie verwerking of classificeren van objecten, gebaseerd op ruimtelijke kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Amygdala
Functies

Geheugen (4)

A

Geheugen:
Emotioneel leren

Impliciet leren

Verwerven en expressie van een impliciete angstrespons

Verbeteren van het opslaan van een emotionele herinnering, hoe actiever de amygdala, hoe beter de herinnering wordt opgeslagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Amygdala
Functies
Gezichten (2)

A

Gezichten:
Hoe meer een gezicht afwijkt van een ‘standaard’ gezicht

-> hoe meer activatie (kan duiden op racisme, maar hoeft niet)

Zorgt ervoor dat we naar de ogen kijken, als we naar een gezicht kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Amygdala
Functies
Stimuli (4)

A

Stimuli:
Dient als een soort gevaar-detectie systeem

Richt de aandacht op emotioneel relevante stimuli

Richt aandacht op nieuwe stimuli, onafhankelijk van het belang van de stimuli

Mediëert veranderingen in visueel verwerken, die ervoor zorgen van de perceptie van emotie-geladen stimuli wordt verbeterd, zonder er aandacht aan te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Linker amygdala
Functie

A

Belangrijk voor het ophalen van autobiografische emotionele herinneringen, gelinkt aan negatieve valentie en arousal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rechter amygdala
Functie (2)

A

wanneer iemand een stimulus waarneemt die zich beweegt

De rechter amygdala zou specifiek reageren op plaatjes van dieren, geen verschil tussen schattig of eng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Basolaterale nuclear complex
Functie (4)

A
  1. Poortwachter van de input voor de amygdala, ontvangt input van alle sensorische gebieden.
  2. Belangrijk voor het medieren van instrumenteel gedrag, zoals wegrennen van een beer

Staat in verband met de hippocampus;

  1. > Zorgt tijdens de vasthoudenfase (fase na het encoderen) van een herinnering opslaan, ervoor dat de herinnering extra goed wordt vastgehouden
  2. > zorgt tijdens de intiele encodeerfase ook voor een positieve impact op de hippocampus, waardoor de herinnering ook beter opgeslagen wordt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Laterale nucleus
Functie

A

Een convergentiegebied voor input vanuit verschillende sensorische gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Amygdala
onderdelen (7)

A

Linker amygdala
Rechter amygdala
Basolaterale nucleus
Centrale nucleus
Mediale nucleus
Corticale nucleus/olfactory part of the amygdala
Pulvinar

17
Q

Basolaterale nucleus
Onderdelen (3)

A

Laterale nucleus
Dorsolaterale nuncleus
Inferior dorsolaterale nucleus

18
Q

Dorsolaterale nucleus
Functie

A

Linkt de CS aan de US

19
Q

Inferior dorsolaterale nucleus
Functie

A

Houdt de link tussen de CS en de US vast

(hierdoor kan angst die weg leek te zijn terugkomen, de angstrespons is opgeslagen in de cellen van dit gebied)

20
Q

Centrale nucleus
Functie

A

Projecties van de laterale nucleus komen hier binnen

-> worden geanalyseerd en in een gepaste context geplaatst

-> bij een gevaarlijke stimulus wordt er een emotionele reactie gegenereerd

21
Q

Mediale nucleus
Functie

A

Outputgebied voor initiele emotionele reacties, zoals gedrags- autonome- en endocrine responses

22
Q

Corticale nucleus (ook wel olfactory part of the amygdala)
Functie

A

Krijgt input van de olfactory bulb en cortex

23
Q

Pulvinar
Functies
Aandacht (4)

A

Heeft responsieve neuronen voor kleur, beweging en oriëntatie

Betrokken bij vrijwillige en reflexie-aandacht

Hoe meer afleidende stimuli -> hoe meer aandacht in de pulvinar

Staat centraal voor covert aandacht en filteren van stimuli

24
Q

Hersenstam
onderdelen (5)

A

Midbrain
Pons
Medulla
Cerebellum
Superior collicus

25
Q

Superior collicus
Functies (4)

A

Saccadische oogbewegingen

Observeren van objecten in de verte en het orienteren in de richting van deze objecten

Bevat geordende topografische kaarten van de omgeving in visuele auditieve en tactiele domeinen.

Veel cellen in de superior collicus reageren op meerdere soorten sensorische input.

-> combineren en integreren deze informatie

26
Q

Midbrain
functie

A

Connectie tussen de ruggengraat en het diencephalon*

27
Q

Pons
functie

A

Raphe nuclei

> productie van serotonine

28
Q

Medulla
Functie

A

Vitale functies zoals resipiration en snelheid van hartslag

29
Q

Cerebellum
Functies (2)

A

Automatische bewegingen

Integreren van informatie over motorische commando’s met sensorische feedback

30
Q

Thalamische reticulaire nucleus
Functies

A

Exciteren of inhiberen van signalen vanaf de laterale geniculate nucleus naar de visuele cortex

Geactiveerd -> inhiberen van info vanaf LGN -> visuele cortex

Geinhibeerd -> Meer info vanaf LGN -> visuele cortex