Hoofdstuk 13 concepten Flashcards

1
Q

Leeftijden en sociale ontwikkeling
Pasgeboren

A

Vertonen imitatief gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leeftijden en sociale ontwikkeling
12 maanden

A

Wijzen naar een locaties van een object, als een volwassene dat niet doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leeftijden en sociale ontwikkeling
15 maanden

A

Zijn verrast wanneer een volwassene een speeltje vind op een onverwachte plek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leeftijden en sociale ontwikkeling
3-4 jaar

A

Realiseren dat je vanuit jouw fysieke positie een andere kijk op de wereld hebt dan iemand die in een andere fysieke positie is

-> begin van de ontwikkeling van de theory of mind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leeftijden en sociale ontwikkeling
5-6 jaar

A

Realiseren dat jouw mentale staat kan verschillen van de mentale staat van een ander.

Mensen kunnen een andere kijk op de wereld hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leeftijden en sociale ontwikkeling
5-6 jaar

A

Realiseren dat jouw mentale staat kan verschillen van de mentale staat van een ander.

Mensen kunnen een andere kijk op de wereld hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leeftijden en sociale ontwikkeling
6-7 jaar

A

Snappen dat mensen niet altijd letterlijk bedoelen wat ze zeggen of andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leeftijden en sociale ontwikkeling
9 – 11 jaar

A

Kunnen inbeelden van de mentale staat van meer dan een persoon.

Voorbeeld: Kunnen snappen dat iemand iemand pijn doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Autisme afwijking
Temporo-Parietal Junction

A

Minder responsief over het algemeen, niet alleen bij Theory of Mind taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Autisme afwijking
Superior Temporal Sulcus

A

Actief bij elke soort oogbeweging, onafhankelijk van de cortext
Niet in staat om informatie van de ogen te gebruiken voor het inschatten van de mentale staat van een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Autisme afwijking
Fusiform Face Area

A

Minder activiteit bij het zien van menselijke gezichten

WEL actiever wanneer er concreet wordt gezegd om op gezichten te letten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Autisme afwijking
Default mode network

A

Staat altijd UIT

-> er is geen zelf-gerefereerde verwerking (gebrek aan internal speech, enkel beelden en acties)

Verschillen in hersenactivatie bij sociale beoordeling, meer op basis van externe kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Twee bewijzen voor de experience sharing (simulation) theory

A

Twee bewijzen voor de experience sharing (simulation) theory:

  1. Wanneer je bijvoorbeeld botox inspuit in spieren die belangrijk zijn voor bepaalde mentale stten

-> je ervaart minder empathie

  1. Spiegelneuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly