Hoofdstuk 10 begrippen Flashcards

1
Q

Reticulair Activeringssysteem

A

Een set van neuronen die van de hersenstam naar de cortex lopen, via de rostale intralaminaire en thalamische nuclei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Papez-circuit betrokken hersengebieden (4)

A

Hypothalamus

Anterior Thalamus

Cingulate Gyrus

Hippocampus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

James-Lange Theorie over emotie

A

Stimulus -> fysieke reactie -> emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cannon-Bard theorie over emotie

A

Dacht dat fysieke reacties niet sterk genoeg waren om te kunnen onderscheiden tussen verschillende emoties.

Cortex (interpretatie) -> snel
Tegelijkertijd hypothalamus (sympatisch zenuwstelsel) -> emotionele reactie, langzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Appraisal theorie over emotie

A

Een groep van theorieem waarin emotioneel verwerken afhankelijk is van een interactie tussen kenmerken van een stimulus en de interpretatie hiervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Appraisal theorie over emotie van Richars Lazarus

A

Emotie response = voordelen vs nadelen

Cogitieve appraisal -> emotionele reactie of gevoel

Risico/voordeel -> ‘ik ben in gevaar’ -> voelen emotie -> reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Singer Schachter theorie van emotie

A

Fysiologische reactie -> Cognitie: ‘wat gebeurt er’ -> voelen van emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Constructieve theorieen over emotie

A

Emotie komt voort uit cognitie, die gevormd is door de cultuur en taal van het land waar we zijn opgegroeid

fysiologische reactie -> brein calculeert alles -> categoriseert reactie op basis van eerdere ervaringen die gesuggereerd zijn door cultuur en taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Impliciet leren

A

Een vorm van leren waarbij een neutrale stimulus (zoals een handdruk) wordt gecombineerd met een aversieve gebeurtenis (prik van een naald) -> angstconditionering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anticipatory emoties

A

Emoties die je voelt, vlak voordat je een beslissing maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Introceptie

A

Bewustzijn van interne lichamelijke staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Somatische market theorie van Damasio:
Emoties

A

Emoties: helpen om toegang te krijgen tot incentive-waardes van keuzes (zoals risico/beloning, verleden-ervaringen, etc) en helpt in het maken van beslissingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Somatische market theorie van Damasio:
somatische markers

A

Somatische markers: markers in de de orbitofrontale cortex, zoals eerdere ervaringen en hoe je je toen voelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

LeDoux theorie over emoties

A

Er zijn twee paden in emotie verwerking:

Hoog = langzaam

Je ziet een beer -> je denkt hey dat lijkt op een beer -> ik heb geleerd dat een beer gevaarlijk is -> angstgevoel

Thalamus -> sensorische cortex -> amygdala

Laag = snel

Snel, diepgegrond systeem activeert het fight or flight systeem

Thalamus -> amygdala

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Core emotional system/primary process

A

Elk van de 7 processen die emotionele acties en somatische gevolgen van deze acties kunnen genereren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

flow

A

Het idee dat mensen heel blij kunnen worden wanneer ze consistent goed bezig zijn met een uitdagende taak, die goed bij hun vaardigheden past

17
Q

Limbisch systeem

A

Hypothalamus

Anterior Thalamus

Cingulate Gyrus

Hippocampus

Amygdala

Orbitofrontal cortex

Portions of the basal ganglia