Neuro-imaging technieken: Structureel Flashcards

1
Q

CT
Wat zie je? (4)

A

3D beeld van het brein

Je kan bot heel duidelijk zien

Schade:

Bloedingen

Laesies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

CT
hoe?

A

Röntgenstralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CT
nadelen (2)

A

Vertonen weinig subtiele verschillen tussen witte en grijze massa

Lage spatiële resolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

MRI
Wat zie je? (6)

A

Activiteit in de hersenen

De anatomie van de hersenen

Volume van (delen van) de hersenen

Dikte van de cortex

Oppervlakte van de cortex

Lengte en dikte van de witte stof paden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

MRI
Hoe?

A

Magnetisme

Radiofrequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MRI
Voordelen (7)

A

Niet-invasief

Niet-ioniserende radiatie

Hoge zacht-weefsel resolutie

Hoge onderscheiding tussen verschillende weefsels

Hoge resolutie

Morfologische informatie*

Functionele informatie*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

MRI
nadelen (4)

A

Tijdrovend

Gevaarlijk als er misschien metalen dingen in je lichaam zitten

Maakt veel geluid

Volgorde moet aangepast worden aan de vraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Volemetry
Wat meet je?

A

Het volume van de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Volumetry
Hoe?

A

Gebruik van voxels*

Elke voxel heeft een eigen grijswaarde, gerelateerd aan een bepaald soort weefsel

> je labelt de voxels die bij een bepaald soort weefsel horen

> je vermenigvuldigd de voxels met hun grootte

> je weet het volume van een bepaald weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voxel-based morphometry
Wat meet je?

A

De dichtheid van de witte en grijze massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voxel-based morphometry
Hoe?

A

Je berekent een gemiddeld aantal voxels over een bepaald aantal scans

> alle 3D beelden moeten dezelfde vorm krijgen

> deze beelden worden gestretcht, zodat ze de vorm krijgen van een ‘modelbrein’

> dichtheid kan per individu worden vergeleken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diffusie-gewogen Imaging
Wat meet je?

A

Specifieke verbindingen in het brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Diffusie-gewogen Imaging
Hoe?

A

Gebaseerd op beweging van watermoleculen in het brein*

4 parameters:

Fractional Anisotropy (FA)

Mean diffusivity (MD)

Axonal diffusivity (AD)

-> axonpathologie

Radial diffusivity (RD)

-> demyelinisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voxel-Based Analysis in DTI
Wat zie je?

A

De constructie van witte paden in het brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Magnetic Resonance Spectoscopy (MRS)
Wat zie je?

A

Concentratie van bepaalde moleculen in het brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Magnetic Resonance Spectoscopy (MRS)
Wat zie je?

A

Concentratie van bepaalde moleculen in het brein

17
Q

Magnetic Resonance Spectoscopy (MRS)
Hoe?

A

Signalen van hydrogene protonen